Procentuele toename en afname

Procentuele toename en afname


domein: verhoudingen



1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Procentuele toename en afname


domein: verhoudingen



Slide 1 - Tekstslide

Gebruikte begrippen:
  • Oude totaal
  • Nieuwe totaal
  • Toename
  • Afname

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel
Aan het einde van de les:

  • kun je het oude of nieuwe totaal uitrekenen
  • kun je toegepast rekenen met procentuele afname en toename

Slide 3 - Tekstslide

Nieuwe totaal uitrekenen
Procenten worden vaak gebruikt om een afname aan te geven. Een afname betekent dat een hoeveelheid kleiner wordt. Een afname in procenten noem je dan ook een procentuele afname.

Je kunt bij een procentuele afname uitrekenen wat de nieuwe hoeveelheid is. De nieuwe hoeveelheid noem je het nieuwe totaal, dit is het oude totaal min de afname. Het oude totaal is de oude hoeveelheid, dit is 100%.

Slide 4 - Tekstslide

Ricardo koopt een tv met 30% korting. 
Normaal kost de tv €1500,-

Hoeveel kost de tv met korting?

Slide 5 - Tekstslide

Oude totaal uitrekenen

Je kunt het oude totaal uitrekenen. Hiervoor heb je de afname in procenten en het nieuwe totaal nodig.

Dit kun je doen door de informatie uit de som in een verhoudingstabel te zetten.

Slide 6 - Tekstslide

Britt koopt dit mooie zomerboeket voor maar €4,- 

Wat was de oude prijs?

Slide 7 - Tekstslide

Procentuele afname
Het aantal leden van de sportclub is dit jaar met 6% afgenomen.
Vorig jaar hadden ze 800 leden. Hoeveel leden hebben ze nu?
Nieuwe totaal = oude totaal - afname

Slide 8 - Tekstslide

Procentuele toename
Vorig jaar hebben 7500 patiënten de huisarts bezocht. Volgend jaar wordt er een toename van 25% verwacht.
                         Hoeveel patiënten worden er volgend jaar verwacht?
Nieuwe totaal = oude totaal + toename

Slide 9 - Tekstslide

Hoeveel kost een weekendje
Harderwijk zonder korting?
A
88
B
72
C
80
D
82

Slide 10 - Quizvraag

Vorige week verkocht een pizzeria 410 pizza's.
Deze week verkoopt de pizzeria 10% meer pizza's.

Hoeveel pizza's verkoopt de pizzeria deze week?
A
451
B
410
C
420
D
461

Slide 11 - Quizvraag

Yassin koopt voor €75,- een broek met 50% korting. Hoeveel kost de broek zonder korting?

Slide 12 - Open vraag

Een professionele sportploeg heeft een budget van 8.000.000 per jaar. 4% van het budget wordt uitgegeven aan het medische team van de ploeg. Hoeveel euro geeft de sportploeg per jaar uit aan het medische team?

Slide 13 - Open vraag

Terugkijkend op het lesdoel:
kun je nu het oude of nieuwe totaal uitrekenen en
kun je nu toegepast rekenen met procentuele afname en toename?

Slide 14 - Poll

Zijn er nog vragen?

Slide 15 - Tekstslide

Veel succes met het oefenen voor de toets!


Slide 16 - Tekstslide