Herhaling en oefenen Kapitel 3

Kapitel 3 plus herhalen
Vraagwoorden, hoofdletters, persoonlijk voornaamwoord en de werkwoorden "haben en sein"
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolPraktijkonderwijsvmbo k, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Kapitel 3 plus herhalen
Vraagwoorden, hoofdletters, persoonlijk voornaamwoord en de werkwoorden "haben en sein"

Slide 1 - Tekstslide

Doel:

Ik ken de vraagwoorden

Ik weet wanneer ik hoofdletters moet gebruiken in het Duits

Ik ken de persoonlijke voornaamwoorden


NIEUW: Ik kan de werkwoorden "haben en sein" vervoegen

Slide 2 - Tekstslide

vraagwoorden

Slide 3 - Tekstslide

Verbind de Nederlandse en Duitse vraagwoorden met elkaar
wie
wo
wer
was
wann
hoe
waar
wie
wat
wanneer

Slide 4 - Sleepvraag

Verbind de Nederlandse en Duitse vraagwoorden met elkaar
wohin
woher
warum
welche
wie viel
waarheen
waarvandaan
waarom
welk/welke
hoeveel

Slide 5 - Sleepvraag

....... heißt du?
A
wie
B
wer
C
wo
D
woher

Slide 6 - Quizvraag

......... wohnst du?
A
wie
B
wer
C
wo
D
woher

Slide 7 - Quizvraag

waarvandaan
A
wohin
B
woher
C
wo
D
warum

Slide 8 - Quizvraag

wie
A
wer
B
wie
C
wo
D
was

Slide 9 - Quizvraag

hoe
A
wer
B
wie
C
woher
D
wohin

Slide 10 - Quizvraag


He Het grootste volksfeest ter wereld is?
Deze video is niet meer beschikbaar
Welke video was dit?
A
Silvester
B
das Oktoberfest
C
der Karneval
D
Ostern

Slide 11 - Quizvraag

Hoofdletters

Slide 12 - Tekstslide

der mann isst brot

Slide 13 - Open vraag

berlin liegt in deutschland

Slide 14 - Open vraag

wir haben ein haustier

Slide 15 - Open vraag

Welke band heeft met de
Nederlandse bewerking
van dit lied een klapper gemaakt
A
Di-rect
B
Guus Meeuwis
C
BLØF
D
Kraantje Pappie

Slide 16 - Quizvraag

persoonlijk voornaamwoord

Slide 17 - Tekstslide

ik
A
ich
B
du
C
er
D
sie

Slide 18 - Quizvraag

jullie
A
du
B
er
C
ihr
D
wir

Slide 19 - Quizvraag

wij
A
du
B
sie
C
ihr
D
wir

Slide 20 - Quizvraag

Van welke bekende Duitse
zangeres is het liedje Atemlos?
A
Helene Fischer
B
Maria Wegener
C
Vanessa Mai

Slide 21 - Quizvraag

Werkwoord
haben

Slide 22 - Tekstslide

het werkwoord haben
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
habe
hast
hat
haben
habt
haben

Slide 23 - Sleepvraag

Vul de juiste werkwoordvervoeging in
Sie ........... (haben)
A
habe
B
haben
C
hast
D
hat

Slide 24 - Quizvraag

Vul de juiste werkwoordvervoeging in
Ihr ........... (haben)
A
habt
B
hast
C
hat
D
haben

Slide 25 - Quizvraag

Vul de juiste werkwoordvervoeging in
Du ......... (haben)
A
habt
B
hast
C
hat
D
haben

Slide 26 - Quizvraag

Vul de juiste werkwoordvervoeging in
Wir ............ (haben)
A
habt
B
hast
C
hat
D
haben

Slide 27 - Quizvraag

Bei haben ist die er/es/sie-Form
A
habt
B
hast
C
haben
D
hat

Slide 28 - Quizvraag

Vul in: Ich ...... (hebben) eine Schwester
A
habe
B
haben
C
hast
D
habt

Slide 29 - Quizvraag

Es ist ......
A
Ostern
B
Silvester
C
Weihnachten

Slide 30 - Quizvraag

Werkwoord
sein

Slide 31 - Tekstslide

het werkwoord sein
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
bin
bist
ist
sind
seid
sind

Slide 32 - Sleepvraag

Wat is de juiste vorm van het werkwoord sein?
es ...
A
bin
B
bist
C
ist
D
sind

Slide 33 - Quizvraag

Wat is de juiste vorm van het werkwoord sein?
ich ....
A
bin
B
bist
C
ist
D
sind

Slide 34 - Quizvraag

Wat is de juiste vorm van het werkwoord sein?
ihr
A
bin
B
bist
C
sind
D
seid

Slide 35 - Quizvraag

Wat is de juiste vorm van het werkwoord sein?
wir ....
A
sint
B
seid
C
sein
D
sind

Slide 36 - Quizvraag

Evaluatie

Slide 37 - Tekstslide

Evaluatie:
Wat ging er goed?

Slide 38 - Open vraag

Welke vragen heb je nog na deze les? Waar kan ik je nog mee helpen?

Slide 39 - Open vraag

Fertig (klaar)
Maak getallen puzzel

Slide 40 - Tekstslide