Bij deze fabriek werken 42 vrouwen. Dat is 30% van het personeel. Hoeveel mensen werken er totaal bij deze fabriek?
42 : 30= 1,4 140 30% 1% 100%
1 / 5
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenBasisschoolGroep 8
In deze les zitten 5 slides, met tekstslides.
Onderdelen in deze les
vraag 1
Bij deze fabriek werken 42 vrouwen. Dat is 30% van het personeel. Hoeveel mensen werken er totaal bij deze fabriek?
42 : 30= 1,4 140 30% 1% 100%
Slide 1 - Tekstslide
vraag 2
Er doen 88 schaatsers van 50+ mee aan een toernooi. Dat is 22%. Hoeveel doen er in totaal mee? Afronden naar een heel getal.
88 : 22 = 4 400 22% 1% 100%
Slide 2 - Tekstslide
vraag 3
Henk verdient € 30,00 per dag. Hiervan doet hij 15% in een spaarpot. Hoeveel geld gaat er dagelijks in de spaarpot?
30 : 100 = € 0,3 € 4,50 100% 1% 15%
Slide 3 - Tekstslide
vraag 4
Anton heeft €46,- euro gespaard. Hij wil €250,- sparen. Hoeveel % heeft hij al gespaard?
€ 250 2,50 46 100% 1% ?
Hoe vaak past 1% in 46 euro?
46 : 2,50 = 18,4%
Slide 4 - Tekstslide
vraag 5
In een dorp wonen 4000 mensen. 1000 mensen zijn jonger dan 20 jaar, 2400 mensen zijn 20 tot 60 jaar, 600 mensen zijn 60 jaar of ouder. Opdracht: zet alle getallen om in procenten.