de oudere

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
CommunicatieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelen
Aan het eind van de les kun je de kenmerken van ouderen benoemen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen
Theorie bespreken
opdracht maken

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fysieke ontwikkeling
  • het haar wordt dunner en grijs
  • huid minder elastisch, rimpels 
  • smaak en reukzin gaat achteruit
  • gehoor en zichtfunctie gaan achteruit
  • hart en longkwalen
  • structuur van de botten verandert 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cognitieve ontwikkeling 
  • Iets nieuws leren is mogelijk, maar gaat moeilijker (minder goed onthouden!)
  • Geheugen gaat achteruit.
  • Het kost de oudere meer moeite om 2 dingen tegelijk te doen. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Emotionele ontwikkeling 
  • Afscheid en rouw
  • Eenzaamheid  

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent geriatrie?

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over dementie?

Slide 13 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Zou je willen werken met mensen die behoorlijk dement zijn?

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Bij dementie gaat het korte termijn geheugen het eerst achteruit.
A
Waar
B
Niet Waar
C
Dat is per persoon verschillend

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat kun je zeggen over de benaderingswijze van mensen met Dementie?
A
De benadering is hetzelfde als bij een kind
B
De benadering is zoals je ook bij een andere volwassene zou doen
C
Het maakt niet uit hoe je iemand benaderd

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is dementie?
  • Verzamelnaam voor meer dan 50 ziekten, waarbij de hersenen informatie niet meer goed kunnen verwerken. 
  • De zenuwcellen in de hersenen gaan kapot 
  • Verwerking van informatie in de hersenen  raakt verstoord.
  • Achteruitgang in het functioneren. 

De bekendste is de ziekte van Alzheimer. 




Slide 18 - Tekstslide

Dementie is een verzamelnaam voor meer dan 50 ziekten, waarbij de hersenen informatie niet meer goed kunnen verwerken.
De verwerking van informatie in de hersenen raakt verstoord.
Beschadigingen in de hersenen verergeren waardoor iemand met dementie steeds verder achteruitgaat in functioneren.
De bekendste is de ziekte van Alzheimer. 
Cijfers dementie (Nederland)
  • >270.000 mensen met dementie. Ongeveer 12.000 mensen jonger <65 jaar. 
  • Ieder uur krijgen vijf mensen dementie.
  •  Toename door vergrijzing. Geschat wordt half miljoen in 2040.
  • 65 procent krijgt de diagnose: ziekte van Alzheimer. 
  • Treft ruim 8 procent van de mensen > 65 jaar.
  • Treft ruim 25 procent van de mensen >80 jaar.
  • Treft ruim 40 procent van de mensen >90 jaar.
  • De kans is 1 op de 5 dat iemand dementie krijgt. 
  • Voor vrouwen is dat 1 op 3, voor mannen 1 op 7. 




Slide 19 - Tekstslide

In Nederland hebben ruim 270.000 mensen dementie. Hiervan zijn ongeveer 12.000 mensen jonger zijn dan 65 jaar. Ieder uur krijgen vijf mensen in Nederland dementie.
 Het aantal mensen met dementie zal door vergrijzing in de toekomst explosief stijgen naar meer dan een half miljoen in 2040.
Van de mensen met de diagnose dementie heeft ongeveer 65 procent de ziekte van Alzheimer.
Ruim 8 procent van de mensen boven de 65 jaar heeft dementie.
Ruim 25 procent van de mensen boven de 80 jaar heeft dementie.
Ruim 40 procent van de mensen boven de 90 jaar heeft dementie.
De kans is 1 op de 5 dat iemand dementie krijgt.
Voor vrouwen is dat 1 op 3, voor mannen 1 op 7. 
0

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Omgaan met dementie 
- Leef je in in de persoon met dementie
- Neem de persoon serieus
- Stel de persoon met dementie gerust 
- Maak oogcontact
- Geef complimentjes en gebruik humor 
- Corrigeer de persoon met dementie niet
-  Kijk wat iemand met dementie wel kan

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht volwassenen en ouderen
Als kind heb je allemaal voorstellingen, dromen, wensen ‘Als ik later groot ben, dan……’

Jongeren beschrijven en verbeelden in songs, raps, vlogs en blog en/of op social media wat het leven Naarmate je ouder wordt ontwikkel je ideeën wat voor jou ‘Volwassen zijn’ betekent
Opdracht
Maak een aanvullijst, woordweb of een collage over het thema ‘Volwassen zijn’








Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies