Lesweek 4: doelgroep en persona

Doelgroepen
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
EvenementenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Doelgroepen

Slide 1 - Tekstslide

0

Slide 2 - Video

Doelgroepanalyse

Aan het einde van de les kun je: de kenmerken van doelgroepen identificeren, een doelgroepanalyse maken en een doelgroepanalyse toepassen op een specifiek evenement.

Slide 3 - Tekstslide

Wat weet je al over doelgroepen en doelgroepanalyse?

Slide 4 - Woordweb

Waarom is doelgroep analyse belangrijk

Slide 5 - Open vraag

Hoofddoelgroep

Business to Business (B2B)​
Business to Consumer (B2C)​

Slide 6 - Tekstslide

Wat zijn psychografische kenmerken?
A
Inkomen en beroep
B
Leeftijd en geslacht
C
Persoonlijkheid en waarden
D
Gedrag en interesses

Slide 7 - Quizvraag

Wat zijn geografische kenmerken?
A
Persoonlijkheid en waarden
B
Leeftijd en geslacht
C
Interesses en hobby's
D
Locatie

Slide 8 - Quizvraag

Wat zijn demografische kenmerken?
A
Leeftijd en geslacht
B
Interesses en hobby's
C
Psychologische eigenschappen
D
Locatie en gedrag

Slide 9 - Quizvraag

BUSINESS TO BUSINESS MARKET

Slide 10 - Tekstslide

BUSINESS TO CONSUMERMARKT

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht 1
Kies een evenement​ en geef antwoord op de volgende vragen​
:

Waarom wordt het evenement georganiseerd? ​

Voor wie wordt het georganiseerd? ​

Wat zijn kenmerken van deze doelgroep? ​

Geef zo veel mogelijk antwoorden​
Enkele voorbeelden waaruit je kan kiezen:
Appelpop
Breda Jazz Festival
Concert at Sea
Dance Valley
Pinkpop
Amstel Gold Race
Extrema Outdoor
 CZ Tilburg Ten Miles
Zwarte Cross
Libelle Zomerweek
Oerol Festival
Je mag natuurlijk ook een ander evenement kiezen!
timer
15:00

Slide 12 - Tekstslide

Wat is een persona?

Slide 13 - Woordweb

Een persona,
Persona’s zijn op maat gemaakte klant- of gebruikersprofielen om de kennis over doelgroepen ‘tot leven’ te brengen. 
 Zij geven een naam en gezicht aan de verschillende doelgroepen vanuit motieven, verlangens en doelen in het leven

Slide 14 - Tekstslide

           Persona (ijkpersoon)
Met behulp van persona's creëer je 'echte' mensen in plaats van algemene doelgroepen.

Slide 15 - Tekstslide

Stap 1 – Naam
Elke persona krijgt zijn of haar eigen naam. Bijvoorbeeld Kees, Eva of Jan-Hendrik. Zo zorg je ervoor dat een persona gaat leven binnen je organisatie en iedereen weet waar je het over hebt. Dit is de lastigste en meest subjectieve beslissing bij het maken van een persona. Het moet wel een ‘echte’ Jan-Hendrik of ‘echte’ Eva zijn in de beleving van de mensen die er mee gaan werken.

Slide 16 - Tekstslide

Stap 2 – Wie en wat is hij/zij
Probeer zoveel mogelijk een beeld te schetsen van de persoonlijkheid achter de naam. Leeftijd, geslacht, opleiding(en), denkniveau, professie, fase van de carrière, beheersing van talen, inkomen, burgerlijke staat, kinderen, hobby’s, interesse, technische kennis, enz., enz.. Hoe completer het beeld (zonder te overdrijven), hoe beter.

Slide 17 - Tekstslide

Stap 3 – Demografische gegevens
Om een compleet beeld te geven van de persona is het noodzakelijk ook de omgeving en omstandigheden in kaart te brengen. Zoals woonplaats, soort woning, omgeving, reiswijze of reistijd.

Slide 18 - Tekstslide

Stap 4 – Wensen en doelen
Beschrijf de doelen, wijze van gebruik en wensen die de persona heeft met jullie product(en) of dienst(en). Denk hierbij ook aan secundaire behoeftes als bestelwijze, levertijd, enz..

Slide 19 - Tekstslide

Stap 5 – Zorgen en ergernissen
Wat zijn de zorgen en ergernissen van de persona. Dit is vaak een eyeopener voor organisaties. Maakt de persona zich zorgen om de kwaliteit, leveringsbetrouwbaarheid, prijsniveau of dat een product wel teruggestuurd kan worden? Is het een ergernis dat er met deellevering gewerkt wordt of als er geen vast contactpersoon is? Goed om ook dit in kaart te brengen voor de interne organisatie

Slide 20 - Tekstslide

Stap 6 – Quote en tone of voice
Probeer in een korte quote de behoefte en de tone of voice van je persona weer te geven. Bijvoorbeeld: ‘Ik wil een goed product voor een eerlijke prijs, van een betrouwbare leverancier die begrijpt hoe het in onze branche werkt ’ of ‘Geen gezeur, ik wil goed spul voor niet te veul’

Slide 21 - Tekstslide

Stap 7 – Uiterlijk
Om letterlijk een beeld te kunnen vormen heeft de persona een gezicht nodig, dit maakt het makkelijker je direct tot hem/haar te richten. Dit kan door middel van een illustratie of foto. Nu heb je je persona af, maar hoe ga je er mee aan de slag?

Slide 22 - Tekstslide

Persona's 
man of vrouw
leeftijd
leefomgeving
levensstijl
beroep
opleiding
inkomen
activiteit op sociale media
activiteit in vrije tijd

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Opdracht:
Maak een persona voor het evenement dat je uitgewerkt hebt bij opdracht 1
timer
30:00

Slide 25 - Tekstslide