woorden hf 2.5

Welkom
th 2 - week 7 



1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Welkom
th 2 - week 7 



Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
doelen
maken
Ik ken de betekenis van de woorden op blz. 101.
Ik kan de woorden uit de woordenlijst op blz. 101 gebruiken in een zin.
Ik kan voor- en achtervoegsels benoemen.
Talent 2.5 woorden:
4, 5, 7, 9, 12, 13

(Tijdens de les maken we ook opdr. 1, 3, 9.)

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maar eerst...
fictie 3

C-boek
WO2

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  herhaling hf 1 : Voorvoegsel (1)
- een stukje voor het woord
- geven een andere betekenis aan het woord
   (bijv. een tegenstelling)

Bijvoorbeeld: 
on (=voorvoegsel)   + rustig =          onrustig
aardig -> onaardig

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorvoegsel (2)


Bijvoorbeeld:

her (= voorvoegsel) + gebruiken = hergebruiken

mis + dragen = misdragen

non + fictie = nonfictie

ex + vriend = exvriend

on + zeker = onzeker

Een (kern)woord met een voorvoegsel noemen we een afleiding.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

grondwoord
voorvoegsel - grondwoord - achtervoegsel

on - geluk
wan-hoop

sprake-loos
draag-baar

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Achtervoegsels
Er zijn veel woorden die eindigen op -heid, -lijk, -ing, -ig, -er, -erd, -aar, -aard, -baar, -rik of -isch . 

Deze korte stukjes zijn achtervoegsels,
je schrijft ze altijd op dezelfde manier. 

Vrolijk

Slide 7 - Tekstslide

achtervoegsels zet je altijd achter een woord, zoals het woord zelf al aangeeft: achtervoegsels. Het gaat dus om het laatste deel van een woord.

Veelvoorkomende voorvoegsels
Voorbeeld

a-: niet

anti-: tegen

non-: niet

mis-: verkeerd, fout

wan-: slecht, verkeerd

her-: weer, opnieuw

ex-: niet meer

mini-: heel klein

inter-: tussen 2 of meer gebieden

asociaal

antipthie

non-actief

misdragen

wantoestand

herinrichten

ex-man

minibus

interland

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

hf 2.5  
voorvoegsels 
en 
achtervoegsels 
(ook) uit andere talen

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

hyper-
heel erg
hypergevoelig
ex-
van vroeger
ex-vriendin
-eur
een persoon
acteur

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

doelen
maken
Ik ken de betekenis van de woorden op blz. 101.
Ik kan de woorden uit de woordenlijst op blz. 101 gebruiken in een zin.
Ik kan voor- en achtervoegsels benoemen.
Talent 2.5 woorden:
4, 5, 7, 9, 12, 13

(Tijdens de les maken we ook opdr. 1, 3, 9.)

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 1
Bekijk de woordenlijst - blz 101
Lees de woorden. Welke woorden ken je wel/niet?

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

opdr 3
tekst 1

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

opdr. 9

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deze week:
Zelfstandig aan de slag met ...

Talent 2.5 -Woorden:
opdracht
4, 5, 7, 9, 12, 13

+ afsluitende opdracht Learnbeat (Woorden)

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies