H2 7.2 van procent naar factor

7.2 van procent naar factor
Ga rustig zitten op je plek.
Leg je wiskundespullen open op tafel.
Leg je iPad omgedraaid op tafel neer.

6 februari
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

7.2 van procent naar factor
Ga rustig zitten op je plek.
Leg je wiskundespullen open op tafel.
Leg je iPad omgedraaid op tafel neer.

6 februari

Slide 1 - Tekstslide

Programma 

  • Start
  • Lesdoelen
  • Bespreken huiswerk
  • Uitleg factor en exponentiële groei.
  • Aan de slag
  • Afsluiting





Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen

Aan het eind van deze les ..


.. weet je hoe je een factor kun berekenen

.. herken je een exponentiële groei.




Slide 3 - Tekstslide


Upload een foto van je uitwerkingen van opgave 8 hieronder!

Slide 4 - Open vraag

Vragen over het huiswerk.

Slide 5 - Woordweb

Percentage bekend (deel berekenen)
Een percentage kun je ook schrijven als een decimaal getal (factor).

Bijvoorbeeld:         80% = 0,8      2% = 0,02       12,5% = 0,125





factor = percentage : 100
NIEUW = factor x OUD
Deel = factor x geheel

Slide 6 - Tekstslide

Voorbeeldopgave (9c)

30% van de 570 leerlingen speelt een instrument.

Hoeveel leerlingen zijn dit?



Slide 7 - Tekstslide

Hoe los je een wiskunde opgave op? 
Stappenplan
Stap 1:  Voorbereiden (Wat weet je al?)
Stap 2: Aanpak kiezen
Stap 3: Bereken
Stap 4: Antwoord geven
Stap 5: Controle 

Slide 8 - Tekstslide

Voorbeeldopgave 

30% van de 570 leerlingen speelt een instrument.

Hoeveel leerlingen zijn dit?


Stap 1         Factor    30% = 0,3         GEHEEL   570 leerlingen

Slide 9 - Tekstslide

Voorbeeldopgave 

30% van de 570 leerlingen speelt een instrument.

Hoeveel leerlingen zijn dit?


Stap 1         Factor:    30% = 0,3         Totaal/geheel:   570 leerlingen
Stap 2        deel= 0,3 x geheel  

Slide 10 - Tekstslide

Voorbeeldopgave 

30% van de 570 leerlingen speelt een instrument.

Hoeveel leerlingen zijn dit?


Stap 1         Factor:    30% = 0,3         Totaal/geheel:  570 leerlingen
Stap 2        deel = 0,3 x geheel 
Stap 3        deel = 0,3 x 570 = 171

Slide 11 - Tekstslide

Voorbeeldopgave 

30% van de 570 leerlingen speelt een instrument.

Hoeveel leerlingen zijn dit?


Stap 1         Factor:    30% = 0,3         Totaal/geheel:  570 leerlingen
Stap 2        deel = 0,3 x geheel 
Stap 3        deel = 0,3 x 570 = 171
Stap 4        Dus er zijn 171 leerlingen die een instrument spelen.

Slide 12 - Tekstslide

Voorbeeldopgave

30% van de 570 leerlingen speelt een instrument.

Hoeveel leerlingen zijn dit?


Stap 1         Factor:    30% = 0,3         Totaal/geheel:  570 leerlingen
Stap 2        deel = 0,3 x geheel 
Stap 3        deel = 0,3 x 570 = 171
Stap 4        Dus er zijn 171 leerlingen die een instrument spelen.
Stap 5        10% is ongeveer 60, 30% is ongeveer 60x3=180. 
                Antwoord is logisch en volledig!  

Slide 13 - Tekstslide

Percentage bekend (toename/afname)
Toename van 2%

100% + 2% = 102%            factor = 1,02

DUS bij een toename is de factor altijd groter dan 1!
Afname van 2%

100% - 2% = 98%             factor = 0,98

DUS bij een afname is de factor altijd kleiner dan 1!


Slide 14 - Tekstslide

Voorbeeldopgave (11)

Bij een groothandel kost een computer 700 euro exclusief 19% BTW.

Bereken het bedrag inclusief BTW.


Stap 1        

Slide 15 - Tekstslide

Hoe los je een wiskunde opgave op? 
Stappenplan
Stap 1:  Voorbereiden (Wat weet je al?)
Stap 2: Aanpak kiezen
Stap 3: Bereken
Stap 4: Antwoord geven
Stap 5: Controle 

Slide 16 - Tekstslide

Voorbeeldopgave 

Bij een groothandel kost een computer 700 euro exclusief 19% BTW.

Bereken het bedrag inclusief BTW.


Stap 1         OUD = 700 (excl. BTW)      NIEUW = ? (incl. BTW)  
                 100+19=119  -->  factor = 1,19 (toename)


Slide 17 - Tekstslide

Voorbeeldopgave 

Bij een groothandel kost een computer 700 euro exclusief 19% BTW.

Bereken het bedrag inclusief BTW.


Stap 1         OUD = 700 (excl. BTW)      NIEUW = ? (incl. BTW)  
                 100+19=119  -->  factor = 1,19 (toename)
Stap 2        NIEUW = factor x oud 
     


Slide 18 - Tekstslide

Voorbeeldopgave 

Bij een groothandel kost een computer 700 euro exclusief 19% BTW.

Bereken het bedrag inclusief BTW.


Stap 1         OUD = 700 (excl. BTW)      NIEUW = ? (incl. BTW)  
                 100+19=119  -->  factor = 1,19 (toename)
Stap 2        NIEUW = factor x oud 
Stap 3        NIEUW = 1,19 x 700 = 833
     


Slide 19 - Tekstslide

Voorbeeldopgave 

Bij een groothandel kost een computer 700 euro exclusief 19% BTW.

Bereken het bedrag inclusief BTW.


Stap 1         OUD = 700 (excl. BTW)      NIEUW = ? (incl. BTW)  
                 100+19=119  -->  factor = 1,19 (toename)
Stap 2        NIEUW = factor x oud 
Stap 3        NIEUW = 1,19 x 700 = 833
Stap 4        Dus 833 euro is de prijs inclusief BTW.
     


Slide 20 - Tekstslide

Voorbeeldopgave 

Bij een groothandel kost een computer 700 euro exclusief 19% BTW.

Bereken het bedrag inclusief BTW.


Stap 1         OUD = 700 (excl. BTW)      NIEUW = ? (incl. BTW)  
                 100+19=119  -->  factor = 1,19 (toename)
Stap 2        NIEUW = factor x oud 
Stap 3        NIEUW = 1,19 x 700 = 833
Stap 4        Dus 833 euro is de prijs inclusief BTW.
Stap 5        
     


Slide 21 - Tekstslide

Aan de slag
Als het goed is heb je het volgende gedaan.

  • Maak paragraaf 7.2 af.
  • Paragrafen 7.1 t/m 7.2 gemaakt en nagekeken.
  • De fout gemaakte opgaven opnieuw gemaakt en nagekeken.

Slide 22 - Tekstslide

Afsluiting

Een spijkerbroek kost 55 euro. 
Vandaag krijgt iedere klant 15% korting. 

Bereken de nieuwe prijs.

Slide 23 - Tekstslide