6.2 Macht en politieke instituties

6.2 Analyse: macht en politieke instituties 

Politieke veranderingen in het bindingsvraagstuk
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

6.2 Analyse: macht en politieke instituties 

Politieke veranderingen in het bindingsvraagstuk

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag...
  • kunnen jullie betekenis geven aan de kernconcepten macht en politieke institutie;
  • kunnen jullie de vier verschillende hulp- of machtsbronnen benoemen;
  • kunnen jullie het verschil tussen formele/informele macht benoemen.  

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Bij macht denk ik aan...

Slide 4 - Woordweb

Macht
  • Om te zorgen dat collectieve goederen er wel komen, moet er een instantie zijn die kan afdwingen dat iedereen meewerkt;
  • Zo'n actor moet macht hebben;
  • Macht heeft twee kanten:
  • 1. een actor met macht heeft de mogelijkheid om hulpbronnen in te zetten om zijn doel te bereiken;
  • 2. iemand met macht kan een andere actor beperken in zijn mogelijkheden of hem juist meer mogelijkheden geven. 
  • Gelijkwaardige of asymmetrische relatie? 

Slide 5 - Tekstslide

Welke kanten van macht passen bij de voorbeelden?

Slide 6 - Tekstslide

Welke hulp- of machtsbronnen kun je bedenken?

Slide 7 - Open vraag

Verschillende soorten hulp- of machtsbronnen:
  • Affectieve machtsbronnen: invloed op basis van gevoel of emoties;
  • Cognitieve machtsbronnen: invloed op basis van kennis;
  • Economische machtsbronnen: invloed op basis van geld of bezit van schaarse goederen;
  • Politieke machtsbronnen: invloed van de overheid of politieke machtsdragers. 

Slide 8 - Tekstslide

Formele/informele macht

Slide 9 - Tekstslide

Welk beeld past bij welk soort machtsbron? Gaat het om formele of informele macht?

Slide 10 - Tekstslide

Politieke institutie
  • De instelling van een heemraadschap moest er voor zorgen dat de boeren bijdroegen aan het bouwen en onderhouden van de dijken;
  • Regel/norm over hoe mensen zich gedragen in een samenleving  = institutie
  • Norm die te maken heeft met het uitoefenen van macht = politieke institutie 

Slide 11 - Tekstslide

Voorbeelden van politieke instituties...

Slide 12 - Woordweb

Voorbeelden van politieke instituties:
  • Parlementaire democratie;
  • Rechtsstaat;
  • Trias politica
  • Overheid
  •  Om een politieke institutie uit te voeren zijn er instellingen of organisaties nodig;
  • Tip: Naar een instelling/organisatie kun je een mail sturen en naar een politieke institutie niet.

Slide 13 - Tekstslide

Voor nu:
  • Maak opdracht 3 op p. 106 van je opdrachtenboek. 

Slide 14 - Tekstslide