Burgerschap - Economische dimensie - les 3/4

welkom terug!
Burgerschap
Periode 3 – les 3 en 4
Migalda Babel

1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

welkom terug!
Burgerschap
Periode 3 – les 3 en 4
Migalda Babel

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
Doelen 
Lesstof bespreken 
Time to work! 
Huiswerk + volgende week 

Slide 2 - Tekstslide

Doelen les 3 
Welke rechten werknemers hebben;  
Wat de Arbowet is en waarvoor de Arbowet dient;  
Op welke manieren werknemers inspraak kunnen hebben in hun bedrijf;  
Wat vakbonden zijn.  
Wat een verzorgingsstaat is;  
Wat sociale zekerheid in Nederland inhoudt;  
Welke ontwikkelingen de Nederlandse verzorgingsstaat doormaakt.  

Slide 3 - Tekstslide

Thema 2. Werk & de samenleving
Hoofdstuk 2. Rechten van werknemers

Slide 4 - Tekstslide

Welke rechten heb je als werknemer?

Slide 5 - Open vraag

Waar staan de rechten van een werknemers vastgesteld?

Slide 6 - Open vraag

0

Slide 7 - Video

Arbowet
Een wet waarin regels staan over gezond en veilig werken - Werkgevers én werknemers moeten zich aan de Arbowet houden.

Slide 8 - Tekstslide

Wat zou een voorbeeld kunnen zijn van een arbowet in het onderwijs?

Slide 9 - Open vraag

Ziekteverzuim
Als een werknemer niet kan werken door lichamelijke of geestelijke problemen.

Slide 10 - Tekstslide

Welke gevolgen kan ziekteverzuim hebben voor de werkgever?

Slide 11 - Woordweb

Welk gevolgen kan ziekteverzuim hebben voor de werknemer?

Slide 12 - Woordweb

Medezeggenschap
Het recht op inspraak van medewerkers 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Vakbond
Een organisatie die de belangen van de werknemers behartigt 
Taken: onderhandelen over de CAO, druk uitoefenen op de politiek
Werkwijze: onderhandelen - demonstreren - staken

Slide 15 - Tekstslide

Thema 2. Werk & de samenleving
Hoofdstuk 3. Verzorgingsstaat

Slide 16 - Tekstslide

Nederlands is een verzorgingsstaat - wat betekent dat precies?

Slide 17 - Open vraag

Hebben jullie het gevoel dat Nederland een verzorgingsstaat is?
Ja
Nee

Slide 18 - Poll

De verzorgingsstaat
De verzorgingsstaat wordt met de volgende middelen bekostigd: 
inkomstenbelasting, BTW en accijns 

Slide 19 - Tekstslide

Verbind de termen met de juiste betekenis
de belasting die je betaalt over het geld dat je verdient.

de belasting die je betaalt over de producten en diensten die je koopt.

een extra belasting op producten die schadelijk kunnen zijn voor de gezondheid of voor het milieu.

Inkomstenbelasting 
BTW
Accijns

Slide 20 - Sleepvraag

Sociale zekerheid 
De voorzieningen die de overheid biedt zodat iedereen voldoende geld heeft om van te leven. Het geld dat iemand krijgt vanuit de sociale zekerheid, noem je een uitkering.

Slide 21 - Tekstslide

Sociale voorzieningen 

Een uitkering die is bedoeld voor mensen met weinig geld. 

Bijvoorbeeld: bijstandsuitkering


Sociale verzekeringen 

Verzekeringen waardoor je geld krijgt als je tijdelijk of voor langere tijd geen inkomen hebt. 

Bijvoorbeeld: AOW

Slide 22 - Tekstslide

Volksverzekeringen 
Sociale verzekeringen die verplicht zijn voor iedereen in Nederland en iedereen betaalt hier aan mee.
Loondienst: je werkgever houdt de premie in op je loon 
Ondernemer: betaalt de premie via de inkomstenbelasting 
Bijvoorbeeld: AOW

Slide 23 - Tekstslide

Werknemersverzekeringen 
Sociale verzekeringen die verplicht zijn voor alle mensen die in loondienst werken.
Je staat verplicht een deel van je salaris af om dit te betalen
Bijvoorbeeld: WW, ZW 

Slide 24 - Tekstslide

Lesstof - H2+3
Theorieboek: Thema 2. Werk en de samenleving – Hoofdstuk 2 + 3  blz. 177  t/m 189 
Werkboek: Blz. 217 t/m 231 (alleen de verwerkingsopdrachten) 

 

Slide 25 - Tekstslide

Doelen
Wat Budgetteren is; 
Wat een verzekering is; 
Waar je op kunt letten als je wilt sparen;  
Wat de risico’s van lenen zijn.  
Wat consumeren is en wat levensbehoeften daarmee te maken hebben;  
Welke reclametrucs bedrijven gebruiken; 
Wat kritisch consumeren inhoudt. 

Slide 26 - Tekstslide

Thema 3. Kritisch consumeren
Hoofdstuk 1. Omgaan met geld

Slide 27 - Tekstslide

Verzekering 
Een overeenkomst met een verzekeraar, waarbij jij een vast bedrag betaalt en de verzekeraar bepaalde kosten dekt.
Premie: het vaste bedrag dat je betaalt voor een verzekering.

Slide 28 - Tekstslide

Welke verzekering is in Nederland verplicht?
A
Inboedelverzekering
B
Aansprakelijkheidsverzekering
C
Reisverzekering
D
Zorgverzekering

Slide 29 - Quizvraag

Zorgverzekering
Een verplichte verzekering die medische kosten dekt.
Basispakket: verplicht. Dekt bijvoorbeeld de kosten voor huisarts, ziekenhuis, apotheek.
Aanvullende verzekering: niet verplicht. Dekt bijvoorbeeld de kosten voor tandarts, orthodontie, anticonceptie.


Slide 30 - Tekstslide

Waar ben jij voor aan het sparen?

Slide 31 - Woordweb

Slide 32 - Tekstslide

Wat wordt er bedoel met 'Geld lezen kost geld'?

Slide 33 - Open vraag

Wat zijn risico’s van geld lenen en schulden hebben?

Slide 34 - Open vraag

1

Slide 35 - Video

00:47
Welke tip uit het filmpje vind jij het meest nuttig?

Slide 36 - Open vraag

BKR
Als je een lening afsluit, wordt
dit geregistreerd bij Bureau
Krediet Registratie (BKR).

Slide 37 - Tekstslide

Wanneer kan een BKR-registratie ongunstig zijn?

Slide 38 - Open vraag

Thema 3. Kritisch consumeren
Hoofdstuk 2. Consumeren 

Slide 39 - Tekstslide

Consumeren & levensbehoeften
Consumeren: een product of dienst kopen om in je behoeften te voorzien.
Kritisch consumeren: je stelt jezelf kritische vragen voor je een product of dienst koopt.
Levensbehoefte: iets waarvan je vindt dat je het nodig hebt.
primaire levensbehoeften & secundaire levensbehoeften


Slide 40 - Tekstslide

Wat zijn primaire levensbehoeften?

Slide 41 - Woordweb

Wat zijn secundaire levensbehoeften?

Slide 42 - Woordweb

Reclame
Nederlandse Reclame Code
Regels waar reclamemakers zich aan moeten houden.

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Link

Waarom wil de Alliantie Stop Kindermarketing reclame in vlogs verbieden?

Slide 45 - Open vraag

Lesstof
Theorieboek: Thema 3. Kritisch consumeren – Hoofdstuk 1 + 2 Blz. 192 t/m 201 

Werkboek: Blz. 232 t/m 243 (alleen de verwerkingsopdrachten) 

Slide 46 - Tekstslide

Huiswerk 
Les 3: 
Werkboek: Blz. 217 t/m 231 (alleen de verwerkingsopdrachten) 
Les 4: 
Werkboek: Blz. 232 t/m 243 (alleen de verwerkingsopdrachten) 

Volgende week

Les 4 of thema 3 hoofdstuk 3 

Slide 47 - Tekstslide