Voorraadbeheer les 1 2023

Voorraadbeheer
Dienstverlenende werkzaamheden
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Voorraadbeheer
Dienstverlenende werkzaamheden

Slide 1 - Tekstslide

Doelen
Na deze les kan je uitleggen wat er wordt bedoeld met:
  • Veel en weinig voorraad
  • Voorraadadministratie
  • Inventariseren 
  • Bestellen 

Slide 2 - Tekstslide

Wat ga je doen?
Voorkennis ophalen over het onderwerp
Korte instructie over de onderwerpen
Zelfstandig of in tweetallen werken aan de opdrachten 
Praktijk: Oefenen met schoonmaak (wringen en tafel afnemen)
Tot slot een quiz om te kijken wat je hebt geleerd vandaag

Slide 3 - Tekstslide

Opdracht (3 minuten)
Wat weet jij al over voorraadbeheer, bestellen en inventariseren van goederen? Heb je er al mee te maken gehad? Vul het woordweb samen in.


Slide 4 - Tekstslide

Voordelen en nadelen van veel of weinig voorraad
Bedenk in kleine groepjes wat de voordelen maar ook nadelen kunnen zijn van veel of weinig voorraad hebben. 
Noteer dit op het vel.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

INVENTARISEREN
= tellen van de voorraad

WAAROM BELANGRIJK?
Stel systeem WMS (Warehouse Management System) telt 20 pakken luiers (administratieve 
voorraad), maar er liggen maar 5 pakken met luiers in de kast (= werkelijke voorraad), dan klopt er iets niet.


Slide 8 - Tekstslide

Bestellen

HEt is belangrijk om een miminum voorraad te hebben. 
= de voorraad die je nodig hebt om de tijd van levering te overbruggen

Slide 9 - Tekstslide

Lezen en opdrachten maken
Roze boek: dienstverlenende werkzaamheden
Theorie:
• 18.1 Inleiding
• 18.2 Veel/weinig voorraad
• 18.3 Voorraadadministratie
• 18.4 Inventariseren
• 18.5 Bestellen
Thieme Meulenhoff: dienstverlenende werkzaamheden hoofdstuk 7 voorraad alle opdrachten

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

MEVROUW PIETERS WIL VANAVOND SPRUITEN ETEN, MAAR DE LIDL HEEFT GEEN SPRUITEN MEER. ZE KOOPT ZE BIJ DE AH.
WAT IS HIER AAN DE HAND?
A
TEVEEL VOORRAAD
B
TE WEINIG VOORRAAD

Slide 12 - Quizvraag

Hoe noemen we artikelen zoals koffie, luiers, medicijnen die op voorraad liggen?
A
Producten
B
Spullen
C
Goederen
D
Dozen

Slide 13 - Quizvraag

Hoe noemen we het tellen van de voorraad ook wel?
A
Uitrekenen
B
Inventariseren
C
Verzamelen

Slide 14 - Quizvraag

Welke antwoord is fout? Hoe kan je beter niet inventariseren?
A
Georganiseerd, bijv van boven naar onderen
B
Georganiseerd, bijv van links naar rechts
C
Georganiseerd, met tellijst
D
Kris kras door het magazijn

Slide 15 - Quizvraag

Op welke datum was de
minimumvoorraad
bereikt
bij dit bedrijf?
A
5 januari
B
1 februari
C
15 maart
D
1 maart

Slide 16 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen een bestelbon en een orderbevestiging
A
Een bestelbon vul je zelf in
B
Een bestelbon wordt door de leverancier ingevuld
C
Een orderbevestiging stuur je zelf naar de leverancier
D
Op een bestelbon staan de goederen die je gaat ontvangen

Slide 17 - Quizvraag

Werkelijke voorraad
Administratieve voorraad

Slide 18 - Sleepvraag

Wat is een WMS?
A
online voorraadsysteem
B
een warenhuisverkoper
C
de supermarkt voorraad
D
een magazijnmedewerker

Slide 19 - Quizvraag

Volgende week 
Ontvangen en controleren van goederen
Etiketten 
Opslaan van goederen

Slide 20 - Tekstslide