Week 25 (11-2023) klas 2 schrijven + woordenboekles

Guten Tag
Wie geht es euch?
1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 49 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Guten Tag
Wie geht es euch?

Slide 1 - Tekstslide


  • jas uit
  • oortjes uit
  • mobiel in de wandtas
  • boek/schrift/pen op tafel
Als je aan je tafel zit, ga je in stilte de woorden op pagina 152/153 leren! (5 Minuten)
 

Slide 2 - Tekstslide

Was machen wir heute?



- Logo Erklärt
- Wörterbuch 
   benutzen

Slide 3 - Tekstslide

Wir fangen an mit Logo.de!



Folgen von Öl im Meer

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Link

Lernziele dieser Stunde:
Am Ende dieser Stunde ...
...kann ich ein Wörterbuch korrekt benutzen.
... weiß ich wie ich bestimmte Wortarten in einem Wörterbuch finden kann.

Slide 6 - Tekstslide

Hoe gebruik ik het woordenboek goed en effectief?


Opzoeken 
in het woordenboek

Slide 7 - Tekstslide

Moet je alles opzoeken?
Je hoeft niet altijd direct een woord op te zoeken:
Soms kun je het woord 'herkennen', bijvoorbeeld aan: de klank of omdat het op een Nederlands woord lijkt.

Soms kun je de betekenis van een woord uit de context halen: 

Zwei Jungen aus Berlin konnten ihr Haus nicht mehr finden, sie hatten sich verirrt.



Slide 8 - Tekstslide

Wie functioniert das Wörterbuch?
  • Werkwoordsvormen
  • Meervoudsvormen
  • Samengestelde woorden 
  • Meerdere betekenissen



Slide 9 - Tekstslide

Das Wörterbuch: werkwoorden
Het woordenboek laat nooit vervoegingen van werkwoorden zien!
 
Hoe vind je dan de juiste vertaling en vorm van een werkwoord?
  • Je zoekt het hele werkwoord op in het woordenboek en past dan de werkwoordregels toe. (esttenten-regel en voltooid deelwoordregels)
  • Voorbeeld 'hij loopt': In het woordenboek vind je het hele werkwoord 'lopen' (= 'laufen').

Slide 10 - Tekstslide

Das Wörterbuch: zelfstandige naamwoorden
In het woordenboek staan géén meervoudsvormen. Je zoekt dus altijd naar een woord in het enkelvoud! 

de meervoudsvorm staat tussen haakjes achter het enkelvoud:
bv: 
Mann zn m (-es / Männer)
Frau zn v (- / -en



Slide 11 - Tekstslide

Das Wörterbuch: zelfstandige naamwoorden
Het woordenboek kan op verschillende manieren laten zien of een woord een der, die, of das-woord is.

Achter het woord staat m, v, of o  (mannelijk, vrouwelijk, onzijdig).

bv. Mann zn m
      Kind zn o




Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Das Wörterbuch: samengestelde woorden
De meesten samengestelde woorden staan niet in het woordenboek.
 
Hoe vind je dan de juiste vertaling van een woord?
  • Het is belangrijk dat je de woorden waaruit het woord is opgebouwd uit elkaar kunt halen. Je zoekt dan de betekenissen van de losse woorden op en je vindt de betekenis van het samengestelde woord.
  • Haustür -> Haus + Tür = huisdeur of voordeur
  • Hundenrasse -> Hund + Rasse = hondenras (soort hond)

Slide 14 - Tekstslide

Das Wörterbuch: meerdere betekenissen 

Sommige woorden hebben meerdere betekenissen: 

gebruik niet de eerste betekenis die in het woordenboek staat, maar kijk of het past in de zin/context!

Slide 15 - Tekstslide

Zusammengefasst...
In het woordenboek vind je:
  1. alleen hele werkwoorden, geen vormen van een werkwoord
  2. alleen enkelvoud van zelfstandig naamwoorden, geen meervoud
  3. alleen losse woorden, (bijna) geen samengestelde woorden

Slide 16 - Tekstslide

An die Arbeit!
An die Arbeit:
Was?    üben mit einem Wörterbuch; ihr macht eine                          der Übungen auf dem Zettel. Das sind auch 
              die  Hausaufgaben!
Wie?     Ihr dürft alleine oder zusammen arbeiten
Hilfe?    Ein Wörterbuch
Zeit       20 Minuten
Fertig? Macht Aufgabe 9 auf Seite 142 in eurem Buch

wir kontrolieren die Aufgaben nächtes mal!




 

Slide 17 - Tekstslide

Heb ik de leerdoelen behaald?
  • ...kann ich ein Wörterbuch korrekt benutzen? 
  • ... weiß ich wie ich bestimmte Wortarten in einem Wörterbuch  finden kann? 

Slide 18 - Tekstslide

Huiswerk
HAUSAUFGABEN:

de woordenboekopdracht 
afmaken 

und :

lernen: die Wörterliste auf Seite 152



Slide 19 - Tekstslide

Abschluss
Niet inpakken - luisteren - ik sluit de les af
  • na mijn startsignaal: inpakken
  • zitten blijven tot de bel gaat- stil

  • dan: klaar :)

Slide 20 - Tekstslide

Tschüss!
Bis zum nächsten Mal!

Slide 21 - Tekstslide

Guten Tag
Wie geht es euch?

Slide 22 - Tekstslide


  • jas uit
  • oortjes uit
  • mobiel in de wandtas
  • boek/schrift/pen op tafel
Als je aan je tafel zit, ga je in stilte de woorden op pagina 152/153  leren!
 

Slide 23 - Tekstslide

Was machen wir heute?



  • Schreiben

Slide 24 - Tekstslide

Lernziele dieser Stunde:
  • Je weet hoe je in het Duits een mail/brief moet opstellen;
  • Je hebt geoefend met schrijven

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

An die Arbeit!
Aan het werk:

Was?   een mail schrijven
Wie?     in tweetallen
Hilfe?    ein Wörterbuch
Zeit       25 Minuten
Fertig? lever de opdracht in bij mevr. De Haan
               




 

Slide 38 - Tekstslide

An die Arbeit!
waar schrijf je over?

* noteer plaats en datum; 
* schrijf de aanhef; (Lieber Herr, ) (je schrijft aan een U (Sie)
* Vertel wie je bent, hoe oud je bent en waar je woont. 
* Vertel waar je op school zit en in welke klas. 
* Vertel welke opleiding/welk beroep je wilt gaan uitoefenen als je klaar bent
* Vraag of je stage mag lopen (ob ich Praktikum machen darf) en vertel 
    waarom je dat wilt;
* Vertel van wanneer tot wanneer je stage wilt lopen;
* sluit af met een zin waarin je aangeeft dat je hoopt dat je snel iet hoort;
* eindig met een groet en je naam
               




 

Slide 39 - Tekstslide

Huiswerk
HAUSAUFGABEN:

de mail afmaken 
en :

lernen:
die Wörterliste aus Seite 152



Slide 40 - Tekstslide

Heb ik de leerdoelen behaald?
  • Je weet hoe je in het Duits een mail/brief moet opstellen;
  • Je hebt geoefend met schrijven

Slide 41 - Tekstslide

Abschluss
Niet inpakken - luisteren - ik sluit de les af
  • na mijn startsignaal: inpakken
  • zitten blijven tot de bel gaat- stil

  • dan: klaar :)

Slide 42 - Tekstslide

Tschüss!
Bis zum nächsten Mal!

Slide 43 - Tekstslide

Guten Tag
Wie geht es euch?

Slide 44 - Tekstslide


  • jas uit
  • oortjes uit
  • mobiel in de wandtas
  • boek/schrift/pen op tafel
Als je aan je tafel zit, ga je in stilte de woorden op pagina 152 leren!
 

Slide 45 - Tekstslide

Wir fangen an mit Logo Erklärt!



Was die katholische Kirche ändern will

Slide 46 - Tekstslide

Slide 47 - Link

Was machen wir heute?


  • Wir kontrolieren die Briefe
  • Wir werden lesen und eine Zusammenfassung machen

Slide 48 - Tekstslide

Tschüss!
Bis zum nächsten Mal!

Slide 49 - Tekstslide