T3 §3.7 pvnw bvnw zww en hww

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Grammatica 3.7 

Hulpwerkwoord en zelfstandig werkwoord 

Vorige les 

• Woordsoorten herhalen (lw,zn,bn,vz,ww)
• Persoonlijk voornaamwoord en bezittelijk voornaamwoord

Wat is een persoonlijk voornaamwoord?

1. Mijn, jouw, haar, uw, ons, jullie etc.
2. Ik, jij, hij, zij, wij, jullie etc.
3. Wijst iets aan: deze, die, dit en dat
4. Plakt twee zinnen aan elkaar

Zij kamt haar haar voor de spiegel.

Het persoonlijk voornaamwoord is... /
De persoonlijke voornaamwoorden zijn...

1. Zij
2. Zij, haar
3. Zij, haar, haar
4. haar

Wat zijn bezittelijke voornaamwoorden?

1. haar, zijn
2. zij, hij
3. mijn, jouw
4. jullie, onze

Een bezittelijk voornaamwoord ...

1. zegt iets over een werkwoord
2. geeft aan wie iets doet
3. geeft aan hoe iemand zich voelt
4. geeft aan van wie iets is

Vandaag 

• Uitleg hulpwerkwoord en zelfstandig werkwoord 
• Opdrachten maken
• Blooket -> woordsoorten

Zelfstandig werkwoord

• Het allerbelangrijkste werkwoord in een zin.
• Het zelfstandig werkwoord geeft een handeling of gebeurtenis aan. Je doet iets/het heeft concrete betekenis. (slapen, eten, sporten) 
• Heeft een zin maar één werkwoord en drukt dit een handeling uit of gebeurt er iets? Dan is het een zelfstandig werkwoord.

Voorbeeld:

Ik koop een gebakje.

Je kunt naar school lopen. 

Hulpwerkwoord

• Bij meerdere werkwoorden in een zin, staat het zelfstandig werkwoord achteraan. 
• De overige werkwoorden zijn hulpwerkwoorden. Ze 'helpen' het zelfstandig werkwoord.
• Het hulpwerkwoord geeft geen handeling of gebeurtenis aan 

Voorbeeld:

Ik ga vanavond een kapsalon eten.

Welk woord is hier een zelfstandig werkwoord?

Ik kom je vanavond ophalen.

1. Ik
2. Kom
3. Vanavond
4. Ophalen

Benoem alle werkwoorden:

Dit weekend heb ik nieuwe boeken gekocht.

zelfstandig werkwoord of hulpwerkwoord?

Ik word geslagen
word =

1. zelfstandig werkwoord
2. hulpwerkwoord

Zelfstandig werkwoord of hulpwerkwoord?

De politie heeft drugslabs ontmanteld.
heeft = ...

1. zelfstandig werkwoord
2. hulpwerkwoord

zelfstandig werkwoord of hulpwerkwoord?

Ik heb gegeten
heb = .....

1. zelfstandig werkwoord
2. hulpwerkwoord

Zelfstandig werkwoord of hulpwerkwoord?

Ik word bekeken
bekeken = .....

1. zelfstandig werkwoord
2. hulpwerkwoord

zelfstandig werkwoord of hulpwerkwoord?

Ik heb gefietst
gefietst = .....

1. zelfstandig werkwoord
2. hulpwerkwoord

Ik weet wat een zelfstandig werkwoord is

Ja

Nee

Ik weet wat een hulpwerkwoord is

Ja

Nee

MAKEN 

3.7 grammatica opdracht 9 (blz. 71)