Lezen H2 onderwerp en alinea's

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Vandaag...

• huiswerk nakijken opdracht 1, 2 en 3
• verder werken aan nieuwsbegrip 
  
• Herhaling theorie lezen H2
• lezen in je leesboek

En iedereen zit natuurlijk gewoon op zijn/haar plek, met de telefoon in zijn/haar tas

spullen:

1. boek blz.44

2. schrift

3. pen

4. leesboek

5. hou je opgeladen lap top in je tas  (tot gebruik!)

Leesstrategieën

- Zoekend lezen

- Oriënterend lezen

- Globaal lezen

- Grondig en intensief lezen

- Studerend lezan

- Kritisch lezen

Orienterend lezen

Bij  orienterend lezen, lees je:

1. de titel

2. de eerste zinnen

3. de tussenkopjes

4. de laatste zinnen

5. anders gedrukte woorden (dikgedrukt of schuin)

6. illustraties

7. de bronvermelding

Globaal lezen

Je leest de eerste en de laatste regels van elke alinea

(kernzinnen)

Pak opdracht 1,  2 en 3 op blz. 45 en lees de theorie op blz.45 H. 2

wij kijken na!!!! 

1F Ik kan alinea’s herkennen.

1F Ik kan erachter komen waar een alinea over gaat.

wij gaan nakijken 

1F Ik kan alinea’s herkennen.

1F Ik kan erachter komen waar een alinea over gaat.

1F Ik kan globaal lezen.

jullie beginnen met nieuwbegrip

kgt maakt nu nieuwsbegrip en lees in leesboek

Basis let op!!!!

Opdracht 1

1 A geld ophalen voor Haïti

2 Unicef

3 drie

4 Het eerste stukje is vetgedrukt en tussen het tweede en derde stukje is een regel overgeslagen/staat een tussenkopje.

5 Het jongetje heeft meer dan 114.000 euro opgehaald voor de slachtoffers van de aardbeving in Haïti.

6 Hij vroeg mensen via een website JustGiving om zijn fietstocht te sponsoren.

Opdracht 2

1 niet waar

2 waar

3 niet waar

4 waar

5 niet waar

6 Ze hebben een krant met eigen nieuws gemaakt.

7 in de eerste zin

8 Zijn broer was gevallen en hield daaraan een bloedende knie en een kapotte broek over.

Opdracht 3

1 1-1-2 (alarmnummer/1-1-2 bellen)

2 De eerste regel van een nieuwe alinea springt een beetje in.

3 C van een website

4 3 januari 2010

5 A Uitleggen waarvoor 1-1-2 bedoeld is.

6 Het was al strafbaar om voor de grap naar 1-1-2 te bellen, maar voortaan zullen kinderen die het doen vaker gestraft worden.

7 Zij bellen het vaakst voor de lol naar 1-1-2.

8 vanaf nu

9 Eigen antwoord.

Kader pak opdracht 2 en 3 op blz. 45 en lees de theorie op blz.45 H. 2

Basis maak nieuwsbegrip en lees verder in zijn of haar leesboek.

1F Ik kan alinea’s herkennen.

1F Ik kan erachter komen waar een alinea over gaat.

1F Ik kan globaal lezen.

Wij  gaan nakijken

1F Ik kan alinea’s herkennen.

1F Ik kan erachter komen waar een alinea over gaat.

jullie beginnen met nieuwsbegrip

klaar? lezen in je boek

Opdracht 1

1 Wellant dakloos na storm

2 een gebouw waarnaast resten van het dak liggen

3 drie stukjes

4 C zware stormschade

5 Het dak is van de school gewaaid.

6 Twee van de volgende antwoorden zijn goed:

– het dak is kapot

– de fietsenstalling is kapot

– de aula staat vol met water

7 De leerlingen mogen de rest van de week thuisblijven.

Opdracht 1

1 Wellant dakloos na storm

2 een gebouw waarnaast resten van het dak liggen

3 drie stukjes

4 C zware stormschade

5 Het dak is van de school gewaaid.

6 Twee van de volgende antwoorden zijn goed:

– het dak is kapot

– de fietsenstalling is kapot

– de aula staat vol met water

7 De leerlingen mogen de rest van de week thuisblijven.

Opdracht 2

1 vier alinea's

2 bij alinea 2 en 3

3 alinea's 3 en 4

4 elektrische schok overleven

5 in alinea 2

6 in alinea 3

7 boven alinea 4

8 Volgens zijn moeder is Martin een echte brokkenpiloot.

Opdracht 3

1 extreme boete voor foto

2 C nieuwsbericht

3 boven alinea 2

4 boven alinea 4

5 a een rechtszaak aanspannen (al. 2) – 3 iemand voor de rechter laten verschijnen

b voor zijn fout opdraaien (al. 2) – 1 straffen

c deskundige (al. 3) – 4 iemand die ergens verstand van heeft

d auteursrecht (al. 3) – 2 het recht van iemand om zijn werk te beschermen

e onredelijk (al. 4) – 6 niet eerlijk

f in verhouding staan tot (al. 4) – 5 te vergelijken zijn met

6 Bram had de fotograaf niet om toestemming gevraagd om de foto te gebruiken.

7 De ICT-deskundige vindt het bedrag veel te hoog voor wat Bram gedaan heeft.

8 Bram vindt het niet leuk als hij door de foto op zijn site een boete krijgt.

Wat is een alinea?

1. Een alinea is een stukje tekst.
2. Een alinea is een titel.
3. Een alinea is een tussenkopje.
4. Een alinea is een illustratie.

Hoe herken je een alinea?
drie kenmerken

1. Een nieuwe alinea begint altijd op een nieuwe regel.
2. Soms springt de eerste regel van de nieuwe alinea iets in.
3. Soms wordt er tussen twee alinea's een regel overgeslagen
4. Een alinea is altijd vetgedrukt.

Wat is een tussenkopje?

1. Een alinea
2. Een titel van een alinea
3. De titel
4. De bron

Ik weet welke tekstsoorten er zijn.

1. Ja
2. Nee

Tekstsoorten

Doel van een reclametekst

1. Informeren
2. Je iets laten doen
3. Mening geven
4. Je iets leren

Tekstsoorten

Doel van een krantenbericht

1. Informeren
2. Je iets laten doen
3. Mening geven
4. Amuseren

aan het werk....

blz. 48 en 49 opdracht 4

dit maak je weer af voor donderdag

ben je klaar? dan ga je lezen