Samenvatting

Partnerkeuze, Seksualiteit & Voortplanting
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Partnerkeuze, Seksualiteit & Voortplanting

Slide 1 - Tekstslide

Proefwerk
  • 12 april => proefwerk blok 7
  • 50-min

  • Paragraaf

Slide 2 - Tekstslide

Primaire en
secundaire geslachtskenmerken




  • Primair = het is er al bij de geboorte, zoals?

  • Secundair = het ontstaat in de puberteit, zoals?

Slide 3 - Tekstslide

Primaire en secundaire geslachtskenmerken

Slide 4 - Tekstslide

Primaire en secundaire geslachtskenmerken

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

De man
zaadblaasje
voegt vocht toe aan zaadcellen waardoor deze beweeglijk worden
Prostaat
voegt vocht toe aan zaadcellen waardoor deze beweeglijk worden
zaadleider
vervoert zaadcellen 
bijbal
opslag van zaadcellen
zaadbal
Ook wel lteelbal of testes
Hier worden zaadcellen geproduceerd
eikel
Meest gevoelige deel van de penis
zwellichaam
Hier wordt bloed in gepompt waardoor de penis in erectie komt
urinebuis
Vervoeren van sperma (zaadcellen + zaadvocht)
De urinebuis vervoert ook urine

Slide 7 - Tekstslide

Het voortplantingsstelsel van de vrouw

Slide 8 - Tekstslide

Voortplantingsstelsel van de vrouw. De meeste voortplantingsorganen liggen in de onderbuik
Voortplantingsstelsel van de vrouw.
De meeste voortplantingsorganen liggen in de onderbuik. 

Slide 9 - Tekstslide

In welk deel vindt de bevruchting plaats
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 10 - Quizvraag

Welk deel van het vrouwelijk voortplantingsstelsel kan prikkels opvangen die leiden tot een orgasme?
A
Grote schaamlippen
B
Vagina
C
Baarmoeder
D
Clitoris

Slide 11 - Quizvraag

Baarmoeder
Eicel
Vagina
Eileider
Eierstok
Baarmoederwand

Slide 12 - Sleepvraag

ovulatie/eisprong

Slide 13 - Tekstslide


De tekeningen in afbeelding hiernaast geven een deel van een eierstok weer op verschillende tijdstippen.
Welke tekening geeft de ovulatie weer?
A
1
B
3
C
2
D
4

Slide 14 - Quizvraag

bevruchting
Bevruchting

Slide 15 - Tekstslide

Bij de mens is een eicel groter dan een zaadcel.
Waarmee hangt dit samen?

A
De eicel kan zelf niet bewegen.
B
De eicel bevat meer reservevoedsel dan de zaadcel.
C
De eicel heeft extra ruimte om de zaadcel op te nemen.
D
De eicel bevat een dubbele kern.

Slide 16 - Quizvraag

Bevruchting en innesteling
Bevruchting: in eileider

Innesteling:

Slide 17 - Tekstslide

bevruchting
Bevruchting en innesteling
Je kunt het verhaal vanaf de eisprong t/m de innesteling vertellen

Slide 18 - Tekstslide

Hormonen

Slide 19 - Tekstslide

Hormonen - bouw en functie
Hormonen zijn:
-Eiwitten
-Regelstofjes
-Zorgen voor ontwikkeling
-Werken alleen op doelwitcellen ->
-Sleutel/slot

Slide 20 - Tekstslide

Van hypofyse naar puberteit
Hypofyse: Hormoonklier
Hypofyse wordt actief
Meisjes: 11
Jongens: 13

Maakt puberteitshormonen (FSH/LH)

Slide 21 - Tekstslide

Hormonen zorgen voor al die veranderingen in de puberteit. Belangrijke hormoonklieren die met de puberteit te maken hebben zijn de hypofyse, de teelballen en de eierstokken.
Primaire geslachtskenmerken 
vrouw 

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Hormonen van de man
  • LH => stimuleert in de teelballen de aanmaak van testosteron.
  • FSH => stimuleer de rijping van zaadcellen.
  • Testosteron => secundaire geslachtskenmerken

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Hormonen van de vrouw
  • FSH => zet aan tot eicel-rijping
  • LH => zorgt voor de eisprong (ovulatie)
  • Oestrogeen => laat de groei van de baarmoederslijmvliezen opstarten.
  • Progesteron => houdt daarna groei van baarmoederslijmvliezen in stand.

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide





Menstruatiecyclus

Slide 29 - Tekstslide

Menstruatiecyclus

Slide 30 - Tekstslide


Wat gebeurt er tijdens dag
1 t/m 5
A
Ovulatie
B
Innesteling
C
Menstruatie
D
Bevalling

Slide 31 - Quizvraag


In afbeelding hiernaast zie je een grafiek met de groei van het slijmvlies van de baarmoederwand van een vrouw.

Op welke dagen is deze vrouw vruchtbaar
A
dag 4-7
B
dag 7-11
C
dag 12-16
D
dag 17-21

Slide 32 - Quizvraag

Waarvoor dient de opbouw van het baarmoederslijmvlies?
A
Om bevruchting mogelijk te maken
B
Om innesteling mogelijk te maken
C
Om menstruatie mogelijk te maken

Slide 33 - Quizvraag

Hormonen en menstruatie
  • Op dag 14 piekt de hoeveelheid FSH en LH => eisprong.


  • De eierstok wordt gestimuleerd tot hormoonproductie (oestrogeen). Dit zet aan tot de groei van nieuw baarmoederslijmvlies.


  • Progesteron stijgt => opbouw baarmoederslijmvlies wordt voortgezet.

Slide 34 - Tekstslide

Voorbehoedsmiddelen

Slide 35 - Tekstslide

Betrouwbaar
Onbetrouwbaar
Condoom
Periodieke onthouding
Coïtus Interruptus
Pessarium
Pil
Nuvaring
Spiraaltje

Slide 36 - Sleepvraag

Betrouwbare voorbehoedsmiddelen

Slide 37 - Tekstslide


Morning-afterpil
A
Pil die grote hoeveelheden hormonen bevat.
B
Deze kan tot drie dagen na de geslachtsgemeenschap worden ingenomen
C
om een zwangerschap af te breken
D
A, B en C zijn goed

Slide 38 - Quizvraag

Slide 39 - Video