1HV Lezen H4: Tekstverbanden en signaalwoorden (2)

Welkom!
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom!

Slide 1 - Tekstslide

Deze les...
- Opening
- Stil lezen
- Doelen
- Herhaling theorie + oefening
- Zelfstandig lezen en maken opdr. 2, blz. 104-105
- Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Stil lezen
Pak je boek
en kruip 
in het verhaal.
timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

Doelen
- Ik kan tekstverbanden herkennen aan de hand van 
   signaalwoorden.
- Ik kan chronologische, opsommende, tegenstellende en 
   toelichtende verbanden in een tekst herkennen.
- Ik kan vragen over een tekst beantwoorden.

Slide 4 - Tekstslide

Tekstverbanden en signaalwoorden
De verbanden die je binnenkort moet (her)kennen:
1. chronologisch verband
2. opsommend verband
3. tegenstellend verband
4. toelichtend verband

Slide 5 - Tekstslide

Even testen

Slide 6 - Tekstslide

Welke signaalwoorden horen bij een chronologisch verband?
A
maar, echter, daarentegen
B
ten eerste, daarna, vervolgens
C
denk aan, neem nou, zoals
D
ook, bovendien, daarnaast

Slide 7 - Quizvraag

Welke signaalwoorden horen bij een opsommend verband?
A
maar, echter, daarentegen
B
ten eerste, daarna, vervolgens
C
denk aan, neem nou, zoals
D
ook, bovendien, daarnaast

Slide 8 - Quizvraag

Welke signaalwoorden horen bij een tegenstellend verband?
A
maar, echter, daarentegen
B
ten eerste, daarna, vervolgens
C
denk aan, neem nou, zoals
D
ook, bovendien, daarnaast

Slide 9 - Quizvraag

Welke signaalwoorden horen bij een toelichtend verband?
A
maar, echter, daarentegen
B
ten eerste, daarna, vervolgens
C
bijvoorbeeld, zo, als, zoals, denk aan
D
ook, bovendien, daarnaast

Slide 10 - Quizvraag

Chronologisch verband
- Beschrijft gebeurtenissen in de juiste tijdsvologorde.

- Signaalwoorden: vroeger, later, nu, eerst, daarna, 
  vervolgens, nadat, terwijl, straks, intussen, binnenkort, ...
  ook jaartallen en data

> Eerst gaan we pizza eten, daarna gaan we naar de bioscoop.

Slide 11 - Tekstslide

Chronologie (tijdsvolgorde)
  1. The Fast and the Furious (2001)
  2. 2 Fast 2 Furious (2003)
  3. Fast & Furious (2009)
  4. Fast Five (2011)
  5. Fast & Furious 6 (2013)
  6. The Fast and the Furious: Tokyo Drift (2006)
  7. Furious 7 (2015)
  8. The Fate of the Furious (2017)
  9. Fast & Furious Presents: Hobbs & Shaw (2019)
  10. F9 (2021)
  11. Fast and Furious 10 (2023)

Deze films (net als veel andere filmseries) moet je eigenlijk in een andere volgorde kijken dan op volgorde van uitgave. Zoals Star Wars of Marvel-films. 

Slide 12 - Tekstslide

Opsommend verband
- Noemt dingen achter elkaar op.

- Signaalwoorden: ten eerste, ten tweede, om te beginnen, 
  bovendien, ook, en, ten slotte, niet alleen... maar ook, ...
  ook liggende streepjes, getallen of 'dots'

> Sifra is gek op ballet. Ook houdt ze van paardrijden en turnen.

Slide 13 - Tekstslide

Tegenstellend verband
- Noemt dingen die tegenover elkaar staan.

- Signaalwoorden: maar, tegenover, daarentegen, toch, echter, hoewel,
  ofschoon, ondanks dat, aan de ene kant ... aan de andere kant, ...

> De weerman had regenachtig weer voorspeld, toch scheen de zon 
   de hele dag.

Slide 14 - Tekstslide

Toelichtend verband
- Geeft extra informatie bij een onderwerp, vaak in de vorm van een   
   voorbeeld.

- Signaalwoorden: bijvoorbeeld, zo, als, zoals, denk aan, neem nou, ...

> Jorn is goed in balsporten als hockey, tennis en voetbal.

Slide 15 - Tekstslide

En nu jij!

Slide 16 - Tekstslide

Bij welk tekstverband horen de signaalwoorden?

maar, toch, echter, daarentegen
A
chronologisch
B
opsommend
C
tegenstellend
D
toelichtend

Slide 17 - Quizvraag

Bij welk tekstverband horen de signaalwoorden?

bijvoorbeeld, zoals, denk aan, neem nou
A
chronologisch
B
opsommend
C
tegenstellend
D
toelichtend

Slide 18 - Quizvraag

Welk tekstverband herken je in de volgende zin?

Eerst eet Pieter een boterham, daarna drinkt hij een beker melk.
A
Chronologisch
B
Opsommend
C
Tegenstellend
D
Toelichtend

Slide 19 - Quizvraag

Welk tekstverband herken je in de volgende zin?

Thomas is goed in vreemde talen zoals Engels, Duits en Frans.
A
Chronologisch
B
Opsommend
C
Tegenstellend
D
Toelichtend

Slide 20 - Quizvraag

Welk tekstverband herken je in de volgende zin?

Livia had goed geleerd voor haar wiskundetoets, toch haalde ze een onvoldoende.
A
Chronologisch
B
Opsommend
C
Tegenstellend
D
Toelichtend

Slide 21 - Quizvraag

Bij welk tekstverband horen de signaalwoorden?

en, ook, bovendien, daarnaast
A
chronologisch
B
opsommend
C
tegenstellend
D
toelichtend

Slide 22 - Quizvraag

Ik kan tekstverbanden en signaalwoorden herkennen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Poll

Aan de slag!
Huiswerk voor woensdag 9 maart

Lezen H4 (opdrachten volgens leerroute

Klaar? Nieuwsbegrip

Slide 24 - Tekstslide