Emoties

H7: Emoties








Leerkracht: Janne Houben 
Vak: Gedragswetenschappen 2de graad
Academiejaar: 2024-2025
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesLager onderwijs

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H7: Emoties








Leerkracht: Janne Houben 
Vak: Gedragswetenschappen 2de graad
Academiejaar: 2024-2025

Slide 1 - Tekstslide

Lesinhoud
1. Definitie 'emotie' (herhaling)
2. Drie componenten van emoties
3. Samenwerking drie componenten


Slide 2 - Tekstslide

Welke emoties ken je?

Slide 3 - Woordweb

Definitie emotie
Een emotie is een kortdurende en intense reactie op een prikkel die we belangrijk vinden.
=> prikkel in heden en/of verleden

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Denk na over wat jou blij, boos, bang en verdrietig maakt.

Slide 6 - Open vraag

Drie componenten van emoties
1. Cognitieve component : gedachten en gevoelens
2. Fysiologische component : lichaam
3. Gedragscomponent : gedrag/expressie

Slide 7 - Tekstslide

Cognitieve component
Gedachten, gevoelens en beoordeling

De cognitieve component bestaat uit gedachten, gevoelens en een beoordeling van de situatie. Je merkt bijvoorbeeld een grommende hond op, schat de situatie in als gevaarlijk en ervaart een onprettig gevoel. Je kan ook denken dat je dit wel lief of schattig vindt en een prettig gevoel ervaren. 


Slide 8 - Tekstslide

Fysiologische component
Het lichaam

Bij emoties horen ook lichamelijke veranderingen, die door je zenuwstelsel in gang worden gezet. Zo zorgen bepaalde emoties ervoor dat je hartslag en ademhaling versnellen of vertragen, dat je bloeddruk hoger of lager wordt … Dat leidt tot zichtbare reacties als zweten, blozen, kippenvel en huilen. De mate waarin je zenuwstelsel actief is, wordt ook wel arousal genoemd.

Slide 9 - Tekstslide

Gedragscomponent
Expressie

Emoties lokken gedrag uit. Sommige emoties uiten zich via een heel herkenbare gezichtsuitdrukking. Ook via andere vormen van lichaamstaal tonen we onze emoties: roepen als je bang bent, je vuisten ballen als je boos bent, juichen van blijdschap … Het gaat over wat je doet. 


Slide 10 - Tekstslide

Wat voor situatie's kan je bedenken bij de verschillende aspecten?

Slide 11 - Woordweb

Wat hebben we vandaag geleerd? 
Een emotie is een kortdurende en intense reactie op een prikkel die we belangrijk vinden => prikkel in heden en/of verleden. 

Drie componenten die samenwerken: 

1. Cognitieve component : gedachten, gevoelens en beoordeling ->
2. Fysiologische component : lichamelijke reactie -> 
3. Gedragscomponent : gedrag

Slide 12 - Tekstslide

Welke drie componenten zijn van belang bij emoties?
A
Cognitief, gedragsmatig en sociaal
B
Fysiologisch, cognitief en gedragsmatig
C
Psychologisch, lichamelijk en cognitief
D
Gedragsmatig, psychologisch en fysiologisch

Slide 13 - Quizvraag

Je moet een presentatie geven in de klas.
Welke component hoort bij “Ik voel zenuwen in mijn buik en mijn handen zweten”?
A
Fysiologische component
B
Cognitieve component
C
Gedragsmatige component

Slide 14 - Quizvraag

Je moet een presentatie geven in de klas.
Welke component hoort bij “Ik probeer kalm te blijven en begin toch te praten”?
A
Fysiologische component
B
Cognitieve component
C
Gedragsmatige component

Slide 15 - Quizvraag

Je moet een presentatie geven in de klas.
Welke component hoort bij “Ik denk dat iedereen mij zal uitlachen als ik een fout maak”?
A
Fysiologische component
B
Cognitieve component
C
Gedragsmatige component

Slide 16 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een fysiologische reactie op angst?
A
Je loopt weg
B
Je krijgt een versnelde hartslag en begint te zweten
C
Je zegt dat je niet bang bent
D
Je denkt: 'Dit gaat mis!'

Slide 17 - Quizvraag

Welke van de volgende situaties is een voorbeeld van de cognitieve component van een emotie?

A
Je hart begint sneller te kloppen wanneer je zenuwachtig bent.
B
Je denkt: “Ik ga falen op deze toets en iedereen zal mij uitlachen.”
C
Je begint te huilen wanneer je slecht nieuws krijgt.
D
Je verstijft van angst wanneer je een enge hond ziet.

Slide 18 - Quizvraag

Welke van de volgende reacties is een voorbeeld van de gedragsmatige component van woede?

A
Versnelde ademhaling
B
De gedachte: “Dit is oneerlijk!”
C
Je stem verheffen en met je hand op tafel slaan
D
Buikpijn krijgen

Slide 19 - Quizvraag