G1A 03/02/2021 (bezittelijke voornaamwoorden + voorzetsels)

G1A
3 februari 2021
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 25 min

Onderdelen in deze les

G1A
3 februari 2021

Slide 1 - Tekstslide

Na vandaag kan je...
  • het verschil benoemen tussen bijvoeglijke naamwoorden en zelfstandige naamwoorden 
  • bijvoeglijke naamwoorden benoemen
  • voorzetsels benoemen en herkennen in een zin 

Slide 2 - Tekstslide

Hoe kun je het lijdend voorwerp vinden?
A
Door te vragen wie het doet
B
Wie of wat + gezegde?
C
De tijd/aantal veranderen
D
Wie of wat + gezegde + onderwerp?

Slide 3 - Quizvraag

"Zijn vrouw heeft een vermogen geërfd."

Wat is het lijdend voorwerp in deze zin?
A
Zijn vrouw
B
heeft
C
een vermogen
D
geërfd

Slide 4 - Quizvraag

"Hij heeft zich in de Pier Panderstraat gevestigd."

Uit hoeveel zinsdelen bestaat deze zin?
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 5 - Quizvraag

Woordsoorten!

Slide 6 - Tekstslide

"De fietsenmaker repareert de fiets."

Uit hoeveel zinsdelen bestaat deze zin?

Slide 7 - Open vraag

"De handige fietsenmaker repareert de kapotte fiets."
Uit hoeveel zinsdelen bestaat deze zin?

Slide 8 - Open vraag

Bijvoeglijke naamwoorden (bnw)
Geeft kenmerken of eigenschappen aan de zelfstandige naamwoorden 

VB. De enthousiaste leerlingen kregen een rol in de nieuwe musical.

Slide 9 - Tekstslide

Voorzetsels (vz)
Deze vind je in zinsdelen waar je de vragen kunt stellen zoals: waarin, waaronder, waarmee, waardoor, waar, wanneer

Je kan "de kast"of "de kamer" in gedachten nemen. Woorden die daarvoor komen zijn voorzetsels 

Voorbeelden: van, na, met, tegen, achter, in, naast, langs

Slide 10 - Tekstslide

"De vakantiefoto's hangen aan de muur in mijn slaapkamer."

Schrijf de voorzetsels op.

Slide 11 - Open vraag

"Bij Nederlands kan ik gelukkig naast mijn vriendin zitten."

Schrijf de voorzetsels op.

Slide 12 - Open vraag

"Om acht uur vertrekken we met de bus naar Antwerpen."

Schrijf de voorzetsels op.

Slide 13 - Open vraag

Huiswerk 

Vrijdag 5 februari 2021:
  • Maken: opdracht 17 + 19 (blz. 122/123)
  • Leren: woordsoorten zelfstandig naamwoord, lidwoord, bijvoeglijk naamwoord, voorzetsels

Slide 14 - Tekstslide