3.1 Stoffen en eigenschappen les 1

H3.1 Stofeigenschappen les 1
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
Nask / TechniekMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H3.1 Stofeigenschappen les 1

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen 3.1
ik kan het verschil aangeven tussen een stof en een voorwerp
ik kan voorbeelden van stofeigenschappen opnoemen
ik kan (sommige) stoffen herkennen aan hun eigenschappen

Slide 2 - Tekstslide

verschil tussen stof en voorwerp
grootte en vorm zijn voorbeelden van 
eigenschappen van een voorwerp

kleur, smaak, kookpunt zijn voorbeelden 
van stofeigenschappen

Slide 3 - Tekstslide

Stofeigenschappen
  1. fase
  2. smaak
  3. geur
  4. kleur
  5. oplosbaarheid in water
  6. kookpunt
  7. smeltpunt / stolpunt
  8. brandbaarheid
  9. elektrische geleidbaarheid
  10. warmtegeleiding

Slide 4 - Tekstslide

De fase:
Veel stoffen kunnen in drie fasen voorkomen.
Water  is het makkelijkste voorbeeld.
Als het koud genoeg is, is water hard geworden: 
vaste fase
Bij kamertemperatuur is water vloeibaar:
vloeibare fase
Als water gekookt heeft zien we het niet meer: gasvormige fase

Slide 5 - Tekstslide

De smaak:
De smaak is een handige stofeigenschap om te gebruiken als je zeker bent welke stoffen je hebt. Je mag dit nooit met een onbekende stof doen.

Je kunt het verschil tussen zout en suiker of het verschil tussen water en azijn wel proeven als je zeker weet dat het die stoffen zijn.

Slide 6 - Tekstslide

De geur:

Sommige stoffen hebben een geur. Dit zijn stoffen die makkelijk verdampen of al gasvormig zijn.



Als je iets ruikt is de stof aanwezig in je neus; dus gasvormig!
Weet je hoe je aan een onbekende stof moet ruiken?

Slide 7 - Tekstslide

De kleur:
De kleur van een stof geven we aan met de kleuren van de regenboog rood, oranje, geel, groen, blauw, indigo, violet, enz.

Pas op!

Zilver en goud zijn geen kleuren. Het zijn stoffen.  
Deze kleuren omschrijf je als glimmend grijs en glimmend geel.

Slide 8 - Tekstslide

Oplosbaarheid in water:
Als een stof oplosbaar is, zie je de stof "verdwijnen" in die vloeistof. Bekijk onderstaande voorbeelden:




            krijt in water   suiker in water   olie in water

Slide 9 - Tekstslide

Het kookpunt:
Het kookpunt van een stof is de temperatuur waarbij een vloeistof het snelst verdampt.
Boven het kookpunt is de stof gasvormig.

Water heeft een kookpunt van 100°C.

Slide 10 - Tekstslide

Het smeltpunt:
Het smeltpunt van een stof is de temperatuur waarbij een vaste stof het snelst smelt.
Boven het smeltpunt is de stof vloeibaar.


Het smeltpunt en het stolpunt hebben dezelfde temperatuur.

Slide 11 - Tekstslide

Brandbaarheid:
De brandbaarheid geeft aan of een stof brandbaar is of niet.
Water is niet brandbaar.


Hout is wel brandbaar.

Slide 12 - Tekstslide

Elektrische geleidbaarheid:
De elektrische geleidbaarheid geeft aan of een stof elektrische stroom kan geleiden of niet.
Plastic kan dat niet (isolator).
Koper kan dat wel (geleider).

Slide 13 - Tekstslide

Warmtegeleiding:
Warmtegeleidbaarheid geeft aan of een stof warmte goed of slecht kan geleiden.
Piepschuim geleidt warmte slecht (isolator).
IJzer geleidt warmte goed (geleider).

Slide 14 - Tekstslide

hoe bepaal je  stofeigenschappen?






zintuigen                                        laboratorium

Slide 15 - Tekstslide

Practicum
Stoffen herkennen

ca. 15 min

Slide 16 - Tekstslide

Stoffen
1
Koolstof
7
Slaolie
2
Spiritus
8
Afwasmiddel
3
Suiker
9
Krijt
4
Water
10
Kurk
5
Zout
11
IJzer
6
Azijn
12
Aluminium

Slide 17 - Tekstslide

Welke stofeigenschappen van suiker en zout zijn hetzelfde?

Slide 18 - Open vraag

welke stofeigenschappen van suiker en zout zijn verschillend?

Slide 19 - Open vraag

Noem 4 stofeigenschappen

Slide 20 - Open vraag

opdracht 
Lees deel 1 van §3.1  (tot aan dichtheid)
Maak opgave 1 t/m 9  uit je werkboek
timer
15:00

Slide 21 - Tekstslide

evaluatie
- Noem vier stofeigenschappen

Slide 22 - Tekstslide

Gevaarlijke stoffen

Slide 23 - Tekstslide