M3 Stofeigenschappen

Stofeigenschappen
1 / 55
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeSpeciaal OnderwijsMiddelbare schoolhavoLeerroute HLeerjaar 2,3

In deze les zitten 55 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Stofeigenschappen

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
  •  Je weet wat stofeigenschappen zijn.
  • Je weet wat een een zuivere stof en een mengsel is.
  • Je weet wat een oplossing en een suspensie is.
  • Je weet wat een indicator is.
  • je weet dat er bij een reactie met zuur gasbelletjes ontstaan.
  • Je weet wat een exotherme en endotherme reactie is.

Slide 2 - Tekstslide

Stofeigenschappen
  •  Stof=alles om ons heen zoals zout
  • eigenschap=Kenmerk van iets of iemand
  • Stofeigenschappen= Kenmerken van een stof

Slide 3 - Tekstslide

Wat is een stofeigenschap?

Slide 4 - Open vraag

Stofeigenschappen:
  • Brandbaarheid
  • Geur
  • Kleur
  • Smaak
  • Fase (bij kamertemp.)
  • Kookpunt
  • Smeltpunt
  • Oplosbaarheid in water
  • Elektrische geleiding

Geen stofeigenschappen:
  • Temperatuur
  • Vorm
  • Massa
  • Volume

Slide 5 - Tekstslide


A
Mengsel
B
Zuivere stof

Slide 6 - Quizvraag

Zuivere stof/mengsel

Slide 7 - Tekstslide

Wat valt je op aan de stoffen die oplossen in water?

Slide 8 - Open vraag

Wat is een mengsel?

Slide 9 - Open vraag

Oplossing
ALTIJD helder = je kunt er doorheen kijken. LET OP: kan wel een kleur hebben!
oplosmiddel = vloeistof waarin je de  stof oplost

                                           (s) + (l)                                                       (l) + (l)

Slide 10 - Tekstslide

Suspensie
Troebel


                                                                        (s) + (l)


Bezinken: vaste deeltjes zakken naar de bodem

Slide 11 - Tekstslide

Emulsie
troebel
TWEELAGENSYSTEEM

                               (l) + (l)

Om een tweelagensysteem te voorkomen: emulgator toevoegen!

Slide 12 - Tekstslide

Oplossing - Suspensie?
Oplossing/Suspensie?
Suspensie
Oplossing/suspensie?
Oplossing
Troebel: mengsel van een vaste stof in een vloeistof => Suspensie.
Een helder mengsel van een stof in een vloeistof => Oplossing.

Slide 13 - Tekstslide

Oplossing - Suspensie - Emulsies?
Emulsie
2
Suspensie
3
Oplossing
1

Slide 14 - Tekstslide

Een suspensie is .....
A
Helder
B
Troebel

Slide 15 - Quizvraag

Een oplossing is ....
A
Helder
B
Troebel

Slide 16 - Quizvraag

spa rood is een .....
A
suspensie
B
emulsie
C
oplossing
D
nevel

Slide 17 - Quizvraag

Welk plaatje geeft een mengsel aan en welke een zuivere stof
Mengsel
Zuivere stof
Zuivere stof

Slide 18 - Sleepvraag

Video: Oplosbaar in water?
Maak een tabel en noteer tijdens de video:
  • Welke 2 stoffen gemengd worden
  • en of je te maken hebt met een oplossing of een suspensie

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Een blijvende emulsie is een mengsel van..
A
Water en zout
B
water, olie en emulgator
C
Olie en bezine
D
water en olie

Slide 21 - Quizvraag

Benzine en water zijn dus slecht te mengen, ze gaan steeds weer uit elkaar. Je moet een stof toevoegen om dit mengsel egaal te houden, hoe heet zo'n stof?
A
Katalysator
B
Emulgator
C
Centrifigator
D
Extractie middel

Slide 22 - Quizvraag

Wat voor soort mengsel is dit?
A
Oplossing
B
Zuivere stof
C
Suspensie
D
Emulsie

Slide 23 - Quizvraag

Zetmeel aantonen
Zetmeel is een koolhydraat die je lichaam kan verteren
 (afbreken) tot glucose (=brandstof)




Slide 24 - Tekstslide

Zetmeel aantonen
Van de meeste voedingsmiddelen is bekend welke voedingsstoffen erin zitten. Dat staat op de verpakking.

Voedingsstoffen kunnen in voeding worden aangetoond door een indicator.
Jodium is een indicator voor zetmeel. Jodium verkleurt dan van lichtbruin naar blauwzwart.

Slide 25 - Tekstslide

Indicator
Spaghetti bestaat voor een groot deel uit zetmeel.

Dit zetmeel kun je aantonen met een jodiumoplossing. Ook in aardappelen zit zetmeel.

Een stof waarmee je een andere stof kan 
aantonen, heet een indicator.




Slide 26 - Tekstslide

0

Slide 27 - Video

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Endotherm of exotherm proces?
A
Endotherm
B
Exotherm

Slide 32 - Quizvraag

endotherm kost energie
A
waar
B
niet waar

Slide 33 - Quizvraag

Exotherm of endotherm?
Vuurwerk
A
Endotherm
B
Exotherm

Slide 34 - Quizvraag

Bij een exotherme reactie ...
A
Komt er energie (warmte) vrij.
B
Is er energie (warmte) nodig.
C
Gebeurt er niets.

Slide 35 - Quizvraag

Het afkoelen van een glas thee.
Exotherm of endotherm?
A
Exotherm
B
Endotherm

Slide 36 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een endotherme reactie?
A
het bevriezen van water
B
het hard worden van chocolade
C
Het verbranden van benzine
D
het verdampen van alcohol

Slide 37 - Quizvraag

Welk proces is exotherm
A
Het bakken van een ei
B
Het smelten van kaarsvet
C
Het verbranden van aardgas
D
Het koken van water

Slide 38 - Quizvraag

Verbranden van kaars is een exotherme reactie
A
Waar
B
Niet waar

Slide 39 - Quizvraag

Bedenk er een aantal.
Stofeigenschappen

Slide 40 - Tekstslide

Fase overgangen

Slide 41 - Tekstslide

Definitie: Geeft aan in welke toestand de deeltjes van de stof zich bevinden.

Waarom komen we deze fasen in de natuur tegen denk aan water?
Fase

Slide 42 - Tekstslide

Waar komen we ze tegen?
Vast: Sneeuw, hagel, ijsbergen
Vloeibaar: rengendruppels, zowel motregen als stortregen
Gas: dauw of mist is water in een gas

Slide 43 - Tekstslide

* (s)
* mooi gerangschikt
* dichtheid hoger van een stof
* deeltjes trillen zacht
Vast (s)

Slide 44 - Tekstslide

* (l)
* deeltjes bewegen langs elkaar heen
* half gerangschikt
* dichtheid lager dan bij de vaste fase
* deeltjes trillen een beetje
Vloeibaar (l)

Slide 45 - Tekstslide

* (g)
* niet gerangschikt
* dichtheid lager dan bij de vloeibare fase
* trilt hard door hoge temp/beweegt snel
Gas (g)

Slide 46 - Tekstslide



Kristallen zijn vaste stoffen waarvan de deeltjes in een herhalende stuctuur zitten.
Kristalrooster: perfect gepaatste deeltjes
Kristallen

Slide 47 - Tekstslide

Exotherm of endotherm?
Het verbranden van benzine.
A
Exotherm
B
Endotherm

Slide 48 - Quizvraag

Het smelten van boter in een pan is dat een exotherm of endotherm proces?
A
exotherm
B
endotherm

Slide 49 - Quizvraag

Een explosie is een exotherme reactie

A
Waar
B
Niet waar

Slide 50 - Quizvraag

Endotherm of Exotherm?
Smelten van ijs.
A
Endotherm
B
Exotherm

Slide 51 - Quizvraag

Fase overgangen

Slide 52 - Tekstslide

Gevarensymbolen

Slide 53 - Tekstslide

Opdracht
Zoek op het internet de verschillende gevarensymbolen op en hun betekenis

Slide 54 - Tekstslide

Spullen meenemen
  1. Schrift 
  2. pen en potlood
  3. rekenmachine
  4. laptop
  5. boek

Slide 55 - Tekstslide