Woe 22-09-2021 Lektion 2

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

BR2G
Mittwoch, 22 september 2021

Slide 2 - Tekstslide

Was werden wir heute machen?
Wat gaan we vandaag doen?
  • Lernziele (leerdoelen)
  • Grammatik wiederholen
  • Neu: Grammatik haben/sein
  • Aufgaben (opdrachten)

Slide 3 - Tekstslide

Lernziele
Am Ende der Stunde kann ich:
  • de klinkers a/ä, o/ö, u/ü en ß. uitspreken.
  • de onregelmatige werkwoorden haben + sein toepassen in een oefening. 


Slide 4 - Tekstslide

Was weißt du noch?


(wat weet je nog)

Slide 5 - Tekstslide

Persoonlijk voornaamwoord
ik
jij
hij/zij/het

wij
jullie
zij/u
?
?
?

?
?
?
ev: enkelvoud
ik, jij, hij/zij/het
mv: meervoud
wij, jullie, zij/u
Persoonlijk voornaamwoord

Slide 6 - Tekstslide

Persoonlijk voornaamwoord
Persoonlijk voornaamwoord
Wat was het verschil tussen
der Mann
man
und

Slide 7 - Tekstslide

Zwakke werkwoorden
2 soorten werkwoorden behandelt

  • normale werkwoorden
  • werkwoord met stam op -s klank (s, x, z, ss, ß)

Slide 8 - Tekstslide


Neu

Slide 9 - Tekstslide

Hulpwerkwoord haben + sein
ich
du
er/sie/es

wir
ihr
sie/Sie
habe
hast
hat

haben
habt
haben
bin
bist
ist

sind
seid
sind
haben                  sein
Voltooid deelwoord:
gehabt                 gewesen
             !
In een zin:
vorm van haben + gehabt

bv. ich habe Thee gehabt

vorm van sein + gewesen

bv. ich bin in den Bosch gewesen

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Slide 12 - Video

Uitspraak klinkers
a/ä, o/ö, u/ü en ß
ä= eeh --> Mädchen, wählen
a= a --> lachen klar

ü= u --> Bücher, gemütlich
u= oe als in zoen--> Mutter

ö= eu als in deur --> böse, Österreich
o= o als in zoon --> wo
ß= s

Slide 13 - Tekstslide

 Aufgaben machen
opdrachten maken
  • Was (wat)? 
Les 1: Übung 2, 4, 5, 10  en Grammatik C
Weektaak: Kapitel 1: maken: Lektion 2 Aufgabe 1, 7, 8, 11, 14

leren: Seite 48 Lernbox Lektion 1 +2, Seite 11 Grammatik A, Seite 18 Grammatik C, Seite 20 Grammatik E
  • Wie (hoe)? Boek of Online
  • Hilfe (hulp)? Buren, boek, docent
  • Zeit (tijd)? 10:00
  • Fertig (klaar)? Verder met de weektaak




An die Arbeit!

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide