leçon 51_T1C

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

BONJOUR

Le programme:

        Aujourd'hui (=vandaag) :

• Pratiquer les adjectifs 
• Pratiquer les verbes pouvoir et vouloir

leçon 50

Les adjectifs

De bijvoeglijke naamwoorden, hoe werken ze?

Je porte une casquette noir.
Is deze zin correct? Leg uit.

Tu habites dans une maison grand.
Is deze zin correct? Leg uit.

Een zwarte auto

1. une voiture noire
2. une voiture noir
3. une noire voiture
4. une noir voiture

Een kleine jurk

1. une robe petit
2. une robe petite
3. une petit robe
4. une petite robe

een leuke foto

1. une photo jolie
2. une jolie photo
3. une photo joli
4. une joli photo

Een Franse film

1. Un film français
2. Un français film
3. Un française film
4. Un film française

Vertaal:
een roze jurk
vergeet het lidwoord niet!

Vertaal:
een wit overhemd
vergeet het lidwoord niet!

Vertaal:
de nieuwe schoenen
vergeet het lidwoord niet!

Vertaal:
een mooi jasje
vergeet het lidwoord niet!

Vertaal:
ik koop een blauwe sjaal

Vertaal:
ik kies een rode pet

Faire un quiz sur les verbes pouvoir et vouloir

Klik op de link: https://quizizz.com/join

Het zou ongeveer 10 minuten duren.

Les devoirs:

• Breng oortjes mee!