Omnia, Thema Verkiezingen, Bestuur van Nederland

Het bestuur van Nederland
Je leert welke lagen van bestuur er zijn in Nederland

Je leert welke taken elke bestuurslaag heeft
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 1,2

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Het bestuur van Nederland
Je leert welke lagen van bestuur er zijn in Nederland

Je leert welke taken elke bestuurslaag heeft

Slide 1 - Tekstslide

Inhoud
- Lagen van  bestuur
- Taken
- Kiezen
- Na de verkiezingen
- Begrippen

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Video

Lagen van Bestuur
                             Volksvergetenwoordigers     Bestuur
Gemeente        Gemeenteraad                           Burgermeester en 
                                                                                         wethouders
Provincie           Provinciale state                       Commissaris van de  Koning en de                                                                                          gedeputeerde staten
Nationaal          Parlement                                     De Regering (De Koning en de                                                                                                    ministers)

Slide 5 - Tekstslide

Taken van de Nationale overheid
Regering
- Maken van het beleid; bv. bepalen waar het geld naar toe gaat
- Maken en uitvoeren van wetten
Volksvergetenwoordigers
- Controleren of alles goed wordt uitgevoerd
- Stemmen over wetten

Slide 6 - Tekstslide

Taken van de Provincie
- Kiezen wie er in de Eerste Kamer komen
- Bepalen of dorpen/steden mogen uitbreiden
- Zorgen voor provinciale wegen en bruggen
- Letten op milieuwetten
- Nieuwe natuurgebieden aanleggen
- Zorgen dat overal binnen 15 minuten een ambulance kan zijn
- Toezicht houden op gemeenten en waterschappen

Slide 7 - Tekstslide

Taken van de Gemeente
- Burgerzaken; bijhouden wie er in de gemeente wonen en zorgen voor paspoorten en rijbewijzen
- Uitkeringen voor mensen die niet kunnen werken
- Zorgen dat het afval wordt opgehaald
- Jeugdzorg
- Huisvesting van scholen, bibliotheek en zwembaden
- Bestemmingsplan; hiervoor gebruiken ze het stuctuurplan van de provincie (hierin staat wat er waar gebouwd mag worden)

Slide 8 - Tekstslide

Kiezen
Elke vier jaar mogen alle Nederlanders van 18 jaar en ouder kiezen

In 2017 waren er Tweede Kamer verkiezingen
In 2018 zijn er weer verkiezingen voor de gemeenteraden 
In 2019 zijn er weer provinciale staten verkiezingen

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Slide 11 - Video

Na de verkiezingen
De Tweede Kamer wijst een informateur aan
De informateur bekijkt welke partijen kunnen én willen samen werken en geeft zijn resultaten aan de koning
De koning wijst een formateur aan en die gaat onderhandelen met partijen om tot een regeerakkoord te komen. 
Als er een akkoord is wordt er een kabinet gevormd, dit zijn alle ministers bij elkaar.

Slide 12 - Tekstslide

Begrippen
Informateur: Een persoon die na de verkiezingen kijkt welke partijen samen zouden kunnen gaan werken
Formateur: Iemand die ervoor moet zorgen dat hij ministers en staatssecretarissen vindt die het regeerakkoord uit willen voeren. Wordt vaak ook minister-president.
Coalitie: Zo worden de partijen genoemd die samenwerken om Nederland te regeren
Oppositie: De partijen die niet tot de coalitie behoren en ook niet in de regering zitten
Regering: De koning en de ministers
Kabinet: De ministers en staatssecretarissen (zonder de koning)

Slide 13 - Tekstslide

Begrippen
Minister: Iemand die in de regering zit en een eigen taak heeft
Ministerie: Een organisatie die namens een minister een bepaalde taak heeft; bijvoorbeeld onderwijs of buitenlandse zaken
Tweede Kamer:  Een groep van 150 mensen die in Nederland zijn gekozen om de regering te controleren en wetten te maken.
Eerste Kamer: Volksvertegenwoordiging waar vooral wordt gekeken of de wetten, die eerder al in de tweede kamer zijn goedgekeurd, kloppen.

Slide 14 - Tekstslide