Extra H2 (verdieping economie)

BNP per hoofd
Gemiddelde inkomsten in een land dat gebruikt wordt om landen met elkaar te vergelijken. 

(BNP / inwonersaantal)
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
Middelbare schoolvmbo b, k, tLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

BNP per hoofd
Gemiddelde inkomsten in een land dat gebruikt wordt om landen met elkaar te vergelijken. 

(BNP / inwonersaantal)

Slide 1 - Tekstslide

handelsbalans
Overzicht van importbedrag en exportbedrag


Slide 2 - Tekstslide

Planning
Bespreken ---> Prijsopbouw ,  Bruto nationaal product (bnp)
en handelsbalans. 
Aan de slag ---> opdrachten uit het werkboek
Klassikaal ----> nakijken 


Slide 3 - Tekstslide

Aan de slag 
Opdr. 1 t/m 8 
blz 56 t/m 58 

Slide 4 - Tekstslide

Handelsbalans NL
  • Export <-> Import

Waarde van de export  -  de import 

Slide 5 - Tekstslide

Prijsopbouw

Al het werk dat uiteindelijk zorgt dat een product  verkocht  kan worden. 
Toegevoegde waarde 

Slide 6 - Tekstslide

Wat is geen Nederlandse ?
Multinationale onderneming (MNO)
A
Unilever
B
KLM
C
Akzo Nobel
D
Lipton

Slide 7 - Quizvraag

BNP per hoofd
Gemiddelde inkomsten in een land dat gebruikt wordt om landen met elkaar te vergelijken. 

(BNP / inwonersaantal)

Slide 8 - Tekstslide

Als wij iets verkopen naar het buitenland noem je dat:
A
Importeren
B
Exporteren
C
internationale handel
D
verkopen

Slide 9 - Quizvraag

Wat betekent bnp?
A
Bruto Nationaal Productie
B
Bruto Nationaal Produkt
C
Bruto National Product
D
Bruto Nationaal Product

Slide 10 - Quizvraag

2.2 Economische ontwikkeling
Les 1

Slide 11 - Tekstslide

Nederland is economisch groot
  • Multinationals exporteren hoogwaardige producten en  voedingsproducten
  •  overal kom je Nederlandse baggeraars en banken tegen
  •  Nederland verleent veel diensten op gebied van
              - vervoer
              - waterbouwkunde
              - financiën

Slide 12 - Tekstslide

Bnp
Bruto Nationaal Product: de inkomsten van alle mensen in een land, ook die in het buitenland werken. 

Slide 13 - Tekstslide

Wat is geen vorm van internationale handel?
A
Nederland verkoopt aan China
B
Duitsland koopt van Nederland
C
Brussel koopt van Londen
D
Amsterdam verkoopt aan Eindhoven

Slide 14 - Quizvraag

Het voordeel van import voor de Nederlandse consument is ...
A
meer keuze in goederen en diensten.
B
minder keuze in goederen en diensten.

Slide 15 - Quizvraag

Met importeren verdien je geld om te exporteren.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Handelsbalans
Positief: overschot 
Meer exporteren dan importeren

Negatief:  Tekort 
Meer importeren dan exporteren. 

Slide 17 - Tekstslide