NOG TE GEBRUIKEN VRAGEN


Staat hier een feit, mening of argument?
Ik vind het raar om docenten aan te spreken met u.
A
Feit
B
Mening
C
Argument
1 / 23
volgende
Slide 1: Quizvraag

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les


Staat hier een feit, mening of argument?
Ik vind het raar om docenten aan te spreken met u.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 1 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Staat hier een feit, mening of argument?
Morgen moet ik naar de tandarts. 
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Staat hier een feit, mening of argument?
Nederlands is het leukste vak op school. 
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Lees de inleiding nauwkeurig.

Wat is de functie van de inleiding?
A
enkel aandacht trekken
B
het onderwerp noemen
C
centrale vraag stellen
D
samenvatting geven

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat hoort bij het middenstuk?
(meerdere antwoorden mogelijk)
A
Bestaat uit meerdere alinea's
B
Vertelt de inhoud
C
Vertelt de conclusie
D
Staat aan het eind van de tekst

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In het middenstuk
A
wordt het belangrijkste uit een tekst herhaald
B
staat de meeste informatie
C
maak je kennis met het onderwerp van een tekst

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In het slot wordt......
A
het belangrijkste uit de tekst wordt herhaald
B
kennis gemaakt met het onderwerp van de tekst

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Functies van het slot.
Wat is een functie of zijn functies van het slot?
A
een centrale vraag stellen
B
Een advies geven
C
Een samenvatting geven
D
enkele personen introduceren

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Onderwerp en hoofdgedachte
Een tekst heeft natuurlijk altijd een ONDERWERP.
Daarnaast heeft elke tekst een HOOFDGEDACHTE.

Deze moet je zelf kunnen bepalen!

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tekstverbanden
Tussen woorden, zinnen en alinea's bestaat een verband. Dit noemen we een tekstverband.
Zonder tekstverbanden is je tekst niet 'stevig'.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In het slot
A
Geeft de schrijver een samenvatting of conclusie
B
Trekt de schrijver de aandacht van de lezer.

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Signaalwoorden
Tekstverbanden
Daardoor
Want
Ten eerste
Opsomming
Voorbeeld
Tegenstelling

Slide 12 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk tekstverband geeft het signaalwoord aan?
Sleep de signaalwoorden naar het goed tekstverband.
opsomming
tegenstelling
tijdsvolgorde
echter
maar
ook
nadat
daarnaast
terwijl

Slide 13 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tekstverbanden

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is uit de onderstaande tekst de hoofdzaak?

Ik ga vandaag niet sporten, want ik moet leren voor het CE-examen

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdzaken
Elke geschreven of gesproken tekst gaat ergens over, dat is het onderwerp. 
Een tekst heeft ook een doel: informeren, overtuigen, instrueren of overhalen. 

Niet alle informatie is even belangrijk om dat doel te bereiken. Sommige informatie kun je weglaten. 
Informatie die echt belangrijk voor het tekstdoel is, noem je hoofdzaken
Zonder deze informatie kun je de tekst niet begrijpen. 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe onderscheid je de hoofdzaken in een tekst?

Hoofdzaken in een tekst hebben een vaste plek:
  • De titel geeft het onderwerp weer.
  • De eerste zin van de inleiding is vaak de hoofdgedachte.

Hoofdzaken in een alinea hebben een vaste plek:
  • Begint meestal met de kernzin (de hoofdgedachte van een alinea)
  • Daarna komt veelal een opsomming van feiten, meningen, voorbeelden en/of argumenten.
  • De alinea sluit veelal af samen te vatten wat er allemaal opgesomd is.




Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bijzaken
Naast hoofdzaken bevat een tekst ook vaak bijzaken. Een tekst bereikt zijn doel niet zonder de hoofdzaken, maar kan zijn doel wel bereiken zonder de bijzaken

Voorbeelden en extra uitleg zijn bijzaken. Ze maken de tekst helderder of leuker. Bijzaken kun je weglaten.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de bijzaak?

Verschillende automerken, zoals Fiat, Audi en BMW, hebben elektrische auto's.

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Even vooraf:
Welke signaalwoorden ken jij?

Slide 20 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

 Opdracht 1: lees de tekst en beantwoord daarna vragen

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


 Welke twee signaalwoorden zitten er in zin 2?
A
ze - aan
B
aan - met
C
toen - haal
D
eerst - toen

Slide 22 - Quizvraag

EERST: volgorde
TOEN: tijd

  Om welk tekstverband gaat het in zin 2?
A
volgorde in tijd
B
opsomming
C
reden
D
conclusie

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies