In deze les zitten 14 slides, met tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Taalkring
Slide 1 - Tekstslide
Homofoon
Homofonen zijn woorden die hetzelfde klinken, maar anders worden geschreven. Homofonen hebben ook een verschillende betekenis.
Bijvoorbeeld het woord: hard en hart
Ezelsbruggetje --> homo = hetzelfde / foon = klank
Slide 2 - Tekstslide
Homoniem
Homoniemen zijn woorden die er hetzelfde uitzien, maar een verschillende betekenis hebben.
Zoals het woord bloem of bank ze hebben meerdere betekenissen.
Slide 3 - Tekstslide
Opdracht
Je krijgt zometeen een strook met een woord.
Bijvoorbeeld hoofd. Zoek iemand die een gelijksoort woord heeft en bepaal samen of je een homoniem hebt of een homofoon.
Help elkaar!
timer
3:00
Slide 4 - Tekstslide
Opdracht
Met je duo maak je een tekening zodat de betekenis van het woord duidelijk is.
Lukt dit niet? Verzin een zin.
timer
3:00
Slide 5 - Tekstslide
Opdracht
Mix en ruil:
Loop rond in de klas en zoek iemand op. Maak een zin met het woord dat jij hebt. Klopt dit? Nu mag de andere persoon zijn zin zeggen. Klopt dit?
Wissel nu je woord en zoek iemand nieuw!
timer
5:00
Slide 6 - Tekstslide
Opdracht
Levend memory
Jullie weten hoe het werkt. Ik trek 2 stokjes en dan kunnen we zo snel mogelijk spelen!
Slide 7 - Tekstslide
Bestuursvorm kring
Slide 8 - Tekstslide
Bestuursvormen
Teken wat jij met je groepje zou doen als jij deze macht had!
Wat zou je graag willen verbeteren/veranderen en wat zou je meer aandacht willen geven?
Zometeen presenteren we kort wat we hebben gemaakt.
timer
15:00
Slide 9 - Tekstslide
Presentatie
Wat zouden jullie doen?
Tips en tops! Vragen?
timer
1:00
Slide 10 - Tekstslide
Notan
Slide 11 - Tekstslide
Notan = Licht donker harmonie
Bij een notan gaat het om evenwicht, licht en donker, positieve – en negatieve vlakvulling. Wat zwart is aan de ene zijde, moet wit zijn aan de andere zijden en omgekeerd.
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Video
Notan
1) Zet lijntjes op je witte blad waar je zwarte blad komt te liggen.
2) Teken vormen tegen de rand van het zwarte blad.
3) Knip de vormen voorzichtig uit.
4) Knip eventueel in de uitgeknipte vorm nog een vormpje uit