28/9

Taalkring
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalBasisschoolGroep 7

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Taalkring

Slide 1 - Tekstslide

Homofoon
Homofonen zijn woorden die hetzelfde klinken, maar anders worden geschreven. Homofonen hebben ook een verschillende betekenis.
Bijvoorbeeld het woord: hard en hart
Ezelsbruggetje --> homo = hetzelfde / foon = klank

Slide 2 - Tekstslide

Homoniem
Homoniemen zijn woorden die er hetzelfde uitzien, maar een verschillende betekenis hebben.
Zoals het woord bloem of bank ze hebben meerdere betekenissen.

Slide 3 - Tekstslide

Opdracht
Je krijgt zometeen een strook met een woord.
Bijvoorbeeld hoofd. Zoek iemand die een gelijksoort woord heeft en bepaal samen of je een homoniem hebt of een homofoon. 
Help elkaar!
timer
3:00

Slide 4 - Tekstslide

Opdracht
Met je duo maak je een tekening zodat de betekenis van het woord duidelijk is.
Lukt dit niet? Verzin een zin.
timer
3:00

Slide 5 - Tekstslide

Opdracht
Mix en ruil:
Loop rond in de klas en zoek iemand op. Maak een zin met het woord dat jij hebt. Klopt dit? Nu mag de andere persoon zijn zin zeggen. Klopt dit?
Wissel nu je woord en zoek iemand nieuw!
timer
5:00

Slide 6 - Tekstslide

Opdracht
Levend memory
Jullie weten hoe het werkt. Ik trek 2 stokjes en dan kunnen we zo snel mogelijk spelen!

Slide 7 - Tekstslide

Bestuursvorm kring

Slide 8 - Tekstslide

Bestuursvormen
Teken wat jij met je groepje zou doen als jij deze macht had!
Wat zou je graag willen verbeteren/veranderen en wat zou je meer aandacht willen geven?
Zometeen presenteren we kort wat we hebben gemaakt.
timer
15:00

Slide 9 - Tekstslide

Presentatie
Wat zouden jullie doen?

Tips en tops! Vragen?
timer
1:00

Slide 10 - Tekstslide

Notan

Slide 11 - Tekstslide

Notan = Licht donker harmonie

Bij een notan gaat het om evenwicht, licht en donker, positieve – en negatieve vlakvulling. Wat zwart is aan de ene zijde, moet wit zijn aan de andere zijden en omgekeerd.


Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Notan
1) Zet lijntjes op je witte blad waar je zwarte blad komt te liggen.
2) Teken vormen tegen de rand van het zwarte blad.
3) Knip de vormen voorzichtig uit.
4) Knip eventueel in de uitgeknipte vorm nog een vormpje uit
5) Plak het vast.
GOOI NIKS WEG!


Slide 14 - Tekstslide