Clase 4

• Spaans
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1

Mi casa es tu casa

Clase 4

Toetsstof:

- Voca 3.1 a 3.4 (WB. P. 85 y 86) (C3)

- Frases clave E + J (TB. P. 37 y 40)

- Regelmatige werkwoorden

- Verbo tener y ir (TB. P. 29 y 37)

- Getallen 0-100 (TB. P. 28)

- El horario (TB. P. 38)

Mi hermano y yo ________ (tener) mucho dinero.

1. tener
2. tenemos
3. tenéis
4. tienen

Kies de juiste vorm van Tener (hebben):
Yo ........ un abuelo gracioso(grappig)

1. tengo
2. tienes

Kies de juiste vorm van Tener (hebben):
Tú, ....... hermanas?

1. tiene
2. tienes

Kies de juiste vorm van Tener (hebben):
Nosotras ...... quince años

1. tenemos
2. tenéis

Angelina Jolie (TENER)_______ muchos hijos.

1. Tenemos
2. Tienes
3. Tiene
4. Tengo

TENER

1. HEBBEN
2. MAKEN
3. ZEGGEN
4. TERUG GAAN

Verbuga

1. Ga naar verbuga.eu (Spaans)

2. Kies in het linker rijtje de verbos: ser, estar, tener, hablar, vivir, comer

3. Kies in het rechter rijtje de tijd: Presente

4. Oefen voor 5 minuten

El horario

1. Jullie ontvangen allemaal een werkblad met een lege klok. 

2. Gezamenlijk gaan we deze opvullen. 

La hora- ejercicio

1. Even een check! Jullie krijgen zo op het bord 4 verschillende kloktijden (in het Spaans te zien). 

2. Teken de kloktijd uit op jouw werkblad. (schrijf onder de klok ook de zin van het bord over. (1 minuut per klok)

3. We kijken gezamenlijk na. 

1. La escuela empieza a las ocho en punto

2. Comemos a la una y media

3. la película termina a las diez menos cinco

4. Tengo clases de español a las tres y cuarto

La hora

Oefen de kloktijden op: https://www.esfacil.eu/nl/grammatica/tijd-oefenen.html#google_vignette