Week 6: Meervouden les 1

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 1

Welkom!

• Ga rustig op je plek zitten.
• Leg je werkspullen op tafel.
• Leg je boek op tafel.
• Leg je laptop op tafel.
  

Wat gaan we vandaag doen?

• Kletsen (5 minuten)
• Lezen (10 minuten)
• Woord van de dag (10 minuten)
• Uitleg § 4 (10 minuten)
• Zelfstandig aan de slag (10 minuten)

10 minuten lezen!

Leerdoel

Je leert meervouden op de juiste manier spellen.

Hoe maak je een zelfstandig naamwoord meervoud?

§ 4 Meervouden

• Als er van iets één is, noem je dat enkelvoud. Als er van iets meer dan één is, noem je dat meervoud.
• Een meervoud van een zn. maak je door -en of -s erachter te plakken.
• Je hebt ook nog wat bijzonderheden:
  

§ 4 Meervouden

• De f/v-regel.
• De s/z-regel.
• Een medeklinker verdubbelen.
• Een klinker weghalen.

Voorbeelden

Schrijf een zin van 5 woorden op met de volgende zelfstandige naamwoorden in het meervoud op:

• Lepel
• Vriend
• Brief
• Gans
• Jas

Zelfstandig aan de slag!

Maak opdracht 1 t/m 7 van § 4.

Boek: blz. 228.

Eerder klaar? Maak de extra opdrachten in de digitale methode.

Niet af? Volgende week mee verder.

Fijn weekend!