Deel 1: Herhaling

Herhaling deel 1
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsSecundair onderwijs

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 35 min

Onderdelen in deze les

Herhaling deel 1

Slide 1 - Tekstslide

Tekstverbanden?

Slide 2 - Woordweb

Tekstverbanden
 Benoem het verband van de onderstreepte signaalwoorden.

Slide 3 - Tekstslide


Kaat heeft een zeldzame ziekte, waardoor ze soms veel pijn heeft.
A
Chronologisch
B
Opsommend
C
Vergelijkend
D
Oorzaak-gevolg

Slide 4 - Quizvraag


Toen Kaelyn eergisteren geopereerd werd, was haar mama bij haar.
A
Opsommend
B
Chronologisch
C
Oorzaak-gevolg
D
Vergelijkend

Slide 5 - Quizvraag


Wanneer de hond gaat liggen, is er niets aan de hand; blaffen daarentegen wil zeggen dat er wel iets mis is.
A
Opsommend
B
Oorzaak-gevolg
C
Vergelijkend
D
Chronologisch

Slide 6 - Quizvraag

Teksttype, -soort en -doel
Bekijk het filmpje en beantwoord de vragen.

Slide 7 - Tekstslide

5

Slide 8 - Video

00:10
Wat is het onderwerp van dit filmpje?
(Over welk product/merk wordt er gesproken?)

Slide 9 - Open vraag

01:50
Wat is het doel van deze tekst?
A
amuseren
B
informeren
C
overtuigen
D
ontroeren

Slide 10 - Quizvraag

01:55
Als een tekst meerdere doelen heeft, is er sprake van een ...

Slide 11 - Open vraag

02:00
Als overtuigen ons hoofddoel is, van welke tekstsoort spreken we dan?

Slide 12 - Open vraag

02:01
Welk teksttype bekeken we net?

Slide 13 - Open vraag

Woordsoorten

Slide 14 - Tekstslide

Woordsoorten zijn lastig.

Welke woordsoort is Woordsoorten?
A
Werkwoord
B
Zelfstandig naamwoord
C
Aanwijzend voornaamwoord
D
Bijwoord

Slide 15 - Quizvraag

Benoem de woordsoorten:
Woordsoorten zijn lastig.

'lastig' is
A
zn
B
ww
C
bn
D
lw

Slide 16 - Quizvraag

Hoe noem je de volgende woordsoorten?

Mijn, uw, jouw, zijn
A
zelfstandige naamwoorden
B
persoonlijke voornaamwoord
C
bezittelijke voornaamwoorden
D
aanwijzende voornaamwoorden

Slide 17 - Quizvraag

Hoe noem je de volgende woordsoorten?

in, sinds, vanwege, door
A
lidwoorden
B
voorzetsels
C
telwoorden
D
aanwijzende voornaamwoorden

Slide 18 - Quizvraag

Mensen, dieren, dingen, planten, namen en begrippen zijn:
A
zelfstandig naamwoorden
B
bijvoeglijk naamwoorden
C
werkwoorden
D
bezittelijk voornaamwoorden

Slide 19 - Quizvraag

Wie, wat, waar, waarom zijn allemaal vragende voornaamwoorden
A
waar
B
niet waar

Slide 20 - Quizvraag

Vaak kan je een tekst samenvatten aan de hand van vragen die je begint met een vragen voornaamwoord.
Hoe heten zulke vragen?

Slide 21 - Open vraag

Objectief of subjectief?
Sleep de tekstvoorbeelden naar de juiste kant.

Slide 22 - Tekstslide

Betrouwbare bronnen
Niet betrouwbare bronnen
Kwaliteitskrant
'Het Laatste Nieuws'
'Dag Allemaal'
Vlogs
Non- fictie boeken
Wetenschappelijke artikels

Slide 23 - Sleepvraag

Verhaalelementen
Verbind de omschrijvingen met de correcte term.

Slide 24 - Tekstslide

Vertellende ik
Belevende ik
Personele hij/zij-verteller
Alwetende verteller
Ik-persoon beschrijft de gebeurtenissen nadat ze hebben plaatsgevonden.
Ik-persoon beschrijft de gebeurtenissen op het moment dat ze plaatsvinden.
Verteller zit in het verhaal en vertelt vanuit het perspectief van een personage.
Verteller staat buiten het verhaal en is op de hoogte van de gedachten en gevoelens van alle personages.

Slide 25 - Sleepvraag

Vertelperspectief?
Personele verteller
Alwetende verteller
Belevende ik
Vertellende ik

Slide 26 - Sleepvraag

BZL
Schooltaalwoorden - spelling

Slide 27 - Tekstslide

Verbind het schooltaalwoord met het juiste synoniem.
karakteriseren
verandering
grondslag
verscheiden
aanwenden
symboliseren
gebruiken
typeren
invloed
wending
divers
basis

Slide 28 - Sleepvraag

Vervoeg het werkwoord tussen de haakjes:
De VRT heeft dit officieel (melden - VD).

Slide 29 - Open vraag

Begin oktober (verschijnen - TT) twintig jaar verzameld werk.

Slide 30 - Open vraag

Van dit boek (worden - TT) een luxe-editie uitgegeven.

Slide 31 - Open vraag

"Geen probleem!", (zeggen - VT) de woordvoerder.

Slide 32 - Open vraag

EINDE
Feedback?

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide