Veiligheid in huis

  • Huisinstallatie
  • Nuldraad en Fasedraad
  • Overbelasting en kortsluiting
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

  • Huisinstallatie
  • Nuldraad en Fasedraad
  • Overbelasting en kortsluiting

Slide 1 - Tekstslide

Doelen van deze les
  1. je weet wat er in de meterkast te vinden is
  2. je weet welke kleuren draden hebben en wat dat betekent
  3. je weet wat kortsluiting is
  4. je weet wat overbelasting is

Slide 2 - Tekstslide

Kleuren draden huisinstallatie
kleuren van draden

  • Bruin: fasedraad

  • Blauw: nuldraad

  • Geel/groen: aardedraad

  • Zwart: schakeldraad

Slide 3 - Tekstslide

Beveligingen in stroom
Hoofdzekering
Aardlekschakelaar
Groepen
Zekering

Slide 4 - Tekstslide

Hoofdzekering
Om de stroom in uw woning op een veilige manier binnen te laten komen in uw meterkast, is er altijd een hoofdzekering ingebouwd. De standaard aansluitwaarde van een hoofdzekering is 25 Ampère. Dat betekent als het meerder groepen een te hoge stroomsterkte hebben de hoofdschakelaar zal uitschakelen

Slide 5 - Tekstslide

Aardlekschakelaar
De aardlekschakelaar zorgt ervoor dat de installaties en apparaten die hierop  zijn aangesloten, spanningsloos gemaakt kunnen worden.

  • Controleert hoeveelheid stroom in = hoeveelheid stroom uit.
  • Verandering van hoeveelheid zorgt ervoor dat hij direct de stroomkring doorbreekt.

Slide 6 - Tekstslide

Groepen
  • Verdeling van stroom altijd over verschillende groepen in huis. Hoe groter het huis, hoe meer groepen.
  • Groepen zorgen ervoor dat wasmachine, magnetron, computer en aquarium tegelijk aan kunnen staan.
  • Als de stroom in één groep uitvalt, blijven de andere groepen werken.

Slide 7 - Tekstslide

Zekering
De beveiliging die in elke groep zit.
Zodra er teveel stroom door een groep heengaat, zorgt dit onderdeel voor een onderbreking van de stroom. Dit is vaak op 16A.
De zekering zorgt er dus voor dat de groep uitgeschakeld wordt als er overbelasting of kortsluiting ontstaat.

Slide 8 - Tekstslide

Kortsluiting
Als er geen weerstand meer is in een schakeling, is er een kortsluiting.

Bij beschadiging van een elektrische snoer kunnen de koperdraden elkaar raken. De stroom gaat niet meer door het apparaat maar direct terug naa de meterkast. Er gaat een grote stroom lopen, de draden worden heet en er kan vuur ontstaan of 
er komen vonken van een draad af.

Slide 9 - Tekstslide

Kortsluiting

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Slide 12 - Tekstslide

Randaarde

Slide 13 - Tekstslide

Randaarde


In de wasmachine hiernaast is een lek ontstaan. De elektrische snoeren maken via het water contact met de buitenkant van de 
wasmachine. 

Slide 14 - Tekstslide

Randaarde




Bij de wasmachine in het plaatje hiernaast is er een stopcontact gebruikt met randaarde. Een stopcontact met randaarde heeft extra contactpunten. 

Slide 15 - Tekstslide

Geaarde stekker / stopcontact

Slide 16 - Tekstslide

Er is een zekering doorgeslagen, wat is een mogelijke oorzaak?
A
overbelasting
B
Piet zit aan de aardleiding
C
kapotte lamp
D
de nul draad is kapot

Slide 17 - Quizvraag

In de meterkast zitten verschillende dingen voor de veiligheid.
Een ding kun je gebruiken om de spanning van de hele installatie te halen. Wat is hiervan de naam?
A
aardlekschakelaar
B
hoofdschakelaar
C
de zekering
D
de kilowattuur meter

Slide 18 - Quizvraag

Een zekering beschermt tegen
A
Brandt
B
Kortsluiting
C
Overbelasting
D
Overbelasting en kortsluiting

Slide 19 - Quizvraag

De maximale stroomsterkte in een groep van een huisinstallatie is:
A
10 A
B
16 A
C
25 A
D
36 A

Slide 20 - Quizvraag

De goed van het washok is beveiligd met een zekering van 16 A. De wasmachine heeft een vermogen van 3,4 kW. Geef aan of de zekering doorslaat als je op die groep ook nog een koffiezetapparaat aansluit met een vermogen van 1200 Watt.

Slide 21 - Open vraag

Een zekering verbreekt de stroomkring alleen bij overbelasting
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quizvraag

In welke schakeling(en) is er sprake van kortsluiting?
A
a, b en c
B
c, d en e
C
c en e
D
a, b en f

Slide 23 - Quizvraag

Lesdoelen gehaald?
  1. je weet wat er in de meterkast te vinden is
  2. je weet welke kleuren draden hebben en wat dat betekent
  3. je weet wat kortsluiting is
  4. je weet wat overbelasting is

Slide 24 - Tekstslide

Opgave 1 - Je kunt de apparaten ONafhankelijk van elkaar aan en uit doen.

Opgave 2 - Een kWh-meter meet hoeveel elektrische energie wordt verbruikt. 

Opgave 3 - Een aardlekschakelaar verhoogt de veiligheid.Hij controleert of de stroomsterkte in beide draden gelijk is. 

Opgave 4 - Een groepszekering verbreekt de stroomkring als de stroomsterkte groter is dan 16 A. 

Opgave 5 - Het nut van groepen is dat als een zekering één groep heeft uitgeschakeld, de rest van het huis nog gewoon elektriciteit heeft. 



Slide 25 - Tekstslide

Opgave 6- Overbelasting = teveel apparaten staan aan.Kortsluiting = door een fout zijn beide polen van het lichtnet direct met elkaar verbonden.
Opgave 7 - Een hoofdzekering verbreekt de stroom bijvoorbeeld als er meerdere groepen zijn met een grote stroomsterkte. Bijvoorbeeld vijf groepen met ieder 10 A. 
Opgave 8 - 1 groep kan 16 A aan stroomsterkte veilig aan. Boven de 16A brand de zekering door.  
1 straalkachel kan 4,9 A leveren.
4,9 / 16 = 3 straalkachels
Opgave 9 - Fasedraad: bruin Nuldraad: blauw Aardedraad: geel/groen 
Opgave 10 - Aardedraad, nuldraad, schakeldraad, fasedraad 

Slide 26 - Tekstslide