K5 Elektrische problemen

K5 Elektrische problemen
1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

K5 Elektrische problemen

Slide 1 - Tekstslide

Huisinstallatie
  • hoofdzekering
  • elektriciteitsmeter
  • hoofdschakelaar
  • aardlekschakelaar
  • groepen met zekering
video
Er staat een verhelderende video op de onlineomgeving van Overal Natuurkunde

Slide 2 - Tekstslide

Wat zit er in de meterkast?
Hoofdzekering:
Controleert of er niet te veel stroom het huis ingaat. 

Kilowattuur-meter:
Deze meet hoeveel elektrische energie je in huis gebruikt.

Aardlekschakelaar:
Deze controleert of er ergens in huis stroom lekt. 
In dat geval verbreekt het de stroomkring.

Slide 3 - Tekstslide

Elektriciteit en veiligheid
geleiding en isolatie
smeltveiligheid
installatieautomaat
groepenkast
hoofdzekering
De hoofdzekering kan alleen door een erkend bedrijf worden vervangen. de consument kan daar zelf niet bij
aardlekschakelaar
Deze vergelijkt de stroom in de fase draad met de stroom in de nuldraad. Deze moeten even groot zijn. Zo niet dan lekt er stroom weg.
meerdere groepen

Slide 4 - Tekstslide

Veilige stroomkring
Stroom komt via de meterkast het huis binnen. Via de hoofdzekering wordt gecontroleerd of dit de goede spanning heeft. Daarna door de elektriciteitsmeter (meet verbruik) naar de aardlekschakelaar die controleert of er evenveel energie terugkomt als er weggaat. Hierna wordt de stroom verdeeld over de groepen. Elke groep heeft een eigen zekering.

Slide 5 - Tekstslide

Huisinstallatie
hoofdzekering: controleert of er niet teveel stroom het huis in gaat
Elektriciteitsmeter: Meet energiegebruik
Aardlekschakelaar: controleert evenveel stroom in/uit 
(beschermt tegen "weglekken" stroom)

Stroom verdeeld in Groepen (keuken/badkamer/woonkamer)
Elke groep beschermt met zekering: Bescherm tegen
overbelasting (max 16A) en kortsluiting

Slide 6 - Tekstslide

3.4 Een veilige stroomkring
Alle elektrische leidingen, lichtpunten en stopcontacten in huis samen 
vormen de elektrische huisinstallatie.

- De hoofdzekering controleert of er niet te veel stroom het huis ingaat.
- De elektriciteitsmeter meet hoeveel elektrische energie je in huis 
   gebruikt.
- De aardlekschakelaar controleert of er evenveel stroom het huis uitgaat 
    als erin komt.
- In de groepenkast wordt de stroom verdeeld over groepen. Een groep 
   verzorgt de elektriciteit in een deel van het huis. 
- Iedere groep is beveiligd met een zekering.

Slide 7 - Tekstslide

hoofdzekering

in je meterkast zit ook een hoofdzekering deze is van het energiebedrijf en mag je niet zelf vervangen. 


Slide 8 - Tekstslide

Kortsluiting
1
2
3
4

Slide 9 - Tekstslide

Kortsluiting:
Weerstand klein in elektriciteitsdraden.
Als stroom een ander weg (niet door apparaat) kan nemen
 - Kortsluiting: veel te kleine weerstand.
- De hoofdzekering schakelt in een keer
 de stroom in het hele huis uit.
- Kans op brand

Slide 10 - Tekstslide

                     Kortsluiting
Kortsluiting in een stekker

Slide 11 - Tekstslide

Kortsluiting

Slide 12 - Tekstslide

Dit is het symbool van
A
enkele isolatie
B
elektriciteitssnoer
C
dubbele isolatie
D
meterkast

Slide 13 - Quizvraag

Isolatie

Om kortsluiting te voorkomen worden draden geïsoleerd

Sommige elektrische apparaten worden naast de geïsoleerde leidingen ook nog een buitenkant van niet geleidende kunststof gemaakt.  Dit heet dubbele isolatie

Slide 14 - Tekstslide

Zekering

Slide 15 - Tekstslide

elektronische zekering

Slide 16 - Tekstslide

Elektrische zekering
Hefboompje klapt om als er te veel ampère door de groep gaat. De stroom wordt dan uitgeschakeld. Voorkomt brandgevaar.

Slide 17 - Tekstslide

Stoppenkast

Slide 18 - Tekstslide

Elektronische zekering
Smeltveiligheid

Slide 19 - Tekstslide

Zekering of smeltveiligheid

Slide 20 - Tekstslide

Smeltveiligheden
De meest bekende smeltveiligheden vind je vaak in de wat oudere meterkasten. Je vindt ze als eindgroepbeveiliging of als hoofdzekering.

Slide 21 - Tekstslide

Smeltveiligheid
De smeltdraad smelt weg als de stroomsterkte boven een bepaalde stroomsterkte komt.
Een smeltveiligheid van 12 A smelt door als de stroomsterkte groter is dan 12A
Aantekening

Slide 22 - Tekstslide

Overbelasting

Slide 23 - Tekstslide

Overbelasting

Slide 24 - Tekstslide

Aardlekschakelaar 

Slide 25 - Tekstslide

Aardlekschakelaar
I in = I uit
Stroomsterkte in de fasedraad = Stroomsterkte nuldraad

Bij een verschil van 30mA zet de aardlekschakelaar de spanning uit! Er is dan lekstroom geweest.

Slide 26 - Tekstslide

Randaarde

Slide 27 - Tekstslide

Randaarde
De isolatie om een draad is kapot gegaan. De koperen draad maakt contact met metalen voorwerpen. Metaal geleid stroom goed; je krijgt een schok als je een apparaat aanraakt.

Slide 28 - Tekstslide

Aarddraad
zorgt dat  metalen voorwerpen gepaard zijn.
Gaat naar de rand van het stopcontact en weer terug naar de meterkast via de aardrail
Aardrail: diepe pin in de aarde.
De lekstroom zal via de aarddraden naar de aarde gaan. De aardlekschakelaar sluit de spanning af.

Slide 29 - Tekstslide

Lekstroom
Stroom is weggelekt; de stroom in de fasedraad is niet gelijk aan de stroom in de nuldraad. Ter voorkoming van een schok gebruiken we de aarddraad en aardlekschakelaar.

Slide 30 - Tekstslide

Overbelasting
Kortsluiting

Slide 31 - Sleepvraag

Een zekering beveiligt de huisinstallatie.

Deze schakelt de stroom uit bij: 

en bij: 
Te hoge spanning
kortsluiting
aardlek
overbelasting

Slide 32 - Sleepvraag

Verplaats de veiligheidsmaatregelen met het juist elektrische probleem.
Kortsluiting
Lekstroom
Aardedraad
Aardlekschakelaar
Zekering
Dubbele isolatie

Slide 33 - Sleepvraag

Wanneer de stroom wordt uitgeschakeld als er teveel apparaten zijn aangesloten noem je:

.............................

Wanneer de stroom wordt uitgeschakeld als de stroom niet door het apparaat gaat, maar weer rechtstreekst terug kan naar de spanningsbron noem je: 

................................
overbelasting
kortsluiting

Slide 34 - Sleepvraag

Wat zorgt er voor de beveiliging als ... ?
Zekering

Aardlekschakelaar

Je te veel apparaten tegelijk inschakelt
Er stroom loopt door je lichaam
Je kortsluiting maakt

Slide 35 - Sleepvraag

Kortsluiting ontstaat door......
A
zekeringen in de meterkast.
B
beschadigde stroomdraden.

Slide 36 - Quizvraag

Kortsluiting of overbelasting?
A
Kortsluiting
B
Overbelasting

Slide 37 - Quizvraag


Goed

Fout
Met een schakelaar kan je een stroomkring sluiten.
In een serie- schakeling heeft elke vertakking een aparte stroomkring
Plastic is een isolator
Met een dynamo kan je stroom opwekken, met een generator ook.
Stroom meet je met een voltmeter.
75 mA = 0,075 A
Kortsluiting ontstaat als teveel elektrische apparaten tegelijk aan staan.

Slide 38 - Sleepvraag

Wat is kortsluiting?
A
Als je teveel apparaten aansluit op een groep
B
Als je een apparaat heel kort gebruikt
C
Als de fasedraad en de nuldraad elkaar raken
D
Als je korte stroomdraden gebruikt in plaats van lange.

Slide 39 - Quizvraag

Kortsluiting of overbelasting?
A
Kortsluiting
B
Overbelasting

Slide 40 - Quizvraag

SLEEP HET JUISTE WOORD NAAR DE JUISTE PLAATS
In een elektrische deken is kortsluiting ontstaan. Dat betekent dat de weerstand van de deken opeens veel
                               is geworden. Daardoor werd de stroom door de deken veel                                . Normaal gesproken voorkomt een                                   dat er kortsluiting bij een brand onstaat. 
GROTER
GROTER
KLEINER
KLEINER
ZEKERING
AARDLEKSCHAKELAAR

Slide 41 - Sleepvraag

Er zijn 2 .... een voor groep 1 t/m 4 en een voor groep 5 t/m 8. De .... schakelt de stroom uit bij lekstroom
A
Testknop
B
groep
C
Aardlekschakelaar

Slide 42 - Quizvraag

De aardlekschakelaar reageert op een lekstroom.
Wat is een lekstroom?

A
stroom die blijft lopen als een schakelaar uit staat
B
stroom die vanuit de installatie naar de aarde stroomt
C
stroom die van de pluspool naar de minpool stroomt

Slide 43 - Quizvraag

In moderne groepenkasten zitten elektronische zekeringen.
Wanneer schakelt een zekering de elektriciteit uit?
A
bij een lekstroom en bij kortsluiting
B
bij kortsluiting en bij overbelasting
C
bij een lekstroom en bij overbelasting
D
bij een lekstroom, bij kortsluiting en bij overbelasting

Slide 44 - Quizvraag

Hier zie je een wasmachine die is aangesloten op een stopcontact dat is voorzien van randaarde.

b) Leg uit hoe randaarde werkt.

c) Welke kleuren kan draad a hebben? Waarom is het niet zeker welke kleur draad a heeft?

Slide 45 - Open vraag

Aarding
Isolatie
Scheidings-
transformator
Aardlekschakelaar
Kortsluiting
Bij bijv. wasmachine. Als de kast onder spanning staat, gaat er via de aarde draad stroom lopen, waardoor de aardlekschakelaaruit slaat.
zorgt ervoor dat je niet bij het geleidende gedeelte komt.
Vooral bij scheren in badkamer gebruikt. Als je 1 pool pakt, loop je nog geen gevaar. Pas als je beide polen pakt, loop je gevaar.
Zodra er een lekstroom is, groter dan 30 mA schakelt de spanning uit (via een relais op de fasedraad).
Door bijvoorbeeld schade aan de draden, kan de stroom direct van plus naar minpool gaan; te grote stroom.

Slide 46 - Sleepvraag

Wat beschermt er niet tegen een lekstroom?
A
Aardlekschakelaar
B
Dubbele isolatie
C
Randaarde
D
Zekering

Slide 47 - Quizvraag

Mathijs wast zijn kleren met een heel oude wasmachine. Op een dag raakt hij het ijzeren omhulsel van de wasmachine aan en krijgt hij een schok. Als hij later in de meterkast kijkt ziet hij dat de aardlekschakelaar afgeslagen is. met welk elektrisch probleem heeft Mathijs te maken?

Slide 48 - Open vraag

Welk probleem is er ontstaan in de schakeling van de afbeelding?
A
Overbelasting
B
Lekstroom
C
Kortsluiting
D
Overspanning

Slide 49 - Quizvraag