Zelfstandige oefening - werkwoorden vervoegen

Sleep alle werkwoorden naar 'werkwoorden'
Alles wat geen werkwoord is sleep je naar 'geen werkwoord'.
Werkwoord
Geen werkwoord
huis
goede
lopen
zingen
zijn
hond
tafel
bloempje
tas
rood
bal
ik
shoppen
lopen
dansen
strijken
fietsen
geeft
1 / 14
volgende
Slide 1: Sleepvraag
NT2Voortgezet speciaal onderwijsMiddelbare schoolMBOLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Sleep alle werkwoorden naar 'werkwoorden'
Alles wat geen werkwoord is sleep je naar 'geen werkwoord'.
Werkwoord
Geen werkwoord
huis
goede
lopen
zingen
zijn
hond
tafel
bloempje
tas
rood
bal
ik
shoppen
lopen
dansen
strijken
fietsen
geeft

Slide 1 - Sleepvraag

Sleep alle werkwoorden naar 'werkwoorden'
Alles wat geen werkwoord is sleep je naar 'geen werkwoord'.
Werkwoord
Geen werkwoord
huis
goede
lopen
zingen
zijn
hond
tafel
bloempje
tas
rood
bal
ik
shoppen
lopen
dansen
strijken
fietsen
geeft

Slide 2 - Sleepvraag

Ik
Jij / hij / zij
Wij/jullie / zij
Het werkwoord: dansen
dans
danst
dansen

Slide 3 - Sleepvraag

Ik
Jij / hij / zij
Wij/jullie / zij
Zingen
zing
zingt
zingen

Slide 4 - Sleepvraag

Ik
Jij / hij / zij
Wij/jullie / zij
fietsen
fiets
fietst
fietsen

Slide 5 - Sleepvraag

Ik
Jij / hij / zij
Wij/jullie / zij
zwemmen
zwem
zwemt
zwemmen

Slide 6 - Sleepvraag

Ik ... .
A
voetbalt
B
voetbal
C
voetballen
D
voet

Slide 7 - Quizvraag

Ik ..... op de stoel.
A
zit
B
zitten
C
zitte
D
zitt

Slide 8 - Quizvraag

Jullie ... in de klas.
A
zit
B
zitten
C
leer
D
leren

Slide 9 - Quizvraag

Hij ... in een huis
A
woont
B
woon
C
wonen
D
won

Slide 10 - Quizvraag

Hij ... naar de natuur.
A
kijk
B
kijkt
C
kijken
D
kijkte

Slide 11 - Quizvraag

Wij ... naar het bord.
A
kijkte
B
kijken
C
kijk
D
kijkt

Slide 12 - Quizvraag

Zij (1 meisje)
.... een boek.
A
lezen
B
lees
C
leest
D
les

Slide 13 - Quizvraag

Ik ... door het veld.
A
loopt
B
loop
C
lopen

Slide 14 - Quizvraag