H3 Taalverzorging, spelling: tt

Nederlands H3
Taalverzorging, spelling: 
Je leert over de tegenwoordige tijd van de persoonsvorm. 

In je boek: bladzijde 84.
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Nederlands H3
Taalverzorging, spelling: 
Je leert over de tegenwoordige tijd van de persoonsvorm. 

In je boek: bladzijde 84.

Slide 1 - Tekstslide

Wat is de persoonsvorm?
Die jongen loopt naar het station.

Slide 2 - Open vraag

Persoonsvorm
Een van de werkwoorden in de zin is de persoonsvorm. Je gebruikt de tijdproef of de vraagproef om deze te vinden. 
De persoonsvorm kan in de tegenwoordige tijd (tt) en in de verleden tijd (vt) staan. 
tt = ik loop, vt = ik liep. tt = ik ga, vt = ik ging. 

Vandaag gaat het over de tegenwoordige tijd.

Slide 3 - Tekstslide

De ik-vorm
Je begint bij de ik-vorm
Werken - en = ik werk, werk jij?
Zwemmen - en = ik zwem, zwem jij?

Dan kun je verder naar de ik-vorm + t
ik werk > jij werkt of zij/ hij werkt. 
ik zwem > jij zwemt of zij/ hij werkt. 

Het hele werkwoord is voor: wij, jullie en zij. 
wij werken, zij werken. 
wij zwemmen, jullie zwemmen. 

Slide 4 - Tekstslide

Noteer persoonsvorm in de tegenwoordige tijd.
kopen
hij .....

Slide 5 - Open vraag

Noteer persoonsvorm in de tegenwoordige tijd.
drinken
wij ....

Slide 6 - Open vraag

Noteer persoonsvorm in de tegenwoordige tijd.
zwaaien
Piet ....

Slide 7 - Open vraag

Noteer persoonsvorm in de tegenwoordige tijd.
zingen
mijn vader ....

Slide 8 - Open vraag

Werkwoorden op -den
Bij de meeste werkwoorden hoor je dat er een -t achter komt. 
Hij werkt, jij zingt of zij praat

Bij werkwoorden die eindigen op -den hoor je dat niet. 
Bijvoorbeeld: vinden, redden, snijden. 
Vul dan in gedachten het werkwoord lopen in. 

Zij vind ... hem erg leuk. -t? Zij loopt hem erg leuk. Ja, een -t!
Ik vind ... het niet aardig. -t? Ik loop het niet aardig. Nee, geen -t!

Slide 9 - Tekstslide

Noteer persoonsvorm in de tegenwoordige tijd.
redden
ik ...

Slide 10 - Open vraag

Noteer persoonsvorm in de tegenwoordige tijd.
raden
hij ...

Slide 11 - Open vraag