Introductieles 1e jaars niveau 4 (SHV, FT)

Eerste les Nederlands van het schooljaar 
Welkom:)
1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Eerste les Nederlands van het schooljaar 
Welkom:)

Slide 1 - Tekstslide

Planning voor vandaag: 
- Voorstelrondje aan de hand van Lesson-up
- Wie ben ik? 
- Wat gaan we dit jaar precies doen 
- Deze periode 
- Regels in de klas
- Uitleg CV en Motivatie plus werkwoordspelling tt
- Zelfstandig werken Nu Nederlands 
 


Slide 2 - Tekstslide

Lesson up
Uitleg programma lesson up:
www.lessonup.nl

code invoeren
inloggen met je eigen naam


Slide 3 - Tekstslide

Wat is je voornaam?

Slide 4 - Woordweb

Waar woon je?

Slide 5 - Open vraag

Hoe oud ben je?

Slide 6 - Woordweb

Als je een bijbaan hebt, waar werk je?

Slide 7 - Open vraag

Noem een goede eigenschap
van jezelf.

Slide 8 - Open vraag

Welk vak vind je het leukst?

Slide 9 - Open vraag

Wat is in jouw ogen een goede docent?

Slide 10 - Open vraag

Ik vind het fijn om
A
zelfstandig te werken
B
klassikaal een opdracht te doen
C
in tweetallen/groepjes te werken

Slide 11 - Quizvraag

Wat vind jij een goede
(Nederlands) les?

Slide 12 - Woordweb

Ik ben goed in het vak Nederlands
A
mhoah
B
jawel
C
nee
D
ik wil docent Nederlands worden

Slide 13 - Quizvraag

Hier heb ik moeite mee als het gaat om Nederlands:

Slide 14 - Open vraag

Wie ben ik? 
Lisa van Halst
Docente Nederlands 
Nieuw op het Zadkine



Slide 15 - Tekstslide

Ik ben ..... jaar oud
A
25
B
28
C
33
D
39

Slide 16 - Quizvraag

Ik...
A
ben getrouwd
B
ben vrijgezel
C
ben verloofd
D
woon samen

Slide 17 - Quizvraag

Ik heb .... zussen
A
0
B
1
C
2
D
3

Slide 18 - Quizvraag

Waarom is het belangrijk om goed Nederlands te kunnen?

Slide 19 - Open vraag

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Programma Nederlands 
Verschillende onderdelen:
  • Lezen
  • Luisteren/kijken
  • Schrijven
  • Spreken/gesprekken

  • Veel opdrachten zijn algemeen maar sommige ook mode gerelateerd

Slide 23 - Tekstslide

Aankomende periode
  • 1 keer in de week Nederlands
  • Komende periode gaan we aan verschillende onderdelen werken: we beginnen met de onderdelen schrijven (CV en motivatiebrief voor stage), gesprekken voeren en werkwoordspelling.
  • Studiepunt voor CV en toets werkwoordspelling  

Slide 24 - Tekstslide

Mijn regels 
- Niet eten/ drinken alleen water/pakje o.i.d. Geen frisdrank. 
- Wees op tijd!
- Telefoons in tas
- Tas op de grond
- Gezelligheid :)
-Wederzijds respect
-Luisteren naar elkaar en elkaar laten uitpraten

Slide 25 - Tekstslide

FOUTEN MAKEN MAG!! 

Slide 26 - Tekstslide

Benodigdheden?


- Laptop of tablet
- Licentie Nu Nederlands (3F ) Al aangeschaft en/of geactiveerd??
Activatiecode 3F= 02848
- Iets om mee te schrijven
- Iets om op te schrijven



Slide 27 - Tekstslide

Vragen? 

Slide 28 - Tekstslide

Hoe ziet een CV eruit?
Denk er even over na wat er volgens jou allemaal in een CV wordt benoemd. 

Slide 29 - Tekstslide

Schrijven van een CV
  • Een cv is een overzicht van je persoonlijke gegevens, zoals jouw opleiding(en), werkervaring en interesses.

  • Een goed CV heeft een duidelijke indeling, is prettig leesbaar en niet te lang. 

  • Jouw CV is samen met je motivatie een soort visitekaartje waarmee je je interesse en geschiktheid voor de functie laat zien. 


Slide 30 - Tekstslide

  • Hoe heeft Rosa haar     
werkervaring en opleidingen geordend?
  • Waarom zou ze dat zo gedaan hebben?
  • Wat is een referentie?
  • Rosa solliciteert bij een restaurant als kok. Zij heeft als hobby’s en interesses ook tv-kijken, sporten en koken. Waarom is het rijtje dat in het cv staat, beter?

Slide 31 - Tekstslide

Welke eisen worden vaak aan een functie in jouw beroepsrichting gesteld?

Slide 32 - Tekstslide

Motivatie

Slide 33 - Tekstslide

Motivatiebrief

Slide 34 - Tekstslide

Hoe moest het ook alweer?: Persoonsvorm tegenwoordige tijd
1. Hele werkwoord, bijvoorbeeld vinden. 
2. Haal -en er vanaf; dan heb je de stam: vind
3. Hij (.........) dat het korter moet. (vinden)

-------------------------------------->>>>

Gebruik een vorm van het werkwoord lopen om te horen of er een -t achter de -ik vorm komt-> hij loopt, dus ook: hij vindt
                                          

Slide 35 - Tekstslide

Hoe kun je de persoonsvorm in een zin vinden?
A
Je verandert de zin naar een andere tijd.
B
Je kijkt naar de andere werkwoorden in de zin.
C
Je maakt een vraagzin.
D
kies alle werkwoorden behalve de voltooid deelwoorden

Slide 36 - Quizvraag

Vul de juiste werkwoordsvorm van 'vervelen' in

Deze film ......... nooit.

Slide 37 - Open vraag

(verhuizen)
Eric ........ de spullen naar een nieuwe werkplek.

Slide 38 - Open vraag

De ballon (belanden) in de boom.

Slide 39 - Open vraag

Ik (vinden) er niets aan.

Slide 40 - Open vraag

De kip (broeden) al 2 weken.

Slide 41 - Open vraag

Ik (aanvaarden) jouw voorstel.

Slide 42 - Open vraag

Hij (aanvaarden) het niet.

Slide 43 - Open vraag

Ik (schelden) nooit iemand uit.

Slide 44 - Open vraag

(vinden)......u het goed als ik straks even op bezoek (komen............? (tegenwoordige tijd)
A
vind, kom
B
vindt, kom
C
vind, komt
D
vindt, komt

Slide 45 - Quizvraag

Tijdens het koken van de aardappels.......(verwonden)hij mijn hand. (tegenwoordige tijd)
A
verwondde
B
verwondt
C
verwond
D
verwondden

Slide 46 - Quizvraag

Zelfstandig werken
  • Maken opdracht 1 t/m 6 van NU Nederlands                                      2.7 Sollicitatiebrief en CV (onderdeel schrijven)

Slide 47 - Tekstslide

Volgende les
  • verder met CV en motivatie
  • werkwoordspelling verleden tijd 

Slide 48 - Tekstslide