H7.3 deel 1

VWO 4 
7.3 Het ancien régime

Lesdoelen:
In deze paragraaf leer je:
- hoe de Amerikaanse revolutie verliep.
- hoe de Bataafse revolutie verliep


KA: De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap.
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

VWO 4 
7.3 Het ancien régime

Lesdoelen:
In deze paragraaf leer je:
- hoe de Amerikaanse revolutie verliep.
- hoe de Bataafse revolutie verliep


KA: De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap.

Slide 1 - Tekstslide


Je ziet een Franse spotprent uit 1789. Welke uitspraak over de tekening is waar?
Gebruik de bron
A
De onderste man, die krom loopt, hoort bij de derde stand. De tekenaar wil met deze tekening zeggen dat het goed is om de derde stand hard te laten werken.
B
De onderste man, die krom loopt, hoort bij de derde stand. De tekenaar wil met deze tekening zeggen dat de derde stand wordt uitgebuit door de eerste en de tweede stand.
C
De bovenste twee mensen horen bij de derde stand. De tekenaar wil met deze tekening zeggen dat de derde stand lui is en harder zou moeten werken.
D
De bovenste twee mensen horen bij de derde stand. De tekenaar wil met deze tekening zeggen dat de derde stand bestaat uit verstandige mensen die anderen voor zich laten werken.

Slide 2 - Quizvraag

Nadat Pruisen een aantal malen getroffen was door mislukte graanoogsten, vaardigde koning Frederik de Grote op 24 maart 1756 het zogenaamde Kartoffelbefehl (aardappelbevel) uit, omdat hij ervan overtuigd was dat met het verbouwen van aardappels hongersnood kon worden voorkomen. Ambtenaren moesten zijn onderdanen kennis laten maken met het nut van de aardappelplant en ervoor zorgen dat deze plant op iedere beschikbare plek werd verbouwd.

Het Kartoffelbefehl past bij het Verlichte beleid van Frederik de Grote. Leg dit uit.

Slide 3 - Open vraag

VWO 4 
7.3 De democratische revoluties
De Amerikaanse revolutie
Ancien régime                   democratische revoluties                     rechtsstaat









De eerste democratische revolutie gebeurde in Noord- Amerika, waar dertien Britse koloniën in opstand kwamen tegen het moederland.
Bestuur voor de democratische revoluties.
Waarin mensen niet gelijk zijn, maar de rijke adel/ geestelijken genoten privileges.
Landen werden bestuurd door een kleine groep rijken, een absoluut vorst of een verlicht absoluut vorst.

Revoluties waarbij burgers streden voor politieke invloed en gelijkheid.
- Amerikaanse revolutie
- Franse revolutie
- Bataafse revolutie
Staat waarin de gelijke rechten en plichten zijn vastgelegd in eigen gemaakte (door het volk) wetten, waaraan iedereen (inclusief de overheid) zich aan moet houden. Onderdanen werden hierdoor burgers met politieke rechten en plichten.
Ze gingen een gemeenschap vormen die zichzelf bestuurden

Slide 4 - Tekstslide

VWO 4  7.3 De democratische revoluties
De Amerikaanse revolutie
--> de onafhankelijkheidsoorlog van de 13 Amerikaanse 
koloniën. Oorzaken:
 - Hoge belastingen: no taxation without representation 
(1765, symbool voor het start van de Amerikaanse 
revolutie.
- Opkomende verlichtingsideeën 

--> conflict loopt nog verder op. Op 4 juli 1776 verklaarde het congres (gekozen door de opstandige staten) de opstand zichzelf onafhankelijk.
Amerikaanse rechtsstaat is gebaseerd op het idee van John Locke.
Rechtsstaat gebaseerd op het idee dat alle mensen gelijk zijn en onvervreemdbare rechten hebben.
Regeringen moeten die mensenrechten garanderen. Als dat niet mag gebeurd, mar het volk de regering afzetten en een nieuwe instellen.

Slide 5 - Tekstslide

VWO 4 
7.3 De democratische revoluties
Groot-Brittannië stuurde Britse soldaten, maar gaf in 1783 de strijd op. De dekolonisatie was een feit.

Vanaf 1787 grondwet + Bill of right.--> nationale regering o.l.v. de president:
1. belasting heffen    2. wetten uitvaardigen.
                                                        Om machtsmisbruik te voorkomen --> Scheiding 
                                                         der machten.




                                                           
 President en het Congres worden democratisch gekozen door staatsburgers (blanke mannen).

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

De Amerikaanse Revolutie (1776) was gebaseerd op verlichtte idealen. Combineer de uitleg met het verlichtingsideaal.
John Locke: onvervreemdbare rechten & sociaal contract
Montesquieu: trias-politica / driemachtenleer

alle mensen zijn gelijk
recht op leven, vrijheid en het streven naar geluk.
de regering moet de mensenrechten garanderen
het gezag van de regering is gebaseerd op de instemming van het volk.
de staatsmacht is in verschillende handen.
Congres (senaat & Huis van Afgevaardigden), president en hooggerechtshof
wetgevende, uitvoerende en rechtsprekende macht

Slide 8 - Sleepvraag

VWO 4 
7.3 De democratische revoluties
De Bataafse revolutie
De Republiek was kansloos in de Vierde Engelse Zeeoorlog. Van der Capellen schreef een pamflet waarin hij de stadhouder daarvan de schuld gaf. Dit was het startsein voor de patriotten, zij kwamen in opstand en namen in enkele steden de macht over. In 1787 maakte een Pruisisch leger daar een eind aan.​

In 1795 begon de Bataafse Revolutie met de inval van het Franse leger. De Bataafse Republiek werd uitgeroepen met een scheiding van kerk en staat.​

De Nationale Vergadering was verdeeld of de gewesten zelfstandig mochten blijven of dat er een eenheidsstaat moest komen.​




Inval van het Pruissische leger

Slide 9 - Tekstslide

VWO 4 
7.3 De democratische revoluties
De Bataafse revolutie
Frankrijk greep in toen de Nationale Vergadering het niet eens werd. ​

Gevolgen:​
1798: Nederland werd een eenheidsstaat met algemeen mannenkiesrecht​
1805: Napoleon schafte de Nederlandse democratie af, einde van de Bataafse Revolutie​
1806: Napoleon hief Bataafse Republiek op, Nederland werd een koninkrijk​
1810: Napoleon lijfde Nederland bij Frankrijk in​
1813: Nederland werd bevrijd, werd weer een monarchie en eenheidsstaat​







Koning Holland, Lodewijk Napoleon (broertje)
Napoleon Bonaparte
Bekijk de video tot 28:34

Slide 10 - Tekstslide

VWO 4 
7.3 De democratische revoluties
Aan de slag!
- Kijk de eindopdrachten 7.2 na.
- Maak de gedeelde LessonUp

Slide 11 - Tekstslide

Bij elke oorzaak past een gevolg. Maak de goede combinaties.
Lodewijk XVI stuurde soldaten naar Parijs om de bijeenkomst voor de nieuwe grondwet te stoppen.
Franse troepen trokken samen met de patriotten Nederland binnen.
Napoleon maakte van Frankrijk een dictatuur.
Lodewijk Napoleon werd koning van Nederland.
Het volk bestormde de Bastille.
Willem V vluchtte naar Engeland.
Eén man maakte voortaan de nieuwe wetten en benoemde of ontsloeg de ministers.
Hierdoor kwam een einde aan de Bataafse Republiek.

Slide 12 - Sleepvraag

Gebruik afbeelding 7.12. Leg uit dat deze afbeelding past bij het kenmerkend aspect van deze paragraaf.

Slide 13 - Open vraag

Noem twee gebeurtenissen die het verzet tegen het ancien régime in Nederland aanwakkerden.

Slide 14 - Open vraag

Beschrijf op welke wijze Van der Capellen tot den Pol de patriottenbeweging in 1781 startte en welke argumenten hij daarbij gebruikte.

Slide 15 - Open vraag

Toon aan dat Johan Van der Capellen tot den Pol een verlicht denker was.

Slide 16 - Open vraag