Voorbereiden SE3 parlementaire democratie en rechtsstaat

voorbereiden se-week 25 mei
stof:
hoofdstuk 1: parlementaire democratie
hoofdstuk 2: rechtsstaat (paragraaf 1 en 2)
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

voorbereiden se-week 25 mei
stof:
hoofdstuk 1: parlementaire democratie
hoofdstuk 2: rechtsstaat (paragraaf 1 en 2)

Slide 1 - Tekstslide

vandaag:
afronden rechtstaat § 1 en 2
afronden parlementaire demcratie § 1 t/m 7

De hoofdlijnen

Slide 2 - Tekstslide

Politiek in Nederland
(gaat o.a. over het oplossen van) maatschappelijke problemen (nationaal en internationaal)
Noem een voorbeelden?



Slide 3 - Tekstslide

Politiek in Nederland
Grondwet: daarin staan o.a. onze grondrechten beschreven. Maar ook de taken van de verschillende machten (trias politica) 

Rechten van het parlement (Tweede Kamer/Eerste kamer)

Slide 4 - Tekstslide

Politiek in Nederland
Politiek partijen

Slide 5 - Tekstslide

Politiek in Nederland
Verkiezingen: op wie stemmen we? Welke macht is dat?

Constitutionele monarchie

Regering/kabinet?

Slide 6 - Tekstslide

Politiek in Nederland
districtenstelsel tot 1848, daarna stelsel van evenredige vertegenwoordiging
Allebei hebben ze voordelen en nadelen 

Slide 7 - Tekstslide

Politiek in Nederland
hoe stemmen wij?
Weten we op wie we moeten stemmen? En hoe weten we dat?

Zwevende kiezers vs strategische kiezers

Slide 8 - Tekstslide

Politiek in Nederland
functies van de media in een democratie

functies van de media in een dictatuur 

Slide 9 - Tekstslide

Klassieke grondrechten (1848) en sociale grondrechten(1983)
klassieke grondrechten (1848) (macht van de koning wordt ingeperkt)
Vrijheid van meningsuiting, vrijheid van vereniging en vergadering, vrijheid van godsdienst.
Allemaal voorbeelden van liberale ideeen. 

Slide 10 - Tekstslide

trias politica (18e eeuw - Verlichting)
uitvoerende macht (kabinet/regering)
wetgevende macht (Tweede Kamer en regering)
rechtsprekende macht: rechters (zijn onafhankelijk van de regering en de Tweede Kamer, controleren in feite de uitvoering van de wetten)

Slide 11 - Tekstslide

Klassieke grondrechten (1848) en sociale grondrechten(1983)
sociale grondrechten (1983); overheid heeft inspanningsverplichting op gebied van onderwijs, huisvesting, volksgezondheid en bestaanszekerheid
(sociale grondrechten zijn niet te claimen door burgers)

Slide 12 - Tekstslide

soms botsen grondrechten
actueel: recht op demonstratie in corona-crisis (anderhalve meter samenleving)


vaak actueel: recht op vrijheid van meningsuiting versus recht op vrijheid van godsdienst

Slide 13 - Tekstslide

parlementaire democratie
NL is een parlementaire democratie
dus indirect (burgers stemmen op volksvertegenwoordigers in de Tweede Kamer)
NL is constitutionele monarchie (een land met een grondwet en koning)

Slide 14 - Tekstslide

parlementaire democratie
In die grondwet staan (liberale) vrijheden vermeld.
Er staan dus o.a. grondrechten in, zoals:
- vrijheid van meningsuiting
- vrijheid van godsdienst
etc. 


Slide 15 - Tekstslide

parlementaire democratie
politieke stromingen:
links (socialisme, of sociaal democratie):
voor gelijkheid, dus opheffen tegenstelling arm/rijk in de samenleving (via het parlement, dus via wetten)
(progressief = voor verandering/modernisering)

SP, Groen Links, PvdA

Slide 16 - Tekstslide

parlementaire democratie
Rechts (o.a. liberalisme en populisme)
voor individuele vrijheid
Dus weinig overheidsbemoeienis 
conservatief (behoudend)

liberale partijen: D66, VVD
populistische partijen: PVV, FvD

Slide 17 - Tekstslide

parlementaire democratie
bekijk goed de schema's van blz 17, 18, 19, 41
over verkiezingen:
- Tweede Kamerverkiezingen
- Proviciale Statenverkiezingen
- Gemeenteraadsverkiezingen
- verkiezingen voor het Europees Parlement
(En let er vooral op wie de burger kiest, en wie andere posities benoemt (zoals de burgemeester, benoemt door de regering)

Slide 18 - Tekstslide

parlementaire democratie
Regering: ministers + koning
Kabinet: ministers + staatssecretarissen
na verkiezingen kabinetsformatie (blz 36)

in NL nooit 1 partij alle macht, maar een coalitie van partijen

Slide 19 - Tekstslide

parlementaire democratie
In een democratie ook van belang:
de media (de vierde macht)
lobbyisten (mensen die politiek proberen te beinvloeden voor belangen van bv grote bedrijven)

Slide 20 - Tekstslide

parlementaire democratie
neem ook nog eens door:
opdracht 1, opdracht 2 en opdracht 3 op blz 12 en 13 in je werkboek!!!

over voorwaarden voor een goed functionerende democratie, over het referendum; zie voors en tegens:

Slide 21 - Tekstslide

voor 
1. Een referendum betrekt de bevolking bij
belangrijke politieke besluiten.
2. Het parlement moet serieus rekening
houden met de opvattingen van de
kiezer.
tegen
1 Het gaat bij referenda meestal om een
heel ingewikkelde kwestie. De kiezer
heeft daar onvoldoende kennis van.
2 Referenda zijn een ondermijning
van de parlementaire democratie. Kamerleden hebben bij de verkiezingen mandaat gekregen om namens de kiezer beslissingen te nemen.

Slide 22 - Tekstslide

parlementaire democratie
Tot slot:
neem ook goed door:
§6 en §7 van hoofdstuk 1 en neem daarbij je werkboek van die paragrafen nog eens door! 

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide