AE 3 Les 3 Geldschepping en Secundaire Banken

Afspraken online lessen
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
economische vakkenSecondary Education

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Afspraken online lessen

Slide 1 - Tekstslide




§2.1 Vraag 1 t/m 6

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

2.2 Geldschepping





Bank is een instelling die er haar bedrijf van maakt KREDIETEN  te verlenen, hetzij uit eigen, het zij uit van derden verkregen, het zij uit geschapen middelen.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video




Primaire banken zijn banken die in staat zijn om geld te scheppen. Ze kunnen ervoor zorgen dat de geldhoeveelheid groter of kleiner wordt.

Slide 8 - Tekstslide

Voorbeelden
Primaire banken

Slide 9 - Woordweb

Voorbeelden van geldschepping:
Je hebt 100,- op je rekening en pint 175,-. Je staat nu 75,- in het "rood". Er is nu 75,- meer in omloop => geldschepping
Je sluit een persoonlijke lening om je huis op te knappen. De bank stort 7500,- op je rekening => geld was er eerst niet, nu wel => geldschepping

Slide 10 - Tekstslide

Je hebt 1500,- op je rekening staan. Je pint 100,-.

Is er sprake van geldschepping? Nee, maatschappelijke geldhoeveelheid is hetzelfde gebleven

Eerst 1500,- giraal geld
Nu 1400,- giraal geld en 100,- chartaal geld

Slide 11 - Tekstslide

Maatschappelijke geldhoeveelheid
Al het girale en chartale geld in handen van niet-geldscheppende instellingen (consumenten, bedrijven en secundaire banken) heet de maatschappelijke geldhoeveelheid

De centrale bank regelt de hoeveelheid geld in een land / gebied. 



Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Niet-geldscheppende instellingen zijn:
- Gezinnen
- Bedrijven
- Secundaire banken

Geldscheppende instellingen zijn:
- De Centrale bank (brengt bankbiljetten in omloop)
- de Staat (brengt munten in omloop)
- De primaire banken (brengen giraal geld in omloop)

Slide 14 - Tekstslide




=> Secundaire banken kunnen geld lenen maar scheppen geen geld.

Slide 15 - Tekstslide

Zodra er geld op een rekening van een persoon of een bedrijf stort dat er nog niet op stond, wordt er geld geschapen, maar er zijn 2 uitzonderingen:
1. bij een storting op eigen rekening bij een bank.
2. bij een overboeking van de ene rekeninghouder naar de andere

Slide 16 - Tekstslide

Bij geldvernietiging wordt de maatschappelijke geldhoeveelheid kleiner.

Geldvernietiging is wanneer je geld terugbetaalt aan de Bank. Door je krediet af te lossen of het bedrag dat je rood stond aan te zuiveren.

Slide 17 - Tekstslide

Spaargeld overmaken naar je betaalrekening (rekening courant) is...
A
Transformatie (niet-geld wordt geld of andersom)
B
Substitutie (giraal wordt chartaal of andersom)
C
Geldvernietiging
D
Geldschepping

Slide 18 - Quizvraag

Je hypotheek terugbetalen is ...
A
Transformatie
B
Substitutie
C
Geldvernietiging
D
Geldschepping

Slide 19 - Quizvraag

De Nederlandse Bank

Slide 20 - Tekstslide

De Centrale bank geeft voorschriften over de bedragen die de banken mogen uitlenen om te voorkomen dat er veel geld in omloop komt ( kans op inflatie). Ook kunnen ze de officiële rente verhogen, dan wordt het lenen ook duurder.

Slide 21 - Tekstslide

vragen
VRAGEN? 

Slide 22 - Tekstslide

Huiswerk:
Maak vraag 7 t/m 14

Slide 23 - Tekstslide