Verslag van het alledaagse

Cultuur van de Romantiek en het realisme
19de eeuw  



§7.2 Verslag van het alledaagse 
1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
Beeldende vormingVoortgezet speciaal onderwijs

In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

Onderdelen in deze les

Cultuur van de Romantiek en het realisme
19de eeuw  



§7.2 Verslag van het alledaagse 

Slide 1 - Tekstslide


19e eeuw


De Industriële Revolutie zorgt voor grote veranderingen: velen verhuizen van het platteland naar de stad. In de stad werken de meeste mensen als arbeider in de fabriek, maar er ontstaat ook een middenklasse met meer geld en vrije tijd. Zij geniet van de moderne ontwikkelingen in de stad. 
Romantische kunstenaars staan niet stil bij deze nieuwe ontwikkelingen, maar er zijn ook kunstenaars die dat juist wél doen.

Slide 2 - Tekstslide

Realisme
Voor romantische kunstenaars zijn emoties en de fantasie het allerbelangrijkst. Maar rond 1830 beginnen kunstenaars meer belangstelling te ontwikkelen voor de werkelijkheid. Zij willen realisme, kunst over onderwerpen die iedereen ook met zijn eigen ogen kon zien . 

Slide 3 - Tekstslide

Realisme in de beeldende kunst
De realistische schilders tonen het harde leven in de fabriek op op het platteland. Ze gebruiken daarbij grove penseelstreken en donkere kleuren, dit druist in tegen de heersende romantische mode. 

Slide 4 - Tekstslide

Francois Millet
realistisch schilder 


Millet is een van de bekendste realistische schilders. Hij schildert het leven op het Franse platteland. Voor het eerst worden boeren met eerbiedige wijze en op groot formaat weergegeven op een doek. Hij geeft het harde leven van de boeren weer, in plaats van een geromantiseerd ideaalplaatje. Daarbij maakt hij gebruik van donkere kleuren, een grove penseelstreek en harde contrasten. 

Slide 5 - Tekstslide

Millet - De Arenleesters (1857)
Deze vrouwen rapen de graankorrels van de grond die zijn achtergebleven na de oogst. Dit was het recht van de allerarmste mensen van het dorp. 

Slide 6 - Tekstslide

Bekijk het schilderij De Arenleesters. (vorige dia) Leg aan de hand van drie kenmerken uit waarom dit schilderij typisch is voor het realisme.

Slide 7 - Open vraag

Francois Millet

Tijdgenoten vinden zijn schilderijen vreselijk lelijk; het was grof geschilderd en bovendien vonden ze het ongepast dat boeren op een dergelijk groot formaat worden weergegeven. Een schilder zou schoonheid moeten weergeven en dat deed Millet niet. Maar hij wordt wel een grote inspiratiebron voor andere kunstenaars zoals Van Gogh.

Slide 8 - Tekstslide

Millet - 
De Zaaier (1850)

Slide 9 - Tekstslide

Van Gogh -  
De zaaier, naar Millet

Slide 10 - Tekstslide

Van Gogh - 
De zaaier

Slide 11 - Tekstslide

Realisme
in de literatuur en op het toneel

Aan het einde van de 19e eeuw worden 'echte mensen' steeds vaker het onderwerp in boeken en toneelstukken. Deze stroming wordt het naturalisme genoemd. 
Op hoop van zegen (1900) geschreven door Heijermans is een naturalistisch toneelstuk. Dit stuk gaat over een vissersdorp dat getroffen wordt door het vergaan van een vissersboot. In het stuk staat het enorme verdriet van de bevolking recht tegenover de houding van de rederij, die zich eigenlijk alleen maar druk maakt om zijn winst

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Stanislavski
Dit naturalistisch toneel vraagt om een nieuwe speelstijl; minder groots en overdreven en meer realistische dialogen. De Russische regisseur Stanislavski wil dat zijn acteurs in de huid van hun personage kruipen. Acteurs moeten het verdriet van hun personages zelf echt voelen. Stanislavski stimuleert zijn acteurs om hun eigen vergelijkbare herinneringen op te roepen, zodat ze deze emoties kunnen verbinden aan hun toneelrol.
Deze acteermethode noem je 'Method Acting' . Voor meer info volgt er een kort filmpje

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Verisme

Ook in de opera komt het realisme op. In de Italiaanse opera is de belcanto populair. Letterlijk betekent dit 'schone zang', in de praktijk betekent dit dat de nadruk ligt op moeilijke melodielijnen (en niet op de inhoud van de tekst). Guiseppe Verdi combineert de belcanto met het realisme. 
Verisme - stroming in de Italiaanse opera in de 19e eeuw, realistische onderwerpen over echte mensen. Kenmerken: heftige dramatiek, extreme emoties

Slide 16 - Tekstslide

Verdi - La Traviata (1853)
opera gebaseerd op naturalistische roman La dame aux camélias van A. Dumas. 
Hoofdpersoon Violetta, een rijke courtisane, probeert haar oude courtisaneleventje te verlaten met de liefde van haar leven. Maar dit mislukt en uiteindelijk sterft ze in zijn armen
Een duet uit deze opera is bij iedereen bekend...
Bekijk het volgende fragment

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Hoewel La Traviata een opera is uit de 19e eeuw, kiezen regisseurs er soms voor om de opera te situeren in de huidige tijd. Bekijk als voorbeeld het volgende fragment

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

De regisseur van de Metropolitan Opera heeft ervoor gekozen om La Traviata te situeren in de huidige tijd. Verdedig deze keuze

Slide 21 - Open vraag

In 1853 gaat La Traviata in première in een theater in Venetië. De opera breekt met de geldende traditie en wordt als zeer vernieuwend ervaren. Leg dit uit in je eigen woorden

Slide 22 - Open vraag

Technische vooruitgang
Producten die in de industrie worden vervaardigd worden in de 19e eeuw niet beschouwd als kunst, dat blijft het werk van een ambachtsman of een kunstenaar. Maar de technische vooruitgang biedt wél veel mogelijkheden.

Slide 23 - Tekstslide

Fotografie
In 1826 wordt de eerst foto gemaakt met een belichtingstijd van 8 uur. De ontwikkeling hierna gaat snel technieken verbeteren enorm; de belichtingstijd wordt steeds minder. 

Slide 24 - Tekstslide

Daguerre - Boulevard du Temple (1838)
Deze foto is gemaakt door de uitvinder van de daguerreotype, de 'foto' wordt hierbij vastgelegd op een vooraf geprepareerde zilverplaat. Nogmaals afdrukken is hierbij niet mogelijk.
De daguerreotype vereist een belichtingstijd van 10 minuten. Mensen die over de boulevard lopen zijn daarom niet op de foto te zien. De man die stilstaat om zijn schoenen te laten poetsen (zie cirkel) wél

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Schilders zijn niet allemaal even enthousiast over de ontwikkeling van de fotografie. Leg uit waarom niet

Slide 27 - Open vraag

Kunstenaars en fotografie
De meeste 19e eeuwse kunstenaars beschouwen de foto als een handig hulpmiddel; de ontwikkeling van draagbare camera's maakt het voor schilders mogelijk om hun onderwerpen te fotograferen. 
Fotografie wordt echter nog niet beschouwd als zelfstandige kunstvorm (zoals later wel zal gebeuren)

Slide 28 - Tekstslide

Fotografie is geen kunstvorm, althans dat vindt men in de 19e eeuw. Geef een argument voor en tegen deze stelling

Slide 29 - Open vraag

Industrieel ontwerp
Maar ook meubelmakers ontdekken al snel de voordelen massaproductie in een fabriek, zoals bijvoorbeeld Thonet. Hij ontwikkelt een manier om beukenhout te buigen met stoom en vraagt meteen het patent aan op deze methode. Thonet is de eerste industrieel ontwerper. Op de volgende dia zie het meeste bekende ontwerp van Thonet

Slide 30 - Tekstslide

Thonet - Stoel no. 14
Thonet is de eerste ontwerper die gebruik maakt van gebuigd beukenhout. Dat doet hij vooral uit praktische overweging; de gelijmde meubels die hij ontwerpt kunnen niet tegen het klimaat in de koloniën.

Slide 31 - Tekstslide

De meubels van Thonet zijn een commercieel succes. Noem 3 aspecten die dit succes bepalen

Slide 32 - Open vraag

Ontstaan van het impressionsime
Voor realistische schilders is het onderwerp van groot belang; voor de impressionisten is vooral de registratie van licht en kleur van groot belang, het onderwerp doet er niet zoveel toe. Een schilderij zou moeten laten zien wat het oog ook ziet. Dit zijn momentopnames, het licht verandert immers continu. Impressionisten werken vaak in de buitenlucht, dat is mogelijk omdat verf nu ook kant en klaar in tubes te koop is. 

Slide 33 - Tekstslide

Monet - Impression soleil levant (1872)
De term impressionisme is bedacht door een kunstcriticus en ontleend aan dit schilderij. De criticus vond de impressionistische schilders maar klodderaars; hun schilderijen zagen eruit alsof ze niet af waren. 

Slide 34 - Tekstslide

Bekijk de volgende dia. Tussen 1892 en 1894 schildert Monet meer dan 30x de kathedraal van Rouen, steeds vanuit hetzelfde standpunt, op een ander moment van de dag. Verklaar deze keuze vanuit de uitgangspunten van het impressionisme

Slide 35 - Open vraag

Claude Monet - Kathedraal van Rouen
Claude Monet - Kathedraal van Rouen

Slide 36 - Tekstslide

Inspiratiebronnen
De fotografie was een belangrijke bron van inspiratie voor de impressionisten; een foto legt een momentopname vast, dat is precies wat de impressionisten ook na streven.
Daarnaast zijn ook de Japanse houtsnedes een belangrijke bron van inspiratie. De Japanse kunstenaars gebruiken compleet andere standpunten en afsnijdingen dan men in het westen gewend is. 
Pas in de 19e eeuw begint Japan op grote schaal met handel met Europa en Amerika. Veel handelswaar wordt verpakt in misdrukken van Japanse prenten. De prenten worden vervolgens in Europa weer te koop aangeboden en door kunstenaars als de impressionisten verzameld.

Slide 37 - Tekstslide

Salon de Paris

In Parijs worden door de Franse overheid grote kunsttentoonstellingen georganiseerd. De Académie des Beaux-Arts bepaalt welke kunstwerken hier tentoon worden gesteld. Er zijn strenge, conservatieve eisen voor toelating tot de tentoonstelling. Dat betekent historische of mythologische onderwerpen en een precieze schilderstijl met veel details. Het perfecte plaatje. 
Deze kunsttentoonstellingen worden druk bezocht, zeker op zondag als de toegang voor iedereen gratis is. Het publiek kan zo leren wat goede kunst is. 
In 1863 was de Geboorte van Venus ,geschilderd door Cabanel (zie volgende dia), een van de schilderijen die de goedkeuring van de jury kreeg 

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Dit schilderij voldeed volgens de jury aan de toelatingseisen van de Salon. Zo heeft het schilderij een zeer glad oppervlak.
Noem nog twee aspecten van de vormgeving die voldeden aan de eisen van de jury.

Slide 40 - Open vraag

Geef aan waarom het schilderij van Cabanel voldeed aan de eisen van de jury qua onderwerp.

Slide 41 - Open vraag

De Salon in 1880

Slide 42 - Tekstslide

Refusé

Afgewezen worden door de jury van de Académie betekent vaak het einde van je carrière als kunstschilder. Maar daar was veel commentaar op...

Slide 43 - Tekstslide

Niet voor niets stelt Honoré Daumier het weer op komen halen van afgewezen kunstwerken voor als een lijkstoet. De enorme afhankelijkheid van de jury komt door de nonopoliepositie van de Salon in het Parijse kunstleven. Het is de enige mogelijkheid die de kunstenaar heeft om in contact te komen met verzamelaars, galeriehouders en critici. Een R (van refusé) op de achterkant van het schilderij of op het spierraam betekent vaak dat een werk nooit verkocht wordt.  Zo'n schilderij is immers 'gerefuseerd', d.w.z. geweigerd voor de jaarlijkse Salontentoonstelling en bijgevolg is het veel minder waard.

Slide 44 - Tekstslide

Met deze spotprent geeft de kunstenaar Honoré Daumier commentaar  op de gang van zaken bij de Salon. Het onderschrift luidt: "Dit jaar nóg meer Venussen... altijd Venussen... alsof er vrouwen bestaan die er zo uitzien !".

Slide 45 - Tekstslide

Bekijk de spotprent op de vorige dia. De kritiek van Daumier blijkt niet alleen uit het onderschrift, maar ook uit de wijze waarop hij deze scène heeft verbeeld. Zo zijn er veel schilderijen van Venus te zien.
Noem nog drie aspecten waaruit de kritiek blijkt.

Slide 46 - Open vraag

Salon des Refusés
In 1863 wijst de jury van de Salon meer dan de helft van de ingediende werken af. De protesten van kunstenaars en de pers die volgen leiden ertoe dat afgewezenen hun werken elders mogen laten zien: op de Salon des Refusés (Salon der geweigerden). Daar kan het publiek zelf oordelen. Ook deze Salon wordt een groot succes, al komt het publiek vooral ter vermaak.

Een van de werken die daar tentoon wordt gesteld is Déjeuner sur l'herbe geschilderd door Manet (zie volgende dia)

Slide 47 - Tekstslide

Slide 48 - Tekstslide

Ophef!
Déjeuner sur l'herbe veroorzaakt veel ophef. De verontwaardiging lijkt opmerkelijk, want Manets werk toont gelijkenissen met Le Concert champêtre (Pastoraal Concert) uit 1509, dat wordt toegeschreven aan Titiaan (volgende dia). Dit werk bevond zich sinds 1671 in de Franse koninklijke collectie en werd hoog gewaardeerd.
Een van de redenen voor de ophef is de grove wijze van schilderen van Manet. Zijn werk mist de verfijnde afwerking zoals het werk van Titiaan en wordt daardoor als onaf gezien.

Slide 49 - Tekstslide

Slide 50 - Tekstslide

Beschrijf nog drie aspecten van Le Déjeuner sur l'Herbe waarover ophef ontstond. Betrek daarbij telkens het verschil met Le Concert champêtre in je antwoord.

Slide 51 - Open vraag