HEY 7.1 De pH van een oplossing

7.1 De pH van een oplossing
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

7.1 De pH van een oplossing

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Je leert wat de pH van een oplossing is.
Je leert hoe je de pH van een oplossing kunt meten.

Slide 2 - Tekstslide

pH


pH = potentia hydrogenii =  concentratie waterstofionen

Slide 3 - Tekstslide

Zuren en basen
  • De zuurgraad van oplossingen noemen we de pH-waarde.
  • pH-schaal loopt van 0 tot 14.
  • Hoe zuurder de oplossing, hoe lager de pH.
  • Hoe basischer de oplossing, hoe hoger de pH.
  • Een neutrale oplossing heeft pH 7.
  • In de scheikunde is het niet zuur vs. zoet, maar zuur vs. basisch.

Slide 4 - Tekstslide

  • moleculaire stof (formule begint meestal met H atoom/atomen)
  • bij oplossen laten H+ ionen los
  • smaken zuur 
  • kleuren blauw lakmoes rood (rood blijft rood)
  •  sterke zuren ontkalken/ tasten onedele metalen aan/maken bacterie groei onmogelijk
  •  zure oplossingen geleiden stroom
  • bij elektolyse van zuur en bij etsen (= onedel metaal + zure oplossing) onstaat H2(g) 
Kenmerken zuren (pH 0-7)                 en      basen (pH 7-14)
  • moleculaire stof
  • tasten de huid aan
  •  kan H+ ionen opnemen
  •  smaken zeepachtig (niet proeven!)
  •  kunnen vet verwijderen
  • kleuren rood lakmoes blauw (blauw blijft blauw)
  •   basische oplossingen geleiden stroom
  • reageren met zure stoffen (=neutraliseren)
  • base + zuur--> pH neutraal (meestal water soms water + koolzuurgas)
  • uitzondering:
    ammoniak+ zuur--> ammonium

Slide 5 - Tekstslide

pH meten

Slide 6 - Tekstslide

pH meten
  • Met een pH-meter (zeer nauwkeurig)


  • Met indicatoren: hulpstoffen die verkleuren bij verandering van pH (minder nauwkeurig)


  • Universeel indicatorpapier
  • Lakmoespapier
  • Oplossingen

Slide 7 - Tekstslide

Lakmoespapier
  • Rood en blauw lakmoespapier.
  • Onnauwkeurige methode.
  • Omslagtraject pH 5,5 - 8,0 (Binas 52A)
  • Zure oplossing: blauw lakmoes kleurt rood
  • Basische oplossing: rood lakmoes kleurt blauw



Slide 8 - Tekstslide

1

Slide 9 - Video

Wat kun je zeggen over de soda-oplossing (n.a.v. filmpje op vorige slide)?
A
Soda heeft een lage pH en is dus zuur
B
Soda heeft een lage pH en is dus basisch
C
Soda heeft een hoge pH en is dus zuur
D
Soda heeft een hoge pH en is dus basisch

Slide 10 - Quizvraag

Universeel indicatorpapier
  • Strook geel papier die afhankelijk van de pH van aangebrachte oplossing verkleurd.
  • Kleur te vergelijken met kleurenschijf op het doosje.


 


Slide 11 - Tekstslide

Zuur-base indicatoren (oplossingen)
  • Oplossingen van indicatoren kunnen ook gebruikt worden.
  • Bekende zuur-base indicatoren staan met omslagtrajecten in Binas 52A.
  • Voor nauwkeurige bepaling vaak meerdere indicatoren nodig.



Slide 12 - Tekstslide

Zuur-base indicatoren (oplossingen)
  • Aan een oplossing worden paar druppels indicator toegevoegd.
  • Afhankelijk van de zuurgraad, zal de indictor van kleur veranderen.
  • Bekende zuur-base indicatoren staan met omslagtrajecten in Binas 52A.

Afbeelding: broomthymolblauw




Slide 13 - Tekstslide

pH bepalen met zuurbase indicator

  • Voor nauwkeurige bepaling vaak meerdere indicatoren nodig.
  • Bijv. als methyloranje een rode kleur geeft, weet je dat de pH lager is dan 3,2 -> pH dus tussen 0 en 3,2 (grote onnauwkeurigheid).
  • Als je ook thymolblauw toevoegd en de kleur wordt geel, kun je de pH nauwkeuriger geven -> pH tussen 2,8 en 3,2.


Binas 52A

Slide 14 - Tekstslide

Voor de bepaling van de pH van een oplossing, schenk je een beetje van de oplossing in twee reageerbuizen. Aan buis 1 voeg je 2 druppels methylrood toe, de oplossing kleurt geel. Aan buis 2 voeg je 2 druppels fenolrood toe, de oplossing kleurt opnieuw geel. Wat kun je zeggen over de pH van de oplossing? Gebruik Binas 52A.
A
pH tussen 4,8 en 6,0
B
pH = 6,0
C
pH = 6,6
D
pH tussen 6,0 en 6,6

Slide 15 - Quizvraag

Uitleg quizvraag
  • Methylrood kleurt geel bij een pH hoger dan 6,0.
  • Fenolrood kleurt geel bij een pH lager dan 6,6.
  • Dus kunnen we alleen weten dat de pH tussen deze twee waarden ligt.

Slide 16 - Tekstslide

Met welke indicator(en) kun je zo nauwkeurig mogelijk een oplossing met pH 4,6 bepalen? Gebruik Binas 52A.
A
Broomkresolgroen
B
Broomkresolgroen en methyloranje
C
Broomkresolgroen en methylrood
D
Methyloranje en methylrood

Slide 17 - Quizvraag

Uitleg quizvraag
  • Omslag methyloranje: 3,2 - 4,4
  • Omslag broomresolgroen: 3,8 - 5,4
  • Omslag methylrood: 4,8 - 6,0

Bij pH 4,6:
  • broomkresolgroen (kleurt groen)-> pH tussen 3,8 en 5,4
  • broomkresolgroen (kleurt groen) + methyloranje (kleurt oranjegeel) -> pH tussen 4,4 en 5,4
  • broomkresolgroen (kleurt groen) + methylrood (kleurt rood) -> pH tussen 3,8 en 6,0
  • methyloranje (kleurt oranjegeel) + methylrood (kleurt rood) -> pH tussen 4,4 en 4,8

Laatste optie is dus meest nauwkeurig.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Aan de slag
7.1 De pH van een oplossing
Maken opdr. 1 t/m 7

Slide 20 - Tekstslide