Flexles 3 - tekst verklaren

Leesvaardigheid
mavo 2 
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Leesvaardigheid
mavo 2 

Slide 1 - Tekstslide

Het doel van vandaag
  • Aan het eind van de les weet je wat je kunt doen om effectief te lezen.
  • Aan het eind van de les kun je woorden die je snapt in een tekst begrijpen door de context van de zin eraan te koppelen.
 

Slide 2 - Tekstslide

Tekst verklaren 
Bij tekstverklaren is het doel om te achterhalen hoe een bepaalde tekst is opgebouwd en waar de tekst precies over gaat. Hierbij let je op specifieke onderdelen van de tekst. 

Slide 3 - Tekstslide

Voor het lezen

Voordat je gaat lezen, ga je je eerst een beeld vormen van de tekst. Met wat voor soort tekst heb je te maken? Is het een advertentie, een ingezonden stuk, een artikel, enzovoort?

Slide 4 - Tekstslide

Je kunt op verschillende manieren lezen :

Skimmen: je gaat de tekst snel lezen, omdat je ongeveer wilt weten waar de tekst over gaat. Je doet dat door naar opvallende stukjes te kijken en van iedere alinea de eerste en de laatste zin te lezen.
Bij een vraag over de hele tekst, ga je skimmen. Je gaat zoeken naar aanwijzingen voor het antwoord.

Slide 5 - Tekstslide

Bij vragen naar bepaalde informatie, ga je         scannen. Als de vraag bijvoorbeeld is hoeveel iets kost, ga je op zoek naar bedragen.
Scannen: je moet zoeken naar bepaalde informatie. Als je dat gevonden hebt, hoef je de rest van de tekst niet te lezen.

Slide 6 - Tekstslide

Intensief lezen: Hierbij neem je de tekst woord voor woord, regel voor regel, door.
Als er in een vraag regelnummers gegeven worden, is het vaak de bedoeling dat je de gehele alinea intensief leest.

Slide 7 - Tekstslide

Onbekende woorden

Bij lezen (en luisteren) heb je zelf geen invloed op de woorden die worden gebruikt. Je zult woorden tegenkomen die je niet kent. Als je te veel woorden niet kent (meer dan 10%), zul je moeite hebben met de tekst. Onbekende woorden hoeven echter niet altijd problemen op te leveren of opgezocht te worden in het woordenboek. Er zijn manieren om achter de betekenis van een woord te komen:

Slide 8 - Tekstslide

  •  probeer de betekenis te raden door de hele zin goed te lezen.
  • kijk of het woord lijkt op een Nederlands woord of een andere taal die je kent.

Slide 9 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
Tip 4 & tip 4a toepassen in de volgende slides

Slide 10 - Tekstslide

The world’s weirdest food

It’s hard to say what is normal and what is weird where food is concerned – it all depends on the taste of the individual and which part of the world you come from. One person’s nightmare is another person’s delicacy. Here are a few of the strangest (or most normal) types of food from around the world.

Slide 11 - Tekstslide

Wat betekent : is concerned?

Slide 12 - Open vraag

Wat betekent : depends on?

Slide 13 - Open vraag

Haggis (Scotland) 
A world-famous dish, haggis is made from the parts of a sheep many people would throw away. The heart. Lungs and liver are mixed together with onion, spices and oatmeal, then put inside a sheep’s stomach and boiled for three hours.


Slide 14 - Tekstslide

Wat betekent : spices?

Slide 15 - Open vraag

Wat betekent :sheep's stomach?

Slide 16 - Open vraag

Brain Sandwiches (USA) 
These are not as common as they were in the past, but in parts of Ohio you can still get fried brains served on hamburger buns. Brains don’t have much flavour, so you eat the sandwiches with plenty of sauce. 

Slide 17 - Tekstslide

Wat betekent : brain?

Slide 18 - Open vraag

Wat betekent : as common as?

Slide 19 - Open vraag

Insects (Asia, Africa and South Africa) 
Many insects are high in protein and contain important fatty acids and vitamins. In Thailand it’s common to find fried grasshoppers, crickets, scorpions and worms on sale in the street. In Cambodia fried tarantula are a delicacy; people eat the legs two at a time.

Slide 20 - Tekstslide

Wat betekent : contain?

Slide 21 - Open vraag

Wat betekent : acids?

Slide 22 - Open vraag

Wat betekent : grasshoppers?

Slide 23 - Open vraag

Hakari (Iceland) 
This has been described as the most disgusting food ever. Made by fermenting a Greenland or Basking shark for two to four months, hakari smells of ammonia (like the bleach used for cleaning). It is available all year round in Icelandic stores and often served in cubes on toothpicks.

Slide 24 - Tekstslide

Wat betekent : described?

Slide 25 - Open vraag

Wat betekent : disgusting?

Slide 26 - Open vraag

Wat betekent : fermenting?

Slide 27 - Open vraag

Wat betekent : available?

Slide 28 - Open vraag

Sannakji (Korea) 
Now that Japanese sushi is popular all over the world, many people are used to eating raw fish. But this Korean delicacy is quite different, since the seaood isn’t dead. Sannakji consists of baby octopus which are sliced up while alive; the tentacles are still wriggling about when the dish is served. If you don’t chew the octopus carefully, there’s a real danger that the tiny suction cups can stick to your mouth and throat and choke you.

Slide 29 - Tekstslide

Wat betekent : consists of?

Slide 30 - Open vraag

Wat betekent : chew?

Slide 31 - Open vraag

Wat betekent : choke?

Slide 32 - Open vraag

Fugu (Japan)
Fugu is the famous Japanese puffer fish, filled with enough of the poison tetrodotoxin to be lethal. Chefs have to be trained for two to three years before they can prepare the fish. Fugu actually tastes quite bland; the excitement is in surviving the experience of eating it.

Slide 33 - Tekstslide

Wat betekent : is lethal?

Slide 34 - Open vraag

Wat betekent : bland?

Slide 35 - Open vraag

Casu Marzu (Italy) 
More live food, this time from Sardinia in Italy. Casu marzu is a cheese made with fly larvae, or maggots, to promote a level of fermentation that is close to decomposition. It is traditionally served with live insect larvae still inside. The tiny translucent worms can jump 15 cm if disturbed, so many people prefer to brush them off before trying the smelly cheese.

Slide 36 - Tekstslide

Wat betekent : maggots?

Slide 37 - Open vraag

Wat betekent : decomposition?

Slide 38 - Open vraag

Wat betekent : translucent?

Slide 39 - Open vraag

Slide 40 - Video