Landschappen in Europa

Herhaling

klimaten en natuurlandschappen
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Herhaling

klimaten en natuurlandschappen

Slide 1 - Tekstslide

De polaire zone bestaat vooral uit ...
A
loofbomen
B
naaldbomen
C
struiken en mossen
D
grassen

Slide 2 - Quizvraag

Welke kenmerk hoort niet bij de tropische zone:
A
Veel neerslag
B
Veel bomen
C
Lage temperatuur
D
Dichtbij de evenaar

Slide 3 - Quizvraag

Ingericht landschap
Natuurlijk landschap

Slide 4 - Sleepvraag

1
2
3
tropische zone
gematigde zone
poolstreek

Slide 5 - Sleepvraag

WOESTIJN
SAVANNE
STEPPE

Slide 6 - Sleepvraag

Tropisch
Savanne
Steppe
Woestijn

Slide 7 - Sleepvraag

Lage breedte ligt op....
A
0 graden t/m 23.5 graden
B
23.5 graden t/m 66.5 graden
C
66.5 graden t/m 90 graden
D
rond de Noordpool

Slide 8 - Quizvraag


Lage breedte is dicht bij de ...
A
evenaar
B
polen

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Video

Hoge en lage breedte

Slide 11 - Tekstslide

Landschappen in Europa

Slide 12 - Tekstslide

Klimaat en landschappen
Europa ligt in de gematigde zone. Dit betekent dat het er nooit erg warm en koud wordt.
Maar zelfs binnen Europa zijn er grote verschillen. 

Slide 13 - Tekstslide

Er zijn drie verschillen in het gematigde klimaat
- Zeeklimaat.
- Middellands zeeklimaat.
-Landklimaat
Landklimaat
Middellands zeeklimaat
Zeeklimaat

Slide 14 - Tekstslide

Zeeklimaat
- Zomers is het gemiddeld warmer dan 15 graden. 
- De winters zijn kouder dan het middellands zeeklimaat.
- Er valt regen het hele jaar door. 

Slide 15 - Tekstslide

Middelands zeeklimaat
- Zomers kan het hier erg warm worden. Soms wel 40 graden.
- De winters zijn zacht. 12 graden in januari is vrij normaal.
- Meeste regen valt in de herfst en de winter.
- Planten houden beter hun vocht vast                           zoals citrusvruchten. 

Slide 16 - Tekstslide

Landklimaat
In de winter is het koud (Gemiddeld kouder dan -3 graden) . In de zomer is het warm (vaak warmer dan 25 graden)

Slide 17 - Tekstslide

Koude klimaten.
- Toendraklimaat: zomers niet warmer dan 10 graden.





- Sneeuw/hooggebergte klimaat:                           gemiddeld 
het hele jaar onder 0 graden. 

Slide 18 - Tekstslide

Steppe klimaat
Ook wel een droogklimaat genoemd. Er valt hier weinig neerslag

Slide 19 - Tekstslide

Hoe ontstaande seizoenen?
De aarde draait om de zon heen. Hier doet hij 365 dagen over. Daarnaast staat de aarde niet helemaal recht.

Slide 20 - Tekstslide

Maken paragraaf 1 Opdracht: 5

Slide 21 - Tekstslide

Hoeveel klimaten zijn er in Europa
A
3
B
5
C
6
D
8

Slide 22 - Quizvraag

In welk klimaat gebied ligt Nederland
A
Middellands zeeklimaat
B
Landklimaat
C
Steppe klimaat
D
Zeeklimaat

Slide 23 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen het Toendra klimaat en het sneeuwklimaat?

Slide 24 - Open vraag

Wanneer is het winter op het zuidelijk halfrond?
A
21 juni
B
22 september
C
21 december
D
21 maart

Slide 25 - Quizvraag

Paragraaf 2

Slide 26 - Tekstslide

Invloed van de zee
- Land warmt sneller op en koelt sneller af dan de zee.


Dat betekent:
- Dat zomers de wind van zee vaak kouder aanvoelt op het land.
- Dat 's winters de wind van zee warmer aanvoelt dan op het land.

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

Slide 29 - Video

Wind van zee bevat vaak regen!
Weetje nog: verdamping ;)

Slide 30 - Tekstslide

Zee en land
Hoe verder van de zee, hoe minder de zee invloed heeft op de temperatuur. 
- Hoe meer je het land in gaat, des te warmer zijn de zomers en kouder de winters.

Slide 31 - Tekstslide

Maken paragraaf 2
Opdrachten: 2+5

Slide 32 - Tekstslide

Paragraaf 3
Invloed van reliëf 

Slide 33 - Tekstslide

Hoogteverschillen
Naam
Hoogte
laagland
200m en lager
Heuvelland
200-500 m
Middelgebergte
500-1500 m
Hooggebergte
1500+ m

Slide 34 - Tekstslide

Hoogtegordels

Slide 35 - Tekstslide

Gletsjers in de bergen
Een gletsjers is een dikke ijsmassa hoog in de bergen die langzaam naar het dal schuift.

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Video

Neerslag door een gebergte
Een berg heeft een natte kant (loefzijde).
En een droge kant (lijzijde).

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Link