5.4 - A - Slaven en senatoren

5.4 - A - Slaven en senatoren
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

5.4 - A - Slaven en senatoren

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  •  Je kunt voorbeelden geven hoe rijken en armen leven in Rome. 

  • Je kunt de rol van slaven in het Romeinse Rijk uitleggen 

Slide 2 - Tekstslide

Planning
  • Op het platteland
  • Leven in de stad
  • Slaven en senatoren
  • Vermaak voor het volk
  • Zelfstandig werken
  • Afsluiting

Slide 3 - Tekstslide

Op het platteland (1)
  • Rome was een agrarisch-stedelijke samenleving. 

  • Veel boeren verkochten hun kinderen als slaaf. 

  • Zij werkten voor grootgrondbezitters. 

  • De werkloze boeren trokken naar de steden en verkochten zichzelf als slaaf. 

Slide 4 - Tekstslide

Op het platteland (2)
  • Grootgrondbezitters waren rijk geworden door aanvoeren van het leger. 

  • Van hun soldij kochten zij kleinere boerderijen op. Zo kregen zij steeds meer gebied in handen. 

  • Deze boerderijen noem je (villa's). 

Slide 5 - Tekstslide

Dit is een villa rustica, een soort boerderij. Naast dit type villa, bestond er ook de villa urbana. 
Het meeste werk rondom de villa werd gedaan door slaven.
Veel villa's hadden uitgebreide badruimten met vloerverwarming
Er waren appartementen voor de villicus (de toezichthouder) en de actor (de boekhouder) en ook slaapvertrekken voor de slaven.
Een villa rustica bestond vaak uit verschillende gebouwen, zoals het woonhuis, de stallen en de voorraadschuren.

Slide 6 - Tekstslide

Het leven in de stad (1)
  • Rijke Romeinen woonden buiten de stad. 

  • In de stad woonden handwerkslieden en kooplieden en hadden een eigen appartement. 

  • Levendige handel, vraag naar kunstenaars, badhuizen, markten, ambachtslieden, overheidsgebouwen, theater, Colosseum.   

Slide 7 - Tekstslide








Dit is een insula, een flatgebouw in Rome. De woningen werden gehuurd door de armere Romeinen. De meeste insulae waren 4 of 5 verdiepingen hoog. De bouwkwaliteit was niet best: bijna dagelijks waren er branden en instortingen.
De kamers bovenin een insula waren de slechtste kamers: hier woonden de proletariërs.
Hoewel er in sommige gebouwen stromend water was, moesten de bewoners van een insula het water vaak uit een fontein op straat halen.
Hoewel de meeste kamers in een insula klein en donker waren, was er wel verschil: de grotere kamers waren voor mensen met iets meer geld.
De meeste insulae hadden geen toiletten of keukens. Moest je naar de wc, dan ging je naar een openbaar toilet. En wilde je wat eten, dan ging je naar een thermopolium, een soort snackbar.

Slide 8 - Tekstslide

Slaven stoken vuren voor de vloerverwarming en warme ruimten.
Een gezonde geest in een gezond lichaam: de Romeinen vonden sport en hygiëne erg belangrijk.
Er waren gescheiden ruimten voor mannen en vrouwen.
Ook hier weer latrines, de gezamenlijke toiletten.
Baden en ruimten waren er in allerlei temperaturen: van het koude frigidarium tot het snikhete laconium: een soort sauna
Hier bevond zich een gewoon zwembad, zoals je dat tegenwoordig ook kent.

Slide 9 - Tekstslide

Het leven in de stad (2)
  • Sociale lagen in Rome:

  • De keizer en zijn familie.
  • Senatoren met families.
  • Handelaren, ambachtslieden en zelfstandige boeren.
  • Slaven.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Zelfstandig werken
  • Lees de paragraaf goed door (p.79)

  • Ga aan de slag met het huiswerk van paragraaf 5.4. Kijk daarvoor op de kennen-en-kunnenlijst. 

Slide 12 - Tekstslide

Planning
  • Op het platteland
  • Leven in de stad
  • Slaven en senatoren
  • Vermaak voor het volk
  • Zelfstandig werken
  • Afsluiting

Slide 13 - Tekstslide