Schoolweek 17 vervolg dagbesteding

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Schoolweek 17
We vervolgen de les van schoolweek 16, dagbesteding!
Er komen enorm veel aspecten bij kijken, waar je eigenlijk nooit bij stil staat.
In deze les krijg je weer wat informatie wat er allemaal bij 'dagbesteding' komt kijken!

Slide 2 - Tekstslide

Een wereld zonder structuur bestaat niet
Maar wat betekent structuur nou eigenlijk?
Wie weet dat?
Wat is de definitie van 'structuur' als je het zou Googlen?


Slide 3 - Tekstslide

Structuur is niet alleen zwart wit maar heeft en geeft kleur. Structureren is het verhelderen van de structuur, het verduidelijken van de structuur, met als doel iemand verder te helpen.
  Een structuur is een ordening van de dingen in de wereld om je heen, een patroon. 

Slide 4 - Tekstslide

Maar ook....
Structureren is het programma zo duidelijk maken dat de cliënt er zelf wat mee kan doen, het zelf ook kan accepteren, eigen kan maken. Structureren is de noodzaak van vaste afspraken, van programmapunten, en vervolgens die punten zelf in hun samenhang zo aanbieden, zo hanteren en naleven dat iemand er inzicht in krijgt.

Slide 5 - Tekstslide

Structureren is noodzakelijk omdat het ‘aan zichzelf overgelaten worden’ kan leiden tot....
A
verwarring en vervolgens tot verdere afbraak van het zelfbeeld
B
een depressie en verlies van zelfregie
C
onrust en vervolgens tot optimalisering van het zelfbeeld
D
een warrig en ongecontroleerd leven

Slide 6 - Quizvraag

Structuren in de leefomgeving

Je kunt structuur geven aan de ruimte en de organisatie van dagbesteding. 
Je kijkt dan, afhankelijk van je cliënten, naar de volgende verschillende elementen.
Welke elementen zijn er?
Zie volgende dia...

Slide 7 - Tekstslide

Ruimtelijke structuur
Biedt een mogelijkheid aan waar iemand tot rust kan komen.

Bekijk de kleuren en breng verandering aan die nodig is. Zorg voor continuïteit door:

alle spullen een vaste plaats te geven

oriëntatiepunten aan te brengen

de locaties van zit/opbergplaatsen te bepalen

wat kan afleiden te verwijderen

Slide 8 - Tekstslide

Sociale structuur
Inventariseer de regels die er zijn, ga na of ze begrepen zijn.

Toets de basisregels op hun geldigheid en bruikbaarheid.

Stel regels op met positieve consequenties bij gewenst gedrag.

Stel regels op met negatieve consequenties bij ongewenst gedrag.

Bespreek de consequenties.

Hou regels en instructies helder en kort.

Herhaal ze regelmatig.

Maak de basisregels visueel.

Maak niet teveel regels.

Slide 9 - Tekstslide

Tijdsstructuur
Zorg voor een dagorde.

Hanteer vaste tijden van opstaan, douchen, maaltijden, training, naar bed gaan.

Neem de week dag voor dag door.

Maak het dagritme bekend door een herkenbaar dagschema aan de wand.

Plaats een klok in de ruimte en geef op het dagschema de standen van de wijzers aan.

Maak gebruik van een horloge.

Werk met een timer of eierwekker.

Slide 10 - Tekstslide

Materiële structuur
Kies de juiste materialen.

Controleer de materialen op stevigheid, natuurlijkheid, moeilijkheid, aantrekkelijkheid.

Markeer het materiaal indien nodig met kleuren.

Leg uit waarvoor het materiaal bedoeld is.

Slide 11 - Tekstslide

Welke elementen waren er?

Slide 12 - Open vraag

Structuur tijdens de dagbesteding

Je kunt, afhankelijk van je doelgroep, tijdens de dagbesteding zelf structuur verlenen door aandacht te besteden aan de programmacultuur, de structuur in bijzondere situaties, de spelstructuur, de tafelstructuur, de taakstructuur, de taalstructuur en de fysieke structuur.

Schrijf op voor jezelf;
Een uitgebreide uitleg per structuur kun je terug vinden in het boek;
 'dagbesteding' van ThiemeMeulenhoff, thema  1 (1.2)
Dit dien je zelf te bestuderen en komt terug in de kennistoets!

Slide 13 - Tekstslide

De betekenis van dagbesteding voor de beroepskracht
Begeleiden in de dagbesteding, het aanbieden van activiteiten voor dagbesteding, is een kerntaak van de beroepskracht maatschappelijke zorg.

Begeleiden vraagt om een juiste houding en voldoende openheid naar jezelf en kennis over jezelf.

Slide 14 - Tekstslide

Wat zijn dingen waar je aan moet denken als beroepskracht?
Noem er eens een aantal op!

Slide 15 - Open vraag

Kaders voor begeleiding van dagbesteding

Er zijn veel verschillende visies op menselijk gedrag en dagbesteding.
 Deze visies kunnen een kader voor je zijn bij het begeleiden van je cliënt bij zijn dagbesteding.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Slide 18 - Video

Er zijn vijf benaderingen: 
  • de psychodynamische
  • behavioristische
  • cognitieve
  • humanistische 
  • biologische
  • Allemaal hebben ze een eigen visie op dagbesteding

Slide 19 - Tekstslide

Opdracht;
In het boek 'dagbesteding' van ThiemeMeulenhoff vindt je een beschrijving van de vijf benaderingswijzen.
Allemaal ontwikkelt door verschillende ontwikkelingspsychologen, die op hun eigen wijze een benaderingswijze uitleggen en elk een andere manier hebben van 'de kijk op benaderen'. Het is erg interessant en leerzaam om te weten hoe elke benaderingswijze werkt of hoe deze ontwikkelingspsychologen erin staan.

Aan jou de volgende taak;

Slide 20 - Tekstslide

Wat te doen?
Je maakt een mindmap met alle vijf de benaderingswijze zo beschreven, dat je kunt opmaken welke benaderingswijze bij welke ontwikkelingspsycholoog hoort. Benoem de verschillen, de kenmerken en andere belangrijke aspecten! Je dient hiervan te kunnen leren voor de aankomende kennistoets. Deze mindmap mag getekend/handgeschreven zijn of je maakt hem in Word.
Hoe dan ook, zorg dat je hem in de volgende les, schoolweek 18, bij de hand houdt, want het wordt besproken. 
Geen mindmap betekent een aantekening en wordt meegenomen in de beoordeling van de afronding van OE 1 taak 3.

Slide 21 - Tekstslide

Gewoon een weetje...
In het volgende filmpje wordt een korte uitleg gegeven over Sigmund Freud!
Altijd interessant!
Maak je huiswerk ;-)en tot volgende week!!!

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video