H5 - Kritisch lezen

Lezen H5 (1)
Kritisch lezen
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Lezen H5 (1)
Kritisch lezen

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
- Je weet wat kritisch lezen is
- Je leert hoe je kritisch moet lezen om te beoordelen of een tekst objectief en betrouwbaar is

Slide 2 - Tekstslide

Planning deze les
  • Herhaling theorie Lezen H4
  • Theorie Lezen H5
  • Maken van de opdrachten
  • Afronden/terugblik

Slide 3 - Tekstslide

Herhalen theorie H4 Lezen
Wat is het verschil tussen een feit en een mening?

Slide 4 - Tekstslide

Feit
  • Uitspraak over iets wat waar of niet waar is 
  • Een feit kan je controleren.

Voorbeeld: 'De helft van de veertienjarigen in Nederland krijgt 50 euro kleedgeld per maand.'

Slide 5 - Tekstslide

Mening (standpunt)
  • Wat iemand ergens van vindt
  • Het is niet controleerbaar
  • Je kunt het eens of oneens ermee zijn

Voorbeeld: 'Ik vind het goed dat jongeren kleedgeld krijgen'

Slide 6 - Tekstslide

Feit of mening?
Ajax is de leukste ploeg uit de Eredivisie.
A
feit
B
mening

Slide 7 - Quizvraag

Feit of mening?
De Olympische Winterspelen van Beijing 2022 vinden plaats van 4-20 februari.
A
feit
B
mening

Slide 8 - Quizvraag

Feit of mening?
Het is een goed idee dat de scholen helemaal open gaan.
A
feit
B
mening

Slide 9 - Quizvraag

Herhalen theorie H4 Lezen
  • Wat is het verschil tussen een mening en een argument?

  • Aan welke signaalwoorden kun je een argument vaak herkennen?

Slide 10 - Tekstslide

Argument (reden)
  • Een argument is een uitleg waarmee je een mening verdedigt.
  • Signaalwoorden: want, namelijk, omdat, immers...
Voorbeeld: 'Ik vind het goed dat jongeren kleedgeld krijgen (mening), want dan leren zij met geld omgaan (argument)'.

Slide 11 - Tekstslide

Huiswerk maken is belangrijk, ...
A
mening
B
argument

Slide 12 - Quizvraag

Mijn broertje is een onuitstaanbare treiterkop.

A
mening
B
argument

Slide 13 - Quizvraag

..., omdat hij goede standpunten heeft.
A
mening
B
argument

Slide 14 - Quizvraag

Bedenk een argument bij het standpunt:
De mondkapjes moeten afgeschaft worden, want ...

Slide 15 - Open vraag

Begrippen van H5
kritisch lezen
betrouwbaarheid
objectief

Slide 16 - Tekstslide

Waarom is een tekst niet altijd betrouwbaar?

Slide 17 - Open vraag

objectief/subjectief
Objectief: 
Feiten & Controleerbaar

Subjectief: 
Meningen & Niet controleerbaar

Slide 18 - Tekstslide

Objectief en subjectief
Objectief: onpersoonlijk, zakelijk, feiten, controleerbaar
Subjectief: persoonlijke mening
De deur is geel (objectief).
Geel is een mooie kleur (subjectief).

Slide 19 - Tekstslide

Kritisch lezen
  • Is de auteur deskundig en onpartijdig?
  • Wat is de bron van de tekst?
  • Zijn de mensen die geïnterviewd worden, betrouwbaar en deskundig?
  • Is de informatie uit de tekst nog actueel?
  • Klopt het wat de auteur zegt?
  • Gebruikt de auteur sterkte argumenten?

Slide 20 - Tekstslide

Verwerking
Blz. 133 - opdracht 1,3 en 5
Je hebt hier twee lessen de tijd voor. 
Begin wel meteen :) 
timer
20:00

Slide 21 - Tekstslide

Opdracht 1
1 nee – Story is een roddelblad en dus niet zo’n betrouwbare bron. Meestal worden de verhalen in roddelbladen gebaseerd op enkele gegevens, die meestal niet op de juiste manier geïnterpreteerd worden.
2 ja – Quest is een betrouwbaar tijdschrift; van de medewerkers mag je verwachten dat ze degelijke, objectieve artikelen schrijven.
3 ja – De Consumentenbond is een betrouwbare organisatie, waarvan je mag verwachten dat ze gedegen, objectieve informatie geeft.
4 ja – Een (academisch) ziekenhuis is een betrouwbare organisatie, waarvan je mag verwachten dat ze gedegen, objectieve informatie geeft.

Slide 22 - Tekstslide

Opdracht 1
5 ja en nee – De informatie klopt waarschijnlijk wel, maar de kans is groot dat er alleen positieve dingen over het bedrijf gemeld worden en dat eventuele negatieve zaken achterwege blijven.
6 nee – Het artikel wordt meestal zo mooi mogelijk gepresenteerd, want het is alleen maar de bedoeling dat het (meestal voor erg veel geld) verkocht wordt. De werking van het middel is waarschijnlijk niet wetenschappelijk onderbouwd.
7 ja en nee – De informatie klopt meestal wel, maar wordt vaak wat aangedikt om de lezer over te halen het boek te kopen.

 

Slide 23 - Tekstslide

Opdracht 1
8 nee – Een folder van de drogist is geen betrouwbare bron. Het gaat hier waarschijnlijk om een tekst die alleen maar geplaatst is omdat de verkoper van het middel ook adverteerder is; de werking van het afslankmiddel is waarschijnlijk niet wetenschappelijk onderbouwd. 

Opdracht 3
1 voorspellingen over de arbeidsmarkt / het ROA-rapport De arbeidsmarkt naar opleiding en beroep tot 2020
2 eigen antwoord


 

Slide 24 - Tekstslide

Opdracht 3 
3 a prognose (al. 1): voorspelling
b bevindingen (al. 1): waarnemingen na onderzoek
c data (al. 4): gegevens
d zich blindstaren op (al. 6): te veel letten op één ding, waardoor je al het andere uit het oog verliest
e opties (al. 6): keuzemogelijkheden
f overwegingen (al. 6): gedachten over de voor- en nadelen van iets, die uiteindelijk tot een beslissing leiden
g potentie (kader): kansen; mogelijkheden
h civiele (kader): burgerlijke (in tegenstelling tot militaire)

 

Slide 25 - Tekstslide

Opdracht 3 
4 In de techniek komen er banen bij (meer dan er studenten zijn die een technische opleiding kiezen). In het onderwijs gaan veel zittende docenten met pensioen: zij maken plaats voor beginners.
5 Het ROA doet dat omdat er altijd dingen zijn die je niet kunt voorzien, zoals plotselinge bezuinigingen.
6 eigen antwoord
7 Govrien Oldenburger, een journaliste van 7Days
8 Daarover staan geen aanwijzingen in de tekst.
9 de jongerenweekkrant 7Days van 11 december 2015

 

Slide 26 - Tekstslide

10 ja – toelichting: Didier Fouarge werkt bij het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) van de Universiteit van Maastricht; daar bestaat ervaring op het gebied van de arbeidsmarkt, want het centrum publiceert elke twee jaar een rapport.
11 Nee, waarschijnlijk niet. De kans is groot dat je de tekst leest na (eind) 2017; dan is er vast al een nieuw onderzoeksrapport verschenen.
12 De tekst is betrouwbaar op basis van de bronnen, maar die betrouwbaarheid is erg afhankelijk van het moment waarop je de tekst leest. Zodra er een nieuw onderzoeksrapport verschijnt (waarschijnlijk eind 2017), is de tekst niet zo betrouwbaar meer, omdat de uitkomsten van het rapport uit 2015 dan waarschijnlijk achterhaald zijn.


 

Slide 27 - Tekstslide

Opdracht 5
1 winkels in de toekomst
2 eigen antwoord
3 a interactieve (al. 1): op de gebruiker reagerende
b innovatieve (al. 2): vernieuwende
c domineert (al. 2): overheerst
d retailers (al. 2): verkopers van goederen
e segment (al. 3): gedeelte
f prijsvechter (al. 3): bedrijf dat zijn producten zeer goedkoop aanbiedt (om marktaandeel te vergroten)
g gepersonaliseerde (al. 4): op één bepaalde gebruiker gerichte
h een brug slaan (al. 4): een verbinding maken

 

Slide 28 - Tekstslide

Opdracht 5
i versteld doen staan (al. 5): verrassen
j gebiologeerd (al. 7): betoverd; gefascineerd
4 de alinea’s 1 en 2 – toelichting: In die alinea’s wordt het onderwerp van de tekst geïntroduceerd.
5 (1) middel: de Store of the Future; doel: onderzoeken hoe winkels er in de toekomst moeten uitzien;
(2) middel: technologie (flitsende beeldschermen, virtualrealitybrillen en bewegende robots); doel: data verzamelen die van belang zijn voor retailers én plezier in de winkel brengen.
6 de Store of the Future


 

Slide 29 - Tekstslide

7 Om de tegenstelling aan te geven tussen de negatieve gebeurtenissen in het verleden en de positieve verwachtingen voor de toekomst. 


 

9 Consumenten willen zelf een actieve rol spelen in een winkel en unieke schoenen of kleren kunnen kopen. (alinea 4) Ze willen worden vermaakt. (alinea 5) 

Slide 30 - Tekstslide

11 bij alinea 7 – toelichting: Bij alinea 7 begint het deel dat aansluit bij de inleiding; daarmee maakt de auteur de tekst mooi ‘rond’. 

Slide 31 - Tekstslide

12 - De auteur is een journaliste. Het is niet duidelijk of ze deskundig en onpartijdig is.
- De tekst is gepubliceerd in Elsevier. Dat is een betrouwbaar tijdschrift.
- De mensen die worden geïnterviewd, zijn deskundig, want ze werken bij een onderzoeksbureau en adviesbureaus op het gebied van retail en merken. Of ze betrouwbaar zijn, kun je op grond van de tekst niet zeggen (maar het onderwerp van de tekst is niet iets waarover met opzet onware dingen zullen worden verteld).
- De tekst is gepubliceerd in augustus 2015, dus hij is niet actueel meer. Sommige dingen die in de Store of the Future nog als ‘nieuw’ worden gepresenteerd (denk aan beeldschermen, virtualrealitybrillen en bewegende robots), zijn misschien nu al in bepaalde winkels werkelijkheid geworden.
- Je mag aannemen dat de auteur geen onwaarheden verkondigt. Of ze belangrijke dingen weglaat, kun je niet weten.
Kortom, de tekst is betrouwbaar op basis van de bronnen, maar op het moment dat je de tekst leest, is de inhoud misschien al wel ingehaald door nieuwe ontwikkelingen op het gebied van winkels en winkelen.


 

Slide 32 - Tekstslide