révision h2

Herhaling h2
Gemaakt door Noor
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Herhaling h2
Gemaakt door Noor

Slide 1 - Tekstslide

Ik wil graag tien pizza's
A
Je voudrais dix pizzas
B
je prefere dix pizzas
C
je voudraise dix pizzas
D
je prefere deux pizzas

Slide 2 - Quizvraag

la boulangerie
trouver
le sac
la crêpe
le légume
le marché

Slide 3 - Sleepvraag

De ontkenning:
Bij een ontkenning zet je 'ne' voor de pv en 'pas' erachter, zoals bij deze zin: Je ne voudrais pas deux salades.
Maar, als er een klinkerbotsing is, zoals bij de zin: Je ne aime pas les crêpes, dan word het: Je n'aime pas les crêpes.
Als er un of une in de zin staat, dan word dat de.

Slide 4 - Tekstslide

Ontken de zin: Pardon, je cherche le magasin.

Slide 5 - Open vraag

De ontkenning komt in het Frans:
A
Achter het lijdend voorwerp.
B
Om het onderwerp.
C
D
Om de persoonsvorm.

Slide 6 - Quizvraag

Hoe maak je de ontkenning in het Frans?
Ik gebruik :
A
ne
B
pas
C
ne...pas
D
geen idee

Slide 7 - Quizvraag

Vervoegen:
Vervoegen doe je door -er eraf te halen en dan de goede uitkomst erachter te plakken. De uitkomsten zijn:
Je - e                  Ils/elles - ent
Tu - es                Het ezelsbruggetje hiervoor is:
Il/elle/on - e     Een ESkimo Eet ONS EZeltje ENTerecht
Nous - ons
Vous - ez

Slide 8 - Tekstslide

Hoe vervoeg je?

Slide 9 - Open vraag

On ______ (acheter) les frites

Slide 10 - Open vraag

Is dit goed: Non, je deteste les pizzas?
A
Ja
B
Nee

Slide 11 - Quizvraag

Is dit goed: Tu demande?
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quizvraag

Ober, de wc's alstublieft.
A
Monsieur, la toilettes.
B
Monsieur, les toilettes s'il vous plait
C
monsieur, la toilettes s'il vous plait

Slide 13 - Quizvraag

le poulet

Slide 14 - Open vraag

la viande

Slide 15 - Open vraag

het ijsje

Slide 16 - Open vraag

demain

Slide 17 - Open vraag

ik heb liever koffie

Slide 18 - Open vraag

zijn avoir en être regelmatig of onregelmatig?
A
regelmatig
B
onregelmatig
C
geen van beide
D
allebei

Slide 19 - Quizvraag

avoir en être zijn onregelmatig
deze woorden moet je gewoon onthouden

Slide 20 - Tekstslide

je suis
A
goed
B
fout

Slide 21 - Quizvraag

vous sommes
A
goed
B
fout

Slide 22 - Quizvraag

nous avez
A
goed
B
fout

Slide 23 - Quizvraag

Dit was mijn lessonup
tot ziens!!

Slide 24 - Tekstslide