Week van het Geld: Baas boven Baas

Baas boven baas
Ben jij je geld de baas?
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1-4

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Baas boven baas
Ben jij je geld de baas?

Slide 1 - Tekstslide

Deze les is speciaal gemaakt voor de Week van het Geld

Het bevat thema's die aansluiten bij de onderwerpen zoals door Wijzer in Geldzaken aangegeven.

Duur: 60 minuten


Waar gaan we het over hebben!
  1.    Phishing
  2.    WhatsApp fraude
  3.    Geldezelen
  4.    Kopen op afbetaling
  5.    Verzekeren


Slide 2 - Tekstslide

  1. Vertel dat dit deze les gaat over de verschillende valkuilen waar je als jongere in kunt lopen die je veel geld kunnen kosten.
  2. Benoem kort de onderwerpen. Over deze onderwerpen zullen de vragen in dit onderdeel gaan.
  3. Tip: maak er een wedstrijd van! Je kunt aan het eind (of zelfs na iedere vraag als je dat leuker vindt) de tussenstand laten zien door linksonderin op 'Leerlingen' te klikken en vervolgens op 'Stand'. 
Phishing
Hoe word jij binnen gehengeld?

Slide 3 - Tekstslide

In dit onderdeel gaan we in op phishing aan de hand van filmpjes en vragen.
Wat is phishing?

Slide 4 - Woordweb

Vraag aan de studenten wat ze denken dat phishing is en laat ze dit op hun mobieltje invullen. 

Vertel dat phishing een vorm van internetfraude is. Oplichters proberen mensen naar een valse website te krijgen, die een kopie is van de echte website. Ze willen je daar laten inloggen met jouw inlognaam en wachtwoord of je creditcardnummer. Deze gegevens gebruiken ze dan voor criminele activiteiten.
Phishing



Waarom is het verleidelijk om met afterpay te betalen?
Bespreek in 2 -tallen

Slide 5 - Tekstslide

Speel de film af die over veilig internetten gaat.





Hoeveel mensen zijn in 2021 het slachtoffer van phishing geworden?
A
1 miljoen
B
1,5 miljoen
C
2 miljoen
D
2,5 miljoen

Slide 6 - Quizvraag

Het juiste antwoord is D. Er zijn 2,5 miljoen mensen het slachtoffer van Phishing geworden. Dit betekent overigens niet dat ieder slachtoffer ook schade heeft.
Hoe herken je foute e-mails?
  • Kijk goed wat er achter het @ staat. Staat daar wel de volledige naam van het bedrijf.
  • Kijk of er een "s" staat achter de https-adresregel (http:// of https://).
  • Staat het hangslot in de browser op dicht of open. Bij banken is die altijd dicht.
  • Geachte heer of mevrouw zonder je eigen naam.
  • Spelfouten .

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide laat zien hoe je foute e-mails herkent. 

De slide heeft 5 bullet points. Klik ze 1 voor 1 open en bespreek ze.

Je kunt ook eerst aan de studenten vragen hoe zij denken dat je een foute e-mail herkent en de bullets daarna laten zien.
Echt of nep?

Slide 8 - Tekstslide

Vraag aan de studenten wie denkt dat het echt is en wie dat het nep is. Doe dit met hand opsteken.

Kijk naar afzender Ziggo.nl. Het lijkt of het van ziggo afkomt, maar het komt van factuOur@online.nl.

Factuur is verkeerd geschreven, daar kijk je snel overheen.

Het woord betaalherrinering in de onderwerpregel is verkeerd geschreven. Dit moet betaalherinnering zijn met één r en twee n-en.
Echt of nep?

Slide 9 - Tekstslide

Vraag aan de studenten wie denkt dat het echt is en wie denkt dat het nep is. Doe dit met hand opsteken.

Leg uit wat hoveren is. Hoveren is het zweven boven een link zonder erop te klikken. Hierdoor kun je de afzender zien zonder dat je op de link klikt. Vertel dat ze nooit zomaar moeten klikken op een link.

Kijk naar afzender http://grupahomebiznes.pl.
Het is http in plaats van https. Dit is een indicator van een foute e-mail. Kijk ook naar de pl extensie. De mail komt waarschijnlijk uit Polen.

WhatsApp fraude
Help!

Slide 10 - Tekstslide

In dit onderdeel gaan we in op WhatsApp fraude en hoe je dit kunt herkennen.
Wie heeft wel eens zo'n bericht gekregen?

Slide 11 - Tekstslide

Vraag wie wel eens een vreemd bericht op zijn telefoon heeft gekregen en wat hij/zij daar mee gedaan heeft.
Hoe herken je WhatsApp fraude?
  • Iemand die je "kent" stuurt je een appje vanaf een onbekend nummer. De profielfoto kan       kloppen. Vaak is het een bericht met de smoes dat hij/zij een nieuw nummer heeft.
  • Deze 'bekende' vraagt je om een rekening voor te schieten.
  • Hij/zij heeft vaak (veel) haast .
  • De 'bekende' wil niet op een andere manier contact of hij/zij zegt dat dit niet kan,    bijvoorbeeld door een kapotte telefoon.
  • In sommige gevallen hoor je als je belt vaag de stem van de bekende, waarna het gesprek stopt. Dit zijn dan geluidsfragmenten die van social media zijn gehaald.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide somt op hoe je fraude kunt herkennen. De slide heeft 5 bullet points. Klik ze 1 voor 1 open en bespreek ze.

Je kunt ook eerst aan de studenten vragen hoe je fraude herkent en de bullets daarna laten zien.
Geldezelen
Snel rijk worden?

Slide 13 - Tekstslide

In dit onderdeel gaan we in op geldezelen aan de hand van filmpjes en quizvragen.

Slide 14 - Tekstslide

  1. Laat het filmpje zien. Hierin wordt een uitleg gegeven over geldezelen.
  2. Stel de vraag: Hoe worden geldezels benaderd?
    - Op school
    - Op straat
    - Via social media (instagram, WhatsApp)

Als geldezel werk je mee aan oplichting.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Deze stelling is waar.  

Uitleg:
Ja, je werkt mee aan oplichting (geld witwassen). Het lijkt onschuldig maar je bent onderdeel van een crimineel circuit. Denk bijvoorbeeld ook aan online oplichting via phishing mail.
Wat kunnen de gevolgen zijn als je gepakt wordt als geldezel?
Meerdere antwoorden zijn juist.
A
Je krijgt een strafblad.
B
Je kunt 1 jaar geen bankrekening openen.
C
Je kunt 8 jaar geen bankrekening openen.
D
Je moet het hele bedrag dat op jouw rekening is gezet of weggehaald terugbetalen.

Slide 16 - Quizvraag

Antwoord A, C en D zijn juist.

Geef een extra toelichting: 
Je kunt maar liefst 8 jaar geen bankrekening openen. Dit heeft consequenties voor bijvoorbeeld het krijgen van een hypotheek, storten salaris. 
Soms kan bewindvoerder of een hulpverlenersorganisatie een basisrekening aanvragen.


Hoe groot is de pakkans?
A
25 %
B
50 %
C
75 %
D
100 %

Slide 17 - Quizvraag

Antwoord D is juist, 100%!

Geef een extra toelichting: 
Dit komt doordat je bankrekeningnummer bekend is. Slachtoffers kunnen onder bepaalde voorwaarden NAW gegevens bij de bank opvragen. Het slachtoffer kan de geldezel aansprakelijk stellen.

Banken controleren rekeningen, bijvoorbeeld als er in korte tijd veel bedragen naar het buitenland worden overgeboekt.
Hoe voorkom je
dat je geldezel wordt?

Slide 18 - Woordweb

  1. Stel de vraag: Hoe voorkom je dat je geldezel wordt?
  2. Bespreek de antwoorden.
  3. Vul eventueel aan:
  • Geef nooit je bankpas en pincode aan iemand anders. 
  • Bewaar je pincode niet op papier, maar leer deze goed uit je hoofd en vertel hem aan niemand.
  • Als je bankpas is kwijtgeraakt of gestolen, bel dan direct naar je bank om hem te laten blokkeren.

Wat moet je 
doen als je er tegenaan loopt?


  • "Bel meteen je bank om je   pinpas te laten blokkeren".
  • "Neem contact op met de   politie".
  • "Praat er met vrienden over of   met iemand die je vertrouwt".

Slide 19 - Tekstslide

Bespreek de punten.
Kopen op afbetaling
Waarom niet?

Slide 20 - Tekstslide

In dit onderdeel gaan we in op kopen op afbetaling aan de hand van filmpjes.

Slide 21 - Video

Laat deze video zien die over AfterPay gaat.
Waar denken jullie aan bij Riverty (AfterPay)?

Slide 22 - Woordweb

Vraag aan de studenten wat ze weten over Riverty en bespreek dit. Riverty is het nieuwe AfterPay. De filmpjes in deze module spreken nog wel over AfterPay.
.



Wat is een voorbeeld van kopen op krediet?
A
Een broek kopen via Ideal of Paypal
B
Een telefoon kopen op afbetaling
C
Geurtje kopen met waardebon

Slide 23 - Quizvraag

Het juiste antwoord is B. 

Slide 24 - Video

Laat de video zien. Deze duurt 38 seconden. Vraag voor wie dit herkenbaar is.
Wat kunnen de gevolgen zijn van niet op tijd betalen?
  • Extra kosten (aanmaningskosten).
  • BKR registratie (bijv voor telefoon op afbetaling).
  • Na 14 dagen betaal je incassokosten en rente.
  • Niet langer achteraf kunnen betalen.
  • Deurwaarder.

Slide 25 - Tekstslide

5 bullit points verschijnen 1 voor 1 in beeld met wat de gevolgen zijn.

Je kunt ook eerst aan de studenten vragen wat zij denken dat de gevolgen zijn en dan de bullet points laten zien.
Verzekeren
Nut of noodzaak?

Slide 26 - Tekstslide

In dit onderdeel gaan we in op een aantal verzekeringen waar jongeren mee te maken kunnen krijgen. Dit is niet uitputtend.
Waarom verzekeren?
Een verzekering is bedoeld voor risico's die je niet zelf kunt betalen
Kun je voorbeelden noemen van dit soort risico's?

Slide 27 - Woordweb

  1. Vraag de studenten voorbeelden te noemen van risico's die ze niet zelf kunnen betalen.
  2. Bespreek de antwoorden.
Leg uit:
Het is verstandig om je alleen te verzekeren voor risico’s die je niet zelf kunt dragen. Voor risico’s die je eventueel wel zelf kunt dragen, zoals schade aan je smartphone of je nieuwe laptop, hoef je je niet per se te verzekeren. Je kunt voor dat soort onverwachte situaties ook elke maand een bedrag sparen.



Stel, je hebt je telefoon laten vallen. Gelukkig ben je verzekerd. De reparatie kostte € 250. Dit bedrag declareer je bij je verzekering. Toch krijg je maar
€ 150 terug van de verzekeringsmaatschappij. Hoe komt dit?
Eigen risico
A
Je hebt je premie niet op tijd betaald
B
Je hebt een eigen risico van € 100
C
Bij een telefoon krijg je nooit meer dan € 150
D
Als een telefoon valt, krijg je nooit iets terug

Slide 28 - Quizvraag

Stel de vraag hoe het komt dat de verzekeringsmaatschappij maar € 150 vergoed.
Het juiste antwoord is B: Je hebt een eigen risico van € 100.

De € 100 is het eigen risico. Het eigen risico is dat deel van de schade dat de verzekeringsmaatschappij niet vergoed en dat iemand dus zelf moet betalen. Dit bedrag is meestal van te voren vastgesteld.
Verzekeren voor jullie?
1. Wat zijn verzekeringen die jongeren volgens jou vaak hebben?

2. Welke verzekeringen heb jij?

3. Welke verzekeringen denk jij naar de toekomst toe nog nodig te hebben?

Slide 29 - Tekstslide


1. Bij verzekeringen voor jongeren kun je denken aan een telefoon, auto, scooter of brommerverzekering. 

2. Vanaf 18 jaar is het verplicht zelf een zorgverzekering af te sluiten.  Deze moeten ze dus zelf afsluiten.

3. Bij toekomstige verzekeringen kun je denken aan inboedel, AVP, auto etc. En word je ondernemer? Dan heb je vaak ook verzekeringen nodig, bijvoorbeeld voor arbeidsongeschiktheid, of een verzekering voor je gereedschap of materialen. 

Yes. Ik ga een nieuwe mobiele telefoon kopen.
De allernieuwste iPhone is net uit. Deze bestel je natuurlijk zo snel mogelijk. Ga je deze verzekeren?
Nieuw mobieltje
Ja
Nee

Slide 30 - Poll

  1. Laat de studenten de poll invullen of ze het nieuwe mobieltje gaan verzekeren.
  2. Bespreek de antwoorden.
  3. Stel de aanvullende vragen.
Aanvullende vragen:
  • Wie uit de klas heeft een aparte telefoonverzekering afgesloten? Waarom wel of niet?
  • Hebben zij hier weleens gebruik van gemaakt?
  • Is het altijd slim om je nieuwe telefoon te verzekeren? Welke vragen kun je jezelf stellen om een keuze te maken?
Gebruik als voorbeeld:
Voor telefoons met een aanschafwaarde tussen de € 750 en € 1000, bijvoorbeeld de iPhone 14, kost een basis telefoonverzekering minimaal € 9,99 per maand (volgens de website telefoonverzekeringvergelijker.nl). Per jaar kost dat je dus ongeveer € 100. Je hebt dan de dekking, waarbij veel zaken niet gedekt zijn. Je bent bijvoorbeeld niet verzekerd tegen diefstal. Daarnaast heb je een eigen risico van € 150. De vraag is dus: is dat het waard? Of is het misschien niet nodig om deze verzekering af te sluiten?

Tip: schrijf de som op het bord om het extra duidelijk te maken.
Vakantie!


Je gaat met je vrienden naar Lloret de Mar. Lekker op het strand liggen en elke avond de club in.

Je hoopt maar dat er niets gebeurt.

Wat zou jij doen? Zou jij een reisverzekering afsluiten?

Slide 31 - Tekstslide

Vraag de studenten wat zij zouden doen. Wel of geen reisverzekering afsluiten?

Leg uit: 
Bij reisverzekeringen is het heel belangrijk dat je naar de dekking kijkt. 

De reisverzekering bestaat uit veel onderdelen die je vaak apart kunt verzekeren (bijvoorbeeld je bagage, of je skispullen) . Ga goed na wat je wel en wat je niet nodig hebt. 

Dat geldt ook voor de dekking van ziektekosten (als je bijvoorbeeld ziek wordt op vakantie en naar de dokter moet). Deze zijn vaak ook gedekt op je zorgverzekering. Vraag dus na bij je zorgverzekeraar of het nodig is dat je die ook verzekert op je reisverzekering.

Vertel dat je een doorlopende reisverzekering kunt afsluiten maar ook dat je per reis een verzekering kunt afsluiten.

Laat ze ook nagaan of ze niet wellicht al via de ouders mee verzekerd zijn.
Waar kun je een 
verzekering afsluiten?
  • Direct bij een verzekeringsmaatschappij via de website. 
  • Via een financieel adviseur met een winkel. 
  • Via een vergelijkingssite zoals Independer.nl, zorgkiezer.nl, autoverzekering.nl.

Slide 32 - Tekstslide

1. Noem hier een aantal verzekeringsmaatschappijen zoals Allianz, ASR, FBTO, Zwitserleven, CZ, DELA of Nationale Nederlanden. Leg uit dat er heel veel merken zijn die verzekeringen verkopen. Uiteindelijk worden veel verzekeringsmerken echter maar door een beperkt aantal verzekeraars verkocht. Door middel van marketing proberen ze mensen zo goed mogelijk te verleiden om iets bij dat bedrijf af te sluiten.

2. Een financieel adviseur heeft contacten met meerdere verzekeringsmaatschappijen en kan op basis van wensen en behoeften een goede keuze maken.

3. Vertel dat vergelijkingssite geen advies geven en dat ze hier zelf een keuze in moeten maken. Daarnaast worden de sites ook nog eens betaald door verzekeringsmaatschappijen zodat ze hoger op de rankings komen.
Wat vond je van de les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 33 - Poll

Vraag aan de studenten wat ze ervan vonden.

Slide 34 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Bedankt voor jouw deelname aan deze gastles!

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies