Cybercriminaliteit (geldezels en fraude)

CYBERCRIMINALITEIT
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
DigiskillsPraktijkonderwijsLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 75 min

Onderdelen in deze les

CYBERCRIMINALITEIT

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In deze les.. 
- leer jij meer over cybercriminaliteit 
- leer jij wat een geldezel is 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat wordt er bedoeld
met cybercriminaliteit?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

  • Met cybercriminaliteit bedoelen we alle criminaliteit met een ICT-middel gericht op een ander ICT-middel.
  • Een ICT-middel is bijvoorbeeld een telefoon, een computer of een tablet. 
  • Een voorbeeld is Whatsapp- of Tikkie fraude! 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is Whatsapp fraude?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij Whatsapp fraude...
versturen oplichters valse berichten die door vrienden of familie verstuurd lijken te zijn en waarin gevraagd wordt om met spoed geld voor te schieten. 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke vormen van
cybercriminaliteit
kun je nog meer
bedenken?

Slide 7 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Zijn alle hackers cybercriminelen?

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Als iemand mij vraagt 100 euro te pinnen, en diegene maakt het geld eerst over, doe ik dat.
Ja! Waarom niet?
Nee.

Slide 10 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Weet jij wat een geldezel is?

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wisten jullie dit? 
In de volgende video wordt nog een keer goed uitgelegd hoe het werkt. 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Ben, of ken jij iemand die weleens is opgelicht op het internet? Wat gebeurde er?

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat wordt er bedoeld
met phishing?

Slide 15 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Bij phishing...
‘vissen’ criminelen naar je gegevens, met die informatie plegen ze fraude met internetbankieren, creditcards, of je identiteit.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zou jij hier op klikken?

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe herken je
phishing?

Slide 18 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

  • Door goed te lezen kun je gekke dingen herkennen.
  • Let op spelfouten.
  • Phishing-berichten beginnen vaak onpersoonlijk.
  • Je moet vaak “SNEL” iets doen.
  • Je moet vaak ergens op klikken of iets downloaden.
  • Er staan verdachte zinnen in.
  • Het is een gek e-mail adres of een e-mail adres met spelfouten. 
  • Bedrijven gebruiken NOOIT een @hotmail.com, @gmail.com, @outlook.com of @msn.com
  • Er worden link verkorters gebruikt zoals T.co, bit.ly en Goo.gl.
  • Er staat: “Klik hier om in te loggen” - Doe dit nooit. Hackers maken websites na. Ga zelf naar de juiste URL en log zo in. 
  • Er staan rare woorden in de linkjes.
  • Spreken ze, of gebruiken ze, een andere taal?
  • Door een buitenlands telefoonnummer dat wordt gebruikt. 

Slide 19 - Tekstslide

Neem deze kenmerken van phishing door met de leerlingen. Zien zij deze weleens voorbij komen? Missen zij nog kenmerken? 

Opdracht: Echt? Of phishing? 
  • Maak tweetallen 
  • Schrijf twee berichten: Eén echt bericht (zoek bijvoorbeeld een nieuwsbericht op internet) en één phishing bericht.  

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cybercrime is minder ernstig dan andere soorten criminaliteit. 
Stelling:

Slide 21 - Tekstslide

Bespreek de stelling met de leerlingen. Als er genoeg tijd over is kun je er hier ook voor kiezen om de klas in twee delen: het ene deel is voor, en het andere deel tegen. 

Laat leerlingen in duo’s argumenten bedenken. Laat vervolgens de discussie van start gaan. 

Cybercrime is minstens zo erg als andere soorten criminaliteit, ook al wordt het doorgaans onderschat. Doel van de discussie is om leerlingen te laten nadenken over de gevolgen van cybercrime. 

Voorbeelden argumenten: 
Voor: 
-er zit geen fysieke kant aan (je kunt bijvoorbeeld niet in elkaar geslagen worden) 

Tegen: 
-door een cybercrime als sextortion kan een afbeelding wijdverspreid worden over het internet
-je hebt minder zicht op wie de dader is bij cybercrime 

Wat neem je mee uit deze les?

Slide 22 - Open vraag

Vraag leerlingen wat voor hen de allerbelangrijkste tip is uit deze les. Wat is de boodschap die ze aan vrienden en familieleden kunnen meegeven? 


In deze les.. 
- heb jij meer geleerd over cybercriminaliteit 
- hebben we verschillende soorten cybercrime besproken zoals phishing, WhatsApp-fraude en geldezels. 

Slide 23 - Tekstslide

Vat klassikaal de hoofdpunten uit de les samen. Bespreek met leerlingen of ze dingen anders zullen gaan doen naar aanleiding van deze les.   

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies