Les 3 2425 Wie denk je dat je bent? en Puur cultuur

Les 3 Wie denk je dat je bent? en Puur cultuur
12.45-14.45
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Les 3 Wie denk je dat je bent? en Puur cultuur
12.45-14.45

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma:
  • Bespreken opdrachten
  • Theorie: Wie denk je dat je bent?
  • Werken aan basisles zelfstandig werken Wie denk je dat je
      bent
    en de challenge.
  • Theorie Puur cultuur.
  • Werken aan basisles zelfstandig werken Puur cultuur en de challenge of de mediaopdracht  

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bespreken opdrachten 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen 'Wie denk je dat je bent':
  • Je kunt uitleggen wat het begrip ‘persoonlijke identiteit’ betekent.
  • Je kunt uitleggen uit welke onderdelen een 
      persoonlijke identiteit is opgebouwd.
  • Je kunt uitleggen waar het ‘nature-nurture-
      debat
    ’ over gaat.
  • Je kunt voorbeelden noemen van
      gebeurtenissen en personen die belangrijk
      zijn geweest voor de ontwikkeling van jouw
      eigen identiteit.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is Identiteit?

Slide 6 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Identiteit is jouw antwoord op de vraag: wie ben je?
Ben je overal dezelfde persoon? Welke situatie is het anders?
Kan een ander weten wat jouw identiteit is? Wat is daarvoor nodig? Hoe goed moet je iemand kennen?
Je persoonlijke identiteit
Je persoonlijke identiteit bestaat uit verschillende kenmerken:
  • Uiterlijk
  • Gedrag
  • Gender
  • Afkomst
  • Interesses/hobby’s
  • Karakter
  • (Religieuze) overtuigingen

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zoek een foto of aflbeelding die past bij een kenmerk van jouw identiteit.

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ben je het met deze stelling eens?
'Het gaat niet om wie je bent, want dat verandert toch steeds. Het gaat erom wat je doet.'
😒🙁😐🙂😃

Slide 10 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Noem een goede eigenschap van jezelf.


Noem een goede
eigenschap van jezelf.

Slide 11 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies





Aangeboren of aangeleerd?

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aangeboren kenmerken:
Bijvoorbeeld:

  • Talent

  • Verlegenheid

  • ADHD

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aangeleerde kenmerken:
Bijvoorbeeld:

  • Je eet met mes en vork.

  • Je komt op tijd in de les.

  • Je hebt respect voor anderen.

  • Je wast je handen voor het eten.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sleep het kenmerk naar nature of nurture.
Nature
Nurture
Haarkleur
Met bestek eten
Gluten-
allergie
Lengte
Kunnen schrijven

Slide 16 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Eigenschappen zijn aangeboren of aangeleerd.
Je ... is vooral aangeleerd.

Welk woord of welke woorden kun je hier invullen?
A
muzieksmaak
B
technisch inzicht
C
taalgevoel
D
voetbaltalent

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Voor veel Nederlanders is het moeilijk om Chinees te leren spreken, omdat:
A
taal een aangeboren eigenschap is.
B
Chinees veel moeilijker is dan bijvoorbeeld Japans of Arabisch.
C
zij niet opgevoed zijn met de Chinese taal.
D
je een taal vooral onbewust aanleert.

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk gedrag van de mens is aangeboren?
A
Mensen durven niet naakt over straat te lopen, ook al is het heel erg warm.
B
Een baby huilt, want hij heeft een vieze luier.
C
Een meisje huilt, omdat ze niet met de jongens mee mag voetballen
D
Een jongen krijgt tranen in zijn ogen als hij hoort dat hij een onvoldoende heeft.

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Basisles: zelfstandig werken Wie denk je dat je
  bent 
Challenge: fotoreportage:
'Dit ben ik'

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen 'Puur cultuur':
  • Je kunt uitleggen wat cultuur is.
  • Je kunt de onderdelen van een cultuur       toelichten.
  • Je kunt voorbeelden noemen van culturen,   subculturen en tegenculturen en de   verschillen ertussen uitleggen.
  • Je kunt voorbeelden noemen van een   uitwisseling van culturen.
  • Je onderzoekt actuele spanningen tussen   culturen.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cultuur
  • Cultuur: is alles wat een groep mensen denkt, doet en/of heeft.
  • Subcultuur: is een aparte cultuur binnen een bestaande cultuur.

  • Beschrijf de cultuur hier op school.
  • Is er een verschil tussen de cultuur op school en de cultuur in de klas?
  • Welke subculturen zijn er op school?
  • Behoor jij tot een subcultuur?

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zou jij de typisch Nederlandse cultuur omschrijven?

Slide 25 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Noem een voorbeeld uit de Nederlandse cultuur. Dit mag een film, kleding, eten, gewoonte, normen en/of waarden zijn.

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Dierenactivisten
Milieuactivisten
Noem minimaal vijf woorden uit een andere cultuur en/of taal die wij dagelijks gebruiken.

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies



Stennis (maken), geteisem, mazzel, alles kits
 zijn Jiddische woorden in het Nederlands. 

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geef een voorbeeld van een gewoonte of gebruik uit een andere cultuur.

Slide 31 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Traditie 
  • Binnen elke cultuur of religie bestaan tradities.

  • Een traditie is een gewoonte die al een lange tijd bestaat.

  • In de Nederlandse cultuur is het bijvoorbeeld traditie om met oud en nieuw oliebollen te eten.

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke tradities ken jij?
En behoren deze bij de Nederlandse cultuur of bij een subcultuur?

Slide 33 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een dominante cultuur?
A
De grootste cultuur in een land
B
Een subcultuur
C
Weet ik niet, ik zat echt niet op te letten
D
Gewoonten van een kleine groep

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Basisles: zelfstandig werken Puur cultuur 
Challenge of mediaopdracht

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting:
  • Weet je wat je moet doen voor de volgende les?

  • Kun je de volgende begrippen omschrijven en gebruiken in een gesprek?
  • Persoonlijke identiteit
  • Kenmerken persoonlijke identiteit
  • Nature-nurture-debat over gaat.
  • Cultuur
  • Subcultuur
  • Tegencultuur

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies