Voorkennis Activeren IWO en Kostensoorten

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
Commerciële CalculatiesMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Welke berekening klopt niet?
A
Omzet - BW = IWO
B
IWO + Omzet = BW
C
BW + IWO = Omzet
D
Omzet - IWO = BW

Slide 4 - Quizvraag

Evie ontvangt een factuur met bedrag van €6.250 excl btw. BTW = 21, betalingstermijn 30 dagen, betaling binnen 14 dagen is contante korting 2,5%

Slide 5 - Open vraag

Marko verkoopt 50 producten met een verkoopprijs van €87,95. De klant krijgt een korting van 2,5%. Bereken de bruto en netto omzet.

Slide 6 - Open vraag

Een fabrikant verkoopt 5000 paar sportschoenen a €25,-. Rabat 7,5%.
Bereken de factuurprijs

Slide 7 - Open vraag

Trobel heeft een omzet behaald van €64.700 en een brutowinst van €29.700. Bereken de IWO

Slide 8 - Open vraag

Maarten heeft een omzet incl btw van €81.269,55. BW = €35.515. Btw = 21%. Bereken de IWO

Slide 9 - Open vraag

De omzet van Youpie is €475.275. BW = 38% van de IWO. Bereken de IWO

Slide 10 - Open vraag

De omzet van Youpie is nu €875.275. BW = 41% van de IWO. Bereken de BW

Slide 11 - Open vraag

Beginvoorraad: €14.589,74 inkopen: 785.698,36, eindvoorraad: 24.589,36
Bereken de IWO

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Verzekeringskosten zijn voorbeelden van...
A
Kosten van belastingen
B
Kosten van vermogen
C
Kosten van diensten van derden
D
Kosten van menselijke arbeid

Slide 16 - Quizvraag

Kosten van vermogen
A
Rente
B
Loonkosten
C
Huur van een pand
D
Afschrijvingskosten

Slide 17 - Quizvraag

Kosten van duurzame bedrijfsmiddelen
A
Huur van een pand
B
Inkoopprijzen
C
Invoerrechten
D
Afschrijvingskosten

Slide 18 - Quizvraag

BTW behoort tot kostprijsverhogende belastingen.. motiveer je antwoord

Slide 19 - Open vraag

Slide 20 - Tekstslide