Dag tegen discriminatie en racisme

21 maart 2024
Dag tegen discriminatie en racisme
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
Culturele en kunstzinnige vormingMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

21 maart 2024
Dag tegen discriminatie en racisme

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zijn allebei je ouders volledig van Nederlandse afkomst?
A
ja
B
nee

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke afkomst hebben je ouders?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Heb jij wel eens ervaren dat je anders werd behandeld vanwege je afkomst?
A
ja
B
nee

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Woordenschat
het racisme
Het idee dat je eigen ras beter is dan die van iemand anders: Discriminatie op basis van afkomst, of huidskleur.
Momenteel protesteren veel mensen over de hele wereld tegen racisme.
de huidskleur
De kleur van je huid.
Sommige mensen hebben een blanke huidskleur, anderen hebben een donkere huidskleur. 

Slide 7 - Tekstslide

Actualiteit
Lees samen met uw leerlingen het artikel. 
De leerlingen arceren de belangrijke woorden in de tekst.
discriminatie
racisme
Het ongelijk behandelen van mensen om persoonlijke kenmerken.
Het ongelijk behandelen van mensen om hun nationaliteit of huidskleur.

Slide 8 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

discriminatie
racisme
Je bent niet aangenomen als buschauffeur, omdat je een vrouw bent.
Je mag geen hoofddoek dragen bij je nieuwe werk.
Je wordt niet uitgenodigd voor een sollicitatiegesprek door je achternaam.
Een zwarte man wordt aangehouden door de politie, omdat hij in een mooie auto rijdt.

Slide 9 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is etnisch profileren?

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Etnisch profileren
Etnische minderheden worden in Nederland vaker onderworpen aan politiecontroles dan witte Nederlanders terwijl daar geen objectieve reden voor is. Etnisch profileren draagt bij aan een negatieve beeldvorming over etnische minderheden, schaadt de legitimiteit van de Nederlandse politie en draagt niet bij aan de bestrijding van criminaliteit.
Etnisch profileren is een vorm van discriminatie en daarom in strijd met de mensenrechten. Wanneer de politie zonder goede of geldige reden iemand stopt, controleert, fouilleert of aanhoudt, (mede) vanwege zijn huidkleur of herkomst is er sprake van etnisch profileren.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De baan die aan je voorbij gaat
Zwarte en gekleurde Nederlanders maken structureel minder kans op een baan of stageplek dan witte Nederlanders. In juli 2019 belde de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid uitzendbureaus met de vraag of die werknemers kon leveren die niet van buitenlandse komaf waren. Veel uitzendbureaus, allemaal niet aangesloten bij de brancheverenigingen, gingen in op dat verzoek. 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk percentage uitzendbureaus beloofde geen uitzendkracht met een kleurtje te sturen?
A
10%
B
20%
C
30%
D
40%

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Uit een ander onderzoek, van de Universiteit Utrecht, blijkt dat witte sollicitanten met Nederlandse namen meer kans hebben om uitgenodigd te worden voor een sollicitatiegesprek dan mensen met een migratieachtergrond.
Hoeveel procent meer kans?
A
10%
B
20%
C
30%
D
40%

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De zoektocht naar een woning
In 2019 doet de gemeente Utrecht, na publicaties in de Groene Amsterdammer, onderzoek naar discriminatie op de woningmarkt. De resultaten zijn weinig florissant. Makelaars en particuliere verhuurders discrimineren op grote schaal homoseksuele stellen en mensen met een niet-westerse naam, blijkt. Negentig procent van de onderzochte makelaars is bereid om op een discriminerend verzoek van de verhuurder in te gaan. Een deel zegt zich er niet van bewust te zijn dat dit van de wet niet mag, een deel zegt dat wel te weten, maar gaat toch mee in het verzoek om geen homostellen of allochtonen uit te nodigen.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het zal weinig mensen ontgaan zijn: eind vorig jaar liep voetballer Ahmad Mendes Moreira huilend het veld af, nadat de Excelsior-speler racistisch werd bejegend door supporters op de tribune. Er klonken onder meer sinterklaasliedjes en oerwoudgeluiden toen hij aan de bal was. In de weken en maanden daarna bleek racisme in stadions veel voor te komen en moeilijk uit te roeien.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn argumenten om het 'n-woord' niet te gebruiken?

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Keuze NOS voor 'wit' 
Blank roept associaties op met rein en schoon en zwart is dat dan blijkbaar niet. Die gedachte ligt er achter. Van een verbod van het gebruiken van het woord blank is geen sprake.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Het woord neger is een beladen, beledigend woord. We leenden negro in de 16de of 17de eeuw uit het Spaans of Portugees. In die talen was het toen een zelfstandig naamwoord dat 'zwarte Afrikaan; zwarte slaaf' betekende. In het Nederlands vervormden we het tot neger. Een 18de-eeuws citaat maakt de betekenis duidelijk: 'Men betaalt ... van zestig tot tagtig Guldens ... voor eenen Neger, die van agttien tot dertig jaaren oud is'. Het woord stamt uit een tijd waarin slaven, die slechts koopwaar waren en verder voor hun houders geen identiteit hadden, voor het gemak werden benoemd met hun huidskleur.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maatschappelijke veranderingen zie je terug in taal. Omdat de telefooncel bijna overbodig is, zal het woord geleidelijk verdwijnen. De negerzoen bestaat niet meer: zoen went ooit. Kut-Marokkaan kan kutjoch worden. Al is het geleidelijk, verandering is mogelijk. Kijk maar naar Zwarte Piet. Big up Quinsy Gario.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het Nationaal Museum van Wereldculturen heeft nu een taalgids samengesteld: 'Words Matter'. Daarin worden voorstellen gedaan om eurocentrische en koloniale woorden te vervangen door neutralere. We weten dat het woord 'neger' niet meer kan, en dat het woord 'slaaf' als pijnlijk wordt ervaren. Zelfs het woord 'wij' kan gevoeld worden als een middel om iemand uit te sluiten, evenals 'samenleven'.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nelleke Noordervliet
Onderscheid maken is wezenlijk in het leven. Onderscheid tussen goed en kwaad, heden en verleden, zwak en sterk. Dat is ook niet het probleem bij identiteitspolitiek. Het probleem is de onuitgesproken gedachte dat er een vijand is en dat het 'wij' per definitie gelijk heeft.

Ook de groep die zich tot 'wij' verenigt in de taalvernieuwing denkt dat. Hun 'wij' staat tegenover het door hen geconstrueerde 'zij', waarin 'wij' ons dienen te herkennen. Vooral 'onze' eurocentrische, koloniale kwade trouw is een aspect van 'ons' denken.

Ik ben voorstander van taalgebruik waarin we rekening houden met elkaars gevoeligheden.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Video

Deze slide heeft geen instructies

(On)bewust racistisch
  • Ik kan heel goed een Surinaams / Chinees / Curaçaose / Marokkaans accent nadoen.


  • Ik vind je naam moeilijk, mag ik je gewoon Nina noemen?


  • Gebruik van beledigende en denigrerende woorden zoals bijvoorbeeld het n-woord.


Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

We labelen al van jongs af aan!

Nu we in kaart hebben gebracht wat 'labels' en 'aannames' betekenen, kunnen we inzoomen op het mechanisme van labelen. Hoe werkt dat eigenlijk?

Vanaf het moment dat je op de wereld komt, leer je te categoriseren en labelen. Dat komt omdat de focus ligt op zintuigelijke prikkels en kenmerken. Je kunt bijvoorbeeld al heel snel onderscheid maken tussen de mensen om je heen. 

Vanaf dat je ongeveer 9 maanden oud bent ga je de rest van de wereld zelfs actief in categorieën/ labels indelen. Je leert dat 'kwak' en 'eend' bijvoorbeeld bij elkaar horen en 'doei' hoort bij 'zwaaien'. En 'kijk, dat is een auto!'

Je bent als baby dus al vroeg bezig met het labelen van dingen en mensen en gaat daarbij ook aannames doen.

Vraag de leerlingen wat er op de puntjes zou kunnen komen te staan volgens de baby?

"Die met die lichte ogen en die lage stem geeft mij altijd een flesje, dus... dan zullen alle mensen met lichte ogen en een lage stem..."

VOORBEELDEN
"...alle mensen met lichte ogen en een lage stem zullen mij een flesje geven."
"...alle mensen met lichte ogen en een lage stem zullen mij verzorgen."
"...alle mensen met lichte ogen en een lage stem zullen verzorgend zijn."
"...alle mensen met lichte ogen en een lage stem zullen mijn vader zijn."

LET OP dat de leerlingen geen kwetsende opmerkingen zullen maken. Als het wel gebeurt kan je altijd terugvallen op artikel 1 van de grondwet. 

Slide 30 - Tekstslide

Waarom doet ons brein dat?

Waarom ons brein categoriseert, labelt en aannames doet?

Je doet dit om de complexiteit van de wereld om je heen te begrijpen en te ordenen. Het helpt je om informatie sneller en beter te begrijpen, te onthouden, te communiceren en snel te kunnen reageren op wat er om je heen gebeurt.

Als ons brein dat niet zou doen, zouden we veel te traag reageren op alles.

Hierdoor maakt je brein soms ook té snel onjuiste aannames. Je kunt bijvoorbeeld gaan denken dat alle mensen met grijs haar een grootouder zijn, omdat dat je ervaring is, maar dat klopt natuurlijk niet.

Goed nieuws: naarmate we ouder worden, blijven we de data gebruiken en bijstellen. Het proces gaat altijd door!  
Je doet dit om de complexiteit van de wereld om je heen te begrijpen en te ordenen. Het helpt je om informatie sneller en beter te begrijpen, te onthouden, te communiceren en snel te kunnen reageren op wat er om je heen gebeurt.

Als ons brein dat niet zou doen, zouden we veel te traag reageren op alles.

Hierdoor maakt je brein soms ook té snel onjuiste aannames. Je kunt bijvoorbeeld gaan denken dat alle mensen met grijs haar een grootouder zijn, omdat dat je ervaring is, maar dat klopt natuurlijk niet.

Goed nieuws: naarmate we ouder worden, blijven we de data gebruiken en bijstellen. Het proces gaat altijd door!  

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Ons brein is koppig!

Ons brein is wel heel koppig. Het vertelt ons wat we vinden en zien op basis van wat we kennen, maar soms is wat we zien helemaal niet de waarheid! Het is dan heel moeilijk om je brein te herprogrammeren.

VOORBEELD
Hier zien we heel duidelijk schuine lijnen, maar in werkelijkheid zijn de lijnen (van links naar rechts) recht en de blokjes schuin (op elkaar).
Ons brein krijgt dat niet bij elkaar gepuzzeld en blijft ons vertellen dat de lijnen scheef zijn.

De lijnen op het shirt zijn schuin, maar vraag iemand een shirt met lijnen te tekenen. Dan tekenen 9 van de 10 mensen rechte lijnen. Ze tekenen dan met het brein en niet met de ogen!

Slide 33 - Tekstslide

Het is soms niet wat het lijkt!

De hele dag maakt je brein dus voorspellingen op basis van de meest logische verklaring voor wat je ziet, hoort, voelt en denkt. We zijn altijd bezig met de voorbedachte invulling van ons brein bij te stellen in plaats van écht opnieuw om ons heen kijken. Best wel raar als je daar over nadenkt, toch?!

Slide 34 - Tekstslide

Conclusie

We kunnen niet zonder labels. We hebben ze nodig, omdat het ons leven overzichtelijker maakt. 
Ook kan een label een verklaring bieden voor wie iemand is en hoe iemand zich voelt.

Dus: niet het ‘label’ op zich is verkeerd, maar wél wat je er soms mee doet! 

Als je iemand ontmoet, plaats je diegene bewust of onbewust in een hokje en label je diegene. Je koppelt er vaak ook bepaald gedrag en een waardeoordeel aan. In het volgende deel van de les gaan we daarmee aan de slag!
We kunnen niet zonder labels. We hebben ze nodig, omdat het ons leven overzichtelijker maakt. 
Ook kan een label een verklaring bieden voor wie iemand is en hoe iemand zich voelt.

Dus: niet het ‘label’ op zich is verkeerd, maar wél wat je er soms mee doet! 

Als je iemand ontmoet, plaats je diegene bewust of onbewust in een hokje en label je diegene. Je koppelt er vaak ook bepaald gedrag en een waardeoordeel aan. 

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Tekstslide

Brainstorm [klassikaal]
Brainstorm over de begrippen: 'vooroordelen' en 'stereotypen'.

Maak als docent een verdeling op het bord en schrijf mee met de brainstorm. 
  • Wat zijn vooroordelen? 
  • Wat zijn stereotypen?
UITLEG

  • Vooroordelen zijn meningen over een persoon of groep, die meestal negatief zijn. Vooroordelen beïnvloeden hoe we denken en handelen ten opzichte van bepaalde mensen of groepen.
  • Stereotypen zijn generalisaties, overtuigingen of ideeën over een groep mensen. Het is een beeld dat je automatisch aan iemand (of een groep) koppelt, omdat je daar overtuigd van bent of er ervaring mee hebt.
Het zijn vaak simplistische, eenvoudige beelden. Je brein gebruikt de typering om ingewikkelde sociale situaties (sneller) te begrijpen.

BELANGRIJK 
Het benoemen van stereotyperende voorbeelden zorgt juist voor labelen en nog meer stereotypering. Geef die voorbeelden dus niet!

Het kan ingewikkeld zijn, maar probeer zonder stereotyperende voorbeelden uit te leggen wat je bedoelt. Gebruik als het moet veilige voorbeelden, zoals aannames die te maken hebben met hobby’s of kledingkeuze. “Jij draagt Nike schoenen, dus je bent heel sportief” is een relatief veilige invalshoek, omdat het minder met identiteit te maken heeft.  

Stereotypen herhalen = stereotypen versterken!
Vooroordelen zijn meningen over een persoon of groep, die meestal negatief zijn. Vooroordelen beïnvloeden hoe we denken en handelen ten opzichte van bepaalde mensen of groepen.
Stereotypen zijn generalisaties, overtuigingen of ideeën over een groep mensen. Het is een beeld dat je automatisch aan iemand (of een groep) koppelt, omdat je daar overtuigd van bent of er ervaring mee hebt.
Het zijn vaak simplistische, eenvoudige beelden. Je brein gebruikt de typering om ingewikkelde sociale situaties (sneller) te begrijpen.

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen de 'intent' (bedoeling) en de 'impact' (het gevolg) in het geval van Zwarte Piet? 

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De bedoeling van Zwarte Piet (een leuk personage op een kinderfeest) is niet gelijk aan het effect (dat mensen zich gekwetst voelen).

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Wie begrijpt het verschil? 

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies