Directe en indirecte rede

Het gebruik van persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden

directe en indirecte rede 
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Het gebruik van persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden

directe en indirecte rede 

Slide 1 - Tekstslide

directe en indirecte rede
Anne

Slide 2 - Tekstslide

directe rede en indirecte rede
directe rede: precies zoals iemand het zegt
indirecte rede: woorden niet letterlijk weergeven EN je gebruikt vaak het voegwoord DAT

Slide 3 - Tekstslide

Directe en indirecte rede:
1. directe rede: je schrijft woord voor woord op wat iemand zegt. Dit noem je ook wel een citaat. Je gebruikt aanhalingstekens.
Jasmijn zei: 'Ik ga vanmiddag mijn wiskunde leren.'

2. indirecte rede: je omschrijft wat iemand zegt en werkt niet met aanhalingstekens.
Jasmijn zei dat ze vanmiddag haar wiskunde gaat leren. 

Gebruik de juiste woordvolgorde!! tijd komt vóór plaats en het 2de/ 3de werkwoord staat aan het einde van de zin.

Slide 4 - Tekstslide

Directe rede = quote / citaat
Zij zegt: 'Ik heb een nieuwe baan gevonden'.

Indirecte rede -> dat...
Zij zegt dat ze een nieuwe baan heeft gevonden.

Slide 5 - Tekstslide

Omzetten van directe naar indirecte rede:
-Je maakt van directe rede indirecte rede door alle aanhalingstekens weg te halen en de zin om te bouwen. 
- Vaak helpt het om het woordje 'dat' toe te voegen en te beginnen met wie het zei. 
- Het werkwoord/ de werkwoorden in een zin met 'dat' staat/ staan achteraan.
- Directe rede: 'Mijn dure tas is vandaag stuk gegaan', zei Kim.
- Indirecte rede: Kim zei dat haar dure tas vandaag stuk is gegaan. 

Slide 6 - Tekstslide

Twee voorbeelden
(directe rede) Ester, 15 jaar: 'Ik heb geen vrije tijd, omdat mijn moeder in het ziekenhuis ligt.'
(indirecte rede) Ester zegt dat zij geen vrije tijd heeft, omdat haar moeder in het ziekenhuis ligt.

(directe rede) 'Tot mijn moeder is hersteld, moet ik voor mijn broertjes en zusjes zorgen.'
(indirecte rede) Tot haar moeder is hersteld, moet zij voor haar broertjes en zusje zorgen.

Slide 7 - Tekstslide

Samir, 14 jaar: 'Ik hou van muziek.'
Zet deze zin in de indirecte rede.
Wat is het juiste antwoord?
A
Samir zegt dat hij van muziek houdt.
B
Samir zegt dat hem van muziek houdt.
C
Samir zegt dat ik van muziek houd.
D
Samir zegt dat zijn van muziek houdt.

Slide 8 - Quizvraag

Zet deze zin in de indirecte rede:
Samir zegt: 'Ik luister vaak muziek op mijn smartphone.'
Let op de spelling, de interpunctie en de volgorde van de woorden in jouw zin!

Slide 9 - Open vraag

Zet deze zin in de indirecte rede:
Samir zegt: 'Ik kijk ook veel filmpjes op YouTube.'
Let op de spelling, de interpunctie en de volgorde van de woorden in jouw zin!

Slide 10 - Open vraag

Zet deze zin in de indirecte rede:
Samir zegt: 'Ik maak zelf filmpjes. Mijn kanaal heeft al meer dan 300 abonnees en er staan nu 84 filmpjes op.'
Let op de spelling, de interpunctie en de volgorde van de woorden in jouw zin!

Slide 11 - Open vraag

Luister-en schrijfopdracht
Luister naar de audio in de volgende dia en schrijf in de indirecte rede wat Dagmar vertelt.
De vragen van de interviewer hoef je niet op te schrijven.
Gebruik je koptelefoon.
Let op je spelling, interpunctie en woordvolgorde. Vervoeg de werkwoorden correct.
Upload jouw schrijfopdracht in de Dropbox op MB.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Link

Slide 14 - Link